Gemis…

Met het verkrijgen van mijn officiële verklaring tot niet meer hoeven werken (oftewel mijn iva uitkering) dacht ik verlost te zijn van het gemis. Ik behoorde weer tot een groep, de ‘ik hoef mij niet langer druk maken over werk’ groep, de ‘ik ben er echt klaar mee’ groep. Ik dacht dat ik daarmee in mijn kop de knop om zou kunnen zetten, ik dacht dat dít het verschil zou maken. Ik dacht dat ik nu écht zou kunnen accepteren, dat nu duidelijk was dat dit hoofdstuk in mijn leven afgesloten zou zijn. Niet dus…

Jaloers

Het gemis blijft, ik ben gewoon jaloers op de werkende mens. Ik ben jaloers op de gewone gesprekken, ik ben jaloers op personeelsfeestjes, ik mis mijn collega’s, ik mis de routine, ik mis het en het gaat niet over. Nu ik langer thuis ben kriebelt het steeds harder. Ik zit op een pagina waar mensen o.a. banen aanbieden en er komt zoveel voorbij dat bij mij zou passen, ware het niet dat mijn lijf het niet kan. Ongeschikt, dat stempel zweeft voor mijn ogen, terwijl ik voor zoveel dingen wél geschikt ben!

Ideeën

Ik heb nog steeds moeite met het niet langer goed benutten van mijn mogelijkheden, ik heb nog steeds moeite met het stempel. Met datgene dat mijn leven altijd weer beheerst. Er zit zoveel zinnigs in mijn hoofd (zoveel onzinnigs ook overigens), ik heb soms het gevoel dat mijn hoofd dreigt te exploderen. Al die ideeën, ik moet er iets mee! Ik heb mensen nodig die kunnen organiseren, die verstand hebben van marketing, mensen die een sprong in het diepe durven te nemen, zonder verwachting, maar mét passie!

Afgekeurd, niet afgeschreven

Het probleem met mij is dat ik een vervelende miereneuker ben, een perfectionist. Ik wil alles altijd zelf doen (en ik weet best dat ik dat niet kan), alles in eigen hand houden. Ik ben zo bang dat mijn ideeën gejat worden, ervaring mee. Aargh, ik word soms echt simpel van mezelf. Enig idee hoeveel energie dat kost?

Ik geef niet op, ik mag dan wel afgekeurd zijn, ik ben nog lang niet afgeschreven (of uitgeschreven). Ik heb goede ideeën, écht goede ideeën en ooit komt het moment dat ze in uitvoering komen. Ik blijf daarvoor vechten, ik blijf hoop houden en moed. Ik blijf ervoor gaan, ik blijf positief, ik heb vertrouwen in mijn toekomst!

Idealist

Ik ben een idealist, zo iemand die hoopt dat mensen om andere mensen geven. Die hoopt dat er ooit een moment komt dat mensen zich realiseren dat we een taak hebben. Dat we met z’n allen het geluk hebben op deze mooie planeet te mogen wonen. Dat we daar dus ook met z’n allen voor moeten zorgen.

Ik kan toch niet de enige zijn die inziet dat het zo niet werkt? Dat het maf is dat we geld belangrijker vinden dan het welzijn van anderen? Hoe kan het dat ik al zo lang ik leef reclamespotjes zie die bedelen om geld voor waterpompen in de arme landen. In die veertig jaar hadden we toch het probleem op moeten kunnen lossen? Waarom zijn mensen zo machtsbelust, zit het in hun DNA?

Wereldverbeteraar

Ik maak me zorgen, het moet anders, maar we lijken alleen voor onszelf te leven. Ach, dat zie je al in de verschillende landen. Het is ieder voor zich, niet één voor allen. Ik ben de zogenaamde ‘linkse rakker’, zo noemen ze dat in de reacties vaak. De ‘rechtse rakkers’ houden vooral van geld, en ja, ik ben zo’n gevalletje idealistische wereldverbeteraar.

Ik snap echt niet waarom mensen daar zo op afgeven, waarom zou je het alleen maar goed willen voor jezelf? Wat is er mis met zorgen voor die ander? En nee, ik ben niet geswitcht van mening toen ik afgekeurd werd, ik was altijd al zo. Ooit werkte ik ergens, het bedrijf kwam in de problemen, reorganisatie was het gevolg. Ik was lid van de vakbond (ook al zoiets waar veroordelend op werd gereageerd) en er was een bijeenkomst. Op de vraag ‘wil je één procent loon inleveren om iedereen aan het werk te houden’ werd door een minderheid positief gereageerd. Dat stelde me teleur, het laat duidelijk de mentaliteit zien van je collega’s. Ik ben belangrijker dan jij.

Mentaliteit

Dát is de mentaliteit van een groot deel van de mensen. Als je het ze rechtstreeks vraagt is dat anders. Als ik vraag of ik recht heb op een uitkering is het antwoord van de meesten ‘ja natuurlijk, jij hebt écht wat’. Maar de meeste mensen in mijn situatie hebben écht wat. En zijn er uitzonderingen, altijd, maar die groep is denk ik kleiner dan je denkt. Ze hebben alleen geen gezicht, ze zijn anoniem en dat maakt het zoveel makkelijker te oordelen.

Domme idealist

De mens is egoïstisch, misschien een overblijfsel uit de oertijd, toen het een overlevingsinstinkt was. Dat ligt in het verleden, je hebt geen zes auto’s voor de deur nodig om te overleven. De mensen in Afrika hebben wél drinkwater nodig om te overleven. Waarom gaat eigen rijkdom voor het helpen van anderen. Waarom is drie keer een normaal salaris om te kunnen leven niet genoeg, waarom moet het verschil zo groot zijn? Omdat ik een hbo opleiding heb werk ik harder? Verdien ik zoveel meer dan een lageropgeleide?

Ik begrijp echt niet waarom we ons zo druk maken om geld, om eigen luxe in het gekke, waarom we de rest van de mensen laten vechten voor hun bestaan. Ik snap het niet, maar ik ben ook maar een domme, linkse idealist…

Anders en toch hetzelfde

Ik heb een vriendin met een bi-polaire stoornis, ze is manisch depressief. Ze heeft net als ik goede dagen en slechte dagen (die hebben we allemaal, maar op onze slechte dagen is uit bed komen en enigszins functioneren al een uitdaging), wij zijn net een soap, je zou er een blog over kunnen schrijven (oh wacht, dat doe ik ook 😉).

Fysiek versus mentaal

Mijn vriendin en ik lijken op elkaar, andere aandoening, totaal ander vlak van problematiek, maar we begrijpen elkaar. Als zij haar slechte dagen in gaat ligt de depressie op de loer. Een échte depressie is iets anders dan een dipje of een dagje down zijn. Een echte depressie los je niet op met ‘ga maar lekker naar buiten’ of ‘ga iets leuks doen’. Mensen zeggen tegen mij ‘rust roest, je moet bewegen’ uit diezelfde onnadenkendheid, mensen zijn onwetend op zoveel vlakken. Maar ze denken het wél te weten, beter te weten.

‘Ga toch even lekker sporten’, kunnen ze tegen ons beiden zeggen. Dat zou een soap an sich zijn; de depri en de kneus, de één kan fysiek de band niet op, de ander krijgt simpelweg de ene poot niet voor de ander. Verschillend en toch gelijk. Een aanvulling, ik kan me niet voorstellen hoe het is zo’n chaos in je hoofd te hebben, eh dat zeg ik verkeerd want chaos heb ik ook, maar ik heb zo’n basis optimisme in mij en voor haar zijn sommige dagen zo moeilijk. En zij kan niet snappen hoe ik mijn dagen doorkom, altijd maar in rust (en ja, ik weet dat dat normaliter roest). En toch snappen we het, Yin en Yang.

De Balk

De manie is de andere kant, ze voelt zich goed, te goed, een letterlijk doorslaand succes. Wederom het vergelijk, op een goede dag zoek ik niet meer naar mijn grens, maar dender ik er vol overheen. Beide grenzeloos en toch anders. Anders en hetzelfde.

Voor ons allebei geldt dat we op onze grenzen moeten letten. Dat we het meest gebaat zijn bij stabiliteit, de gulden middenweg. Maar die middenweg is zo lastig, het is een evenwichtsbalk en mij staat nog duidelijk mijn kleine ik voor de geest. De turnster in mij (jawel, ooit ben ik Gelders kampioen geweest, ik was 8 en ben daarna op mijn hoogtepunt gestopt), op de balk, hoe vaak ik daar niet vanaf ben gelazerd. Oefening baart kunst zeggen ze, deze wijsheid zou ook voor ons moeten werken maar ik voorzie nog wat beren op deze weg.

Onze weg

Fysiek en mentaal, verschillend en toch ook niet. We verdwalen samen in een bos vol beren, maar vinden ook samen de weg naar huis. Iemand die je begrijpt zonder woorden, die wéét hoe het voelt. We bewandelen allemaal een eigen pad, maar het is fijn soms een stukje met iemand op te kunnen lopen. Samen kun je meer!

P.S.

” Overigens heb ik veel meer mensen om mij heen, allemaal met hun eigen struggles, allemaal zijn ze me ontzettend dierbaar! ”

‘Zwaar leven’

‘Ik heb een heel zwaar leven’, we kennen ze allemaal, de mensen die altijd klagen. De mensen bij wie het nummer van Brigitte Kaandorp op het lijf geschreven lijkt. Altijd hebben ze het zwaarder, altijd hebben ze meer meegemaakt, ‘het is gewoon écht heel zwaar’. Ik zat bij deze show, lag in een deuk omdat ik een beeld had, een plaatje dat klopte, maar tegelijkertijd knaagde er iets. Iets dat ik lange tijd negeerde.

Herkenbaar

Het nummer werd mega populair, want tja, iedereen kent wel zo iemand toch? Iemand met altijd wel iets, altijd ergens pijn, iemand die vaak dingen af moet zeggen omdat het nét haar dag niet is. Klinkt het al bekend, heb je beeld? Dat was het moment dat de twijfel toesloeg, want eerlijk is eerlijk dit is volledig op mijn fragiele lijf geschreven. Ik ben degene die vaak moet afzeggen, wiens lijf met grote regelmaat roet in het eten gooit. Ik zou maar zo degene in dit liedje kunnen zijn, met één groot verschil. Ik geloof niet dat ik zo vaak klaag, ik doe in ieder geval mijn best het niet te doen. Dat mijn lijf realistisch gezien elke dag wel ergens kliert (en meestal op meerdere plaatsen tegelijk), ja daar kan ik niets aan doen. Ik heb nu eenmaal een heel zwaar leven (😉).

Dubbel

Ik geloof niet dat veel mensen mij zien als het klagende type, ik hoop in ieder geval van niet. Ik zeg dingen niet zomaar af, als ik het doe is er écht wel iets mis, maar toch voel ik altijd ergens de drang mezelf te verdedigen. Ik hink op twee gedachten, ik zie absoluut de humor ervan in, ik hou van sarcasme, ik adem sarcasme, maar ja, het is toch ook écht soms heel erg zwaar…

https://youtu.be/JLNvBvJ-F00

Grenzeloos

Ik ben geen vriendjes met mijn grens, mijn fysieke grens wel te verstaan. Mentaal ben ik vrijwel grenzeloos. Ik denk in mogelijkheden, droom zonder grenzen en ga vaak daardoor fysiek juist over mijn grens. Ik heb een grenzeloos verlangen naar vrijheid, misschien juist wel omdat ik fysiek zo beperkt ben.

Therapie

Toen ik zes jaar geleden fysiek volledig instortte moest ik in therapie. Ik moest leren omgaan met mijn beperkingen. Een heel team specialisten werd aangerukt; ik onderging een multi disciplinair revalidatie traject. De psycholoog en ik waren geen goede match, ik lijk ontzettend open, praat bijna overal over, maar wat in de kast opgesloten zit blijft in de kast, punt. Een jong meiske, lief ding, maar totaal ongeschikt voor deze tante.

Niet meer voelen

Wat ze me wel wist te vertellen was dat ik mijn hoofd losgekoppeld had van mijn lijf. Ik wist niet dat het kon, maar ik had het gedaan. Niet hoeven voelen, mijn lijf hoorde niet bij mij. Het was een vervelend ‘ding’ dat mij alleen in de weg zat. Mijn lijf deed toch niet wat ik wilde en was mij tot last, het functioneerde niet en deed pijn. Ergens in mijn leven heb ik een knop in mijn hoofd gevonden en de schakelaar omgezet. Ik wilde niet langer voelen en daarmee ging ik dus volledig over mijn fysieke grens.

Leren voelen

In therapie moest ik leren voelen; ik wilde niet voelen! Ik moest de pijn accepteren, toelaten, langzaam maar zeker ging de knop weer om. Ik leerde de pijn een plek geven, al val ik soms nog terug in mijn oude patroon, negeren. Negeren heeft consequenties, negeren geeft er hoge boete, maar soms moet je grenzen overschrijden om te voelen dat je leeft!

Dé les

Als ik één ding geleerd heb in mijn leven dan is het te genieten van het moment. Je weet niet wat de toekomst je te bieden heeft. Geniet van het nú, geniet van de kleine momenten. Kijk om je heen en zie de schoonheid, voel de zon op je gezicht, geniet van je favoriete muziek. Leef met overgave, vraag een vriendin of ze langskomt, zoek naar mogelijkheden. En als je dan over de grens gaat, geniet er dubbel van. Zie het als een overwinning en niet als een boete, benader de dingen van de positieve kant. En heb je je dag niet, neem het jezelf niet kwalijk, maar blijf er niet in hangen. Bedenk jij maakt jouw wereld!

Zwart, zwarter, zwartst…

De nieuwe traditie, Sinterklaasje pesten, Pietje wegpesten. Ieder jaar laait de discussie weer op en ieder jaar irriteert het me meer. Ik luister met stijgende verbazing naar wat zelfs mensen om me heen uitkramen. Mensen van wie ik bepaalde uitspraken absoluut niet verwacht. En ieder jaar neem ik me voor me vooral niet te mengen in deze discussie zonder eind, maar ik doe het nu dus toch.

Communicatie

Een discussie zonder eind, als mensen niet communiceren, niet naar elkaar wíllen luisteren is dit hele gezeik zinloos. Het gaat niet eens meer om iets oplossen, het gaat om volwassen mensen die hun grens bereikt hebben en nu stomweg hun poot stijf houden. Het is ontaard in peuterspeelzaal gedrag, er mag niéts veranderen, punt! Tja, dat is echt een volwassen standpunt…

Mij maakt het heel eerlijk gezegd geen ene moer uit, ik heb er niets mee, nooit echt gehad ook. Het voorliegen van kinderen, de cadeautjes zijn leuk, het plezier van het uitpakken, ach, geef mij maar kerst, maar dat is mijn mening. Normaal gesproken zou ik dat gewoon mogen zeggen, maar tegenwoordig krijg je een hele horde mensen op je dak. Ok, laat Sinterklaas blijven, laat de Pieten fiks onder het roet zitten, prima toch? Paarse Pieten vind ik niks, maar roet zwart? Prima toch? Nee, dan verpest je een kinderfeest.

Irritatie

Weet je wanneer je een kinderfeest verpest? Door ieder jaar de discussie aan te laaien, neem een beslissing en klaar mee! Sinterklaas wordt steeds meer een irritatiepunt en het gaat al lang niet meer om het oorspronkelijke punt (waar ik overigens begrip voor heb, ik vind dat geen één mens, volwassen of kind, gekwetst hoeft te worden), het is verworden tot een kinderachtig welles/nietes. Niemand wil een stapje doen richting midden en daarachter ligt het échte probleem.

Heftige reacties

Waarom schrijf ik dit? Omdat ik steeds meer schrik van de heftige reacties, als iemand reageert met ‘een Piet mag van mij roze zijn’ is dat haar mening en dat mag. Als de reactie daarop is dat degene ‘gedekt is door een bruintje’, dan word ik serieus boos. Doe toch verrek eens allemaal normaal! Volwassenen verpesten het en dat is de schuld van beide partijen.

Grow up!

Een weekje ‘werken’

Het voelt bijna als werken. Meestal zeggen mensen dit op een negatieve manier, maar in mijn ogen is deze zin positief. Ik zou willen dat ik het kon, ik mis het!

Het voelt bijna als werken, ik mocht een foto opdracht doen. Vijf dagen kids fotograferen, een paar uurtjes per dag. Ik had het helemaal uitgestippeld, opgedeeld in fases, in hapklare brokjes, dan moest dit me lukken! Je snapt het al, hier spreekt een regelmatig wederkerend woord, bijna een werkwoord als het door mij wordt gebruikt; overschatting.

Ik wil het gewoon, ik wil het gevoel hebben weer mee te doen, ik wil me weer een beetje normaal voelen. Maar wat is normaal? Kan ik niet beter accepteren dat ik dit eigenlijk gewoon niet kan? Waarom overstijgt mijn eigenwijze willetje nog steeds mijn kunnen? Omdat ik soms nog steeds het gevoel mis écht te leven, mee te doen. Hoe heerlijk is het te horen dat je iets goed gedaan hebt?

Maandag

Ik begon enthousiast, het liep ietwat uit (ik vind het gewoon leuk), geen probleem ik ben flexibel (😉). Ik wil gaan voor het best haalbare en als dat betekent dat ik iets langer door moet, dan doe ik dat. Uiteraard voel ik best dat mijn fragiele gestel het hier niet mee eens Is, ik voel mijn brandende knieën, mijn schokkende schouders en mijn stekende rug, maar ik ben een absolute kei in negeren; we zullen doorgaan…

Eenmaal thuis voelde ik de heftigheid van de grens, ik stortte weer eens sierlijk neer op mijn bed en bleef daar, de rest van de dag. Gelukkig heb ik altijd macaroni in huis en hoefde ik daar niet lang mee bezig te zijn. Ik was blij dat ik kon slapen en probeerde een beetje bij te tanken, want dinsdag was de tweede ronde.

Dinsdag

Weer op tijd (voor mijn doen echt op tijd) op pad. Mét gezelschap van een lieftallige assistente die mij een dagje volgde in mijn bezigheden (de juiste dag want van de hele dag liggen en een beetje typen op mijn telefoon leer je niet zoveel) voor haar opleiding (tot verpleegkundige, echt top, aandacht voor EDS, zeer blij mee!). Ik hou van kinderen, maar merk dat ik zeer snel overprikkeld ben, dat is lastig. Mijn bips deed zeer, mijn ingebracede knieën nog meer (kinderen moet je laag fotograferen en dat vindt mijn lijf niet fijn). De leidsters moesten mij af en toe van de vloer plukken, als ik op de grond zit kom ik niet meer overeind. Gelukkig had mijn moeder goed ingeschat dat mijn dag meer dan vol was en had ons eten voor deze avond al klaargemaakt, dat scheelt enorm!

Woensdag

Woensdag (het is net als dat stripverhaal in de Donald Duck; een weekje…) kreeg ik het serieus zwaar. Mijn lijf voelde aan alsof een vrachtauto ermee in botsing was gekomen; alles deed pijn, nog veel meer als normaal. Maar daar gaan we weer; we zullen doorgaan. Ik merk aan de kwaliteit van de foto’s dat ik moe ben. Ik ga fouten maken, stomme foutjes, een verkeerde ISO die ik vergeet te veranderen. Een te lange sluitertijd, bewogen foto dus. Dingen die ik normaal automatisch doe gaan nu mis. Gelukkig zijn de meeste foto’s goed, maar toch.

Donderdag

Het gaat het mis. ik kan niet meer, ik barst bijna in tranen uit als iets niet gaat volgens mijn idee, ik frustreer mezelf door domme dingetjes. Tijd voor pauze en een bakkie thee, ik moet mezelf ook daar de tijd voor geven. Dit was niet mijn dag, ik begreep mijn eigen camera niet meer…

Vrijdag

Vandaag, de laatste dag. Fysiek een opluchting, mentaal een ander verhaal. Het is gelukt, ik heb