Waar denk ik aan…

Ik heb me altijd (meestal) aan de maatregelen gehouden. Om anderen te beschermen, om mezelf te beschermen. Ik kan me in een aantal dingen vinden, in een aantal niet, maar toch heb ik me er netjes aan gehouden. Toch bekruipt me steeds meer het gevoel dat er in Den Haag dingen worden gedaan met geen andere reden dan hardnekkig de weg te blijven volgen die ze ingeslagen zijn. Niet omdat die weg zo goed werkt, maar omdat we daar nu eenmaal naartoe gegaan zijn en we vooral niet moeten toegeven aan de twijfels.

Ik ben geen virusontkenner. Ik wil niet tegen alles aanschoppen voor het schoppen. Maar ik heb toch ook het idee dat sommige maatregelen echt te ver gaan. Corona is echt, corona is een zeer besmettelijk virus en daar zit het probleem. Ik begrijp de afstandsregel, ik begrijp het handen wassen, ik begrijp toen we nog weinig wisten er een lockdown nodig was. Ik begrijp dat dat nodig was uit onwetendheid. Ik begrijp dat we het zogenaamde r-getal onder de 1 moesten houden.

Er zijn echter ook steeds meer dingen die ik niet begrijp. Ik begrijp niet hoe we onze rechtsstaat te grabbel hebben kunnen gooien, want dat is wat er gebeurt. Het is logisch dat mensen vragen hebben als, nu de noodzaak volgens de politiek essentieel is, zittingen binnen een dag geregeld kunnen worden, terwijl een toeslagenaffaire jaren moet duren. Het is logisch dat mensen vragen hebben over onze rechters als ook daar verdeeldheid blijkt te zijn. Waar eindigt objectiviteit en waar begint vooringenomenheid? Zien ze niet dat dit de mensen nog meer verdeeld dan al het geval was? Ik hou me op de vlakte over mijn eigen mening betreffende de avondklok, je moet je als politicus alleen wel heel goed afvragen of dit werkelijk gaat om het algemeen belang of om het dogmatisch voortzetten van de ingeslagen weg. Ten koste van alles. Voor je eigen gelijk.

Corona is echt, corona geeft echte problemen. Ik ontken ze niet. De maatregelen geven echter ook problemen. Meer problemen dan ooit voorzien. Het is lastig te kijken naar alle groepen, zeker als je daar geen binding mee hebt. Ik denk dat een jaar na het begin van deze crisis dat pijnlijk duidelijk is geworden. Iedereen lijdt, nou, bijna iedereen lijdt. En dan nog zijn er verregaande gevolgen waar nu nog geen oog voor is. Waar geen rekening mee gehouden wordt.

Corona is echt, maar de problemen ten gevolge van de maatregelen zijn dat ook. Ik ben gewend in oplossingen te denken, Den Haag probeert dat nu ook. Toch kun je duidelijk merken dat ze dat niet gewend zijn. Ik kwam deze afbeelding tegen en daar zakt mijn broek toch echt van af! Wat is nu het briljante idee? We geven de gemeenten geld om de mensen weer in beweging te krijgen. Die oplossing was er al, die oplossing heet de sportvereniging of de sportschool. Bedrijven hebben alles op alles gezet om het coronaproof te maken, de oplossing is er, klaar om ingezet te worden. Gesloten op last van Den Haag.

Ik ben geen virusontkenner. Ik hou me aan de regeltjes, om mezelf en anderen te beschermen. Ik vraag me echter wel af of we niet compleet doorslaan in de coronagekte. Je zult je als leidend politicus toch moeten realiseren dat onze democratie gebouwd is op het sluiten van compromissen en dat het wijs is deze te onderbouwen met argumenten. Ik heb het gevoel dat de argumentatie in deze crisis steeds meer ontbreekt. En dat het daarmee een gezonde samenleving onderbreekt…

Vriesolatie

Eergisteren schreef ik in een opwelling een gedicht. Het sloeg aan, het raakte een gevoelige snaar bij veel mensen. Begrijpelijk, want hoewel het misschien wat depressief klonk, het is de realiteit voor veel mensen. Hoe mooi en leuk deze witte wereld voor veel mensen ook is, voor anderen betekent het nog meer isolatie. Ik ben een van die mensen.

Alex zit vast, heeft er geen zin in. Nou ja, Alex wil op zich wel, maar hij heeft last van vastlopers. We glijden niet weg, gelukkig hebben we vier wielen, maar deze wielen stranden in de sneeuw. Sneeuwschuiven is prachtig, maar het levert obstakels op aan de zijkant van de weg en ja, daar loopt Alex op vast. Nu is dat, met enige hulp van manlief, wel te overwinnen, maar dan zit ik door het gehobbel als een ware Schanulleke (lappenpop) in Alex. Mijn nek (en ook de rest van mijn lijf) vindt dit niet fijn. Twee dagen gehobbel betekent de rest van de week problemen. Zie hier de staat van mijn dag.

Ik heb het geprobeerd hoor, een stukje zelf lopen. Braces om en snowboots aan, het was heerlijk. Ik liep wel zeventig hele meters, maar mijn knieën en heupen vonden het niet voor herhaling vatbaar. En dus zit, lig, hobbel ik achter de denkbeeldige geraniums. Ik mis het lopen door de sneeuw, in de zon. Ik mis het schaatsen op natuurijs. Ik mis de interactie met andere mensen op straat. Ik vind de sneeuw leuk, maar het maakt me ook wat triest. Het duwt mijn neus weer zo ontzettend richting de feiten.

Ben ik dapper, omdat ik dit durf te delen? Ben ik dapper, omdat ik mij kwetsbaar op durf te stellen? Nee, ik ben slechts oprecht en eerlijk. Ik gun iedereen zijn lol, ik weet hoe hard mensen dit nodig hebben, zeker nu! Maar wil dat zeggen dat ik daarom mijzelf niet zou mogen uiten? Het maakt me niet negatief, het maakt me niet minder positief. Het maakt me realistisch. Het maakt dat ik inzie dat ook dit een onderdeel uitmaakt van mijn leven.

Ik uit het, zodat ik verder kan. Ik uit het, zodat anderen in eenzelfde situatie lezen dat zij niet de enigen zijn met deze gevoelens. Hoe eerlijker wij zijn naar de wereld, hoe meer rekening de wereld kan houden met ons. Ik ben blij dat anderen genieten, ik gun het ze! Niemand hoeft in dat opzicht zich in te houden voor mij. Ik red me wel. Mijn tijd komt eraan, volgende week wordt het warmer. Het voorjaar nadert. In de zomer laat ik het klagen weer over aan anderen. Geef ik het stokje door.

Hyper en dieper

Ik heb wat last van stemmingswisselingen. Het vliegt van bijna hyper blij naar stront chagrijnig, een lastige combinatie kan ik jullie vertellen. De hyper buien zijn het gevolg van zulke lieve hulptroepen! Ze betreffen mijn komende boek, waar ik nu al echt trots op ben. Er zijn mensen die in mij geloven, die geloven in wat ik gemaakt heb en dat doet me zo ontzettend goed. Dat gevoel van niet meedraaien in de maatschappij blijft bij mij toch echt wel een dingetje hoor.

Daarnaast speelt het feit dat ik niet alleen met Lewis naar buiten kan. De wegen hier zijn gewoon onbegaanbaar voor een rolstoel. Manlief gaat mee, daar ben ik echt wel blij mee hoor, maar ik wil gewoon zelf mijn rondje maken. Nu merk ik weer hoezeer ik aangewezen ben op de hulp van anderen. Dit was het enige dat ik gewoon zelf kon ondernemen en nu dat wegvalt ga ik onderuit. Ik moet er wel bij zeggen dat mijn medicijnen een enorme invloed blijken te hebben op mijn gestel. Ik was gister vergeten mijn morfinepleister te wisselen en werd overvallen door een serieus verschrikkelijke irritatiemodus. Ik kon iedereen wel schieten en zij mij ook. Gisteravond viel het kwartje. Nadat ik een extra pilletje had geslikt verdween de ergernis als sneeuw voor de zon. Ik baal er nog steeds van dat ik er niet uit kan, maar ik heb mezelf weer onder controle. Ik vind sneeuw echt mooi, maar de voordelen wegen, voor mij dan, niet echt op tegen de nadelen.

Deze maand is trouwens, ondanks dat ik de winter wel weer zat ben, een bijzondere maand. Vijf jaar geleden startte ik dit blog. Ik zette voorzichtige stapjes op weg naar wat inmiddels een groot deel van mijn leven is geworden. Als ik teruglees bemerk ik grote frustraties. Frustraties over de werking van het UWV, over hoe mensen met je omgaan als je lijf het af laat weten. Ik had toen niet kunnen voorspellen hoe mijn leven er nu uit ziet. Misschien maar goed ook. We accepteren in kleine stapjes. Op dit pad heb ik echter best grote stappen gemaakt.

En er is mijn lieve Lewis. Hij is inmiddels al een jaar bij ons en ik kan hem niet meer missen. Hij fungeert momenteel als soort van sledehond. Hij trekt mijn rolstoel uit de sneeuw. Niet bewust, maar hij helpt wel. Al is dat soms ook van de wal in de sloot en ja, ook bijna letterlijk. We zijn avontuurlijk aangelegd en nemen onbegaanbare wegen. Het is een vast stramien, ik rij ergens waar het eigenlijk niet kan en manlief fungeert als redder in nood. Gister kwam er een aardige mevrouw ons tegemoet met een sneeuwschep om ons te helpen. Ze zijn er nog, de mensen met aandacht voor anderen. Maandag werden we ook al geholpen door een voorbijganger. Ik zat weer eens muurvast, nu op een helling.

Ach, we komen er altijd wel weer uit. Ook ik kom er wel weer uit. Als de zo’n erdoor komt en de sneeuw weer smelt. Voor nu gun ik iedereen de sneeuwpret en kijk ik toe vanuit mijn warme bed. Even volhouden nog, mijn tijd komt.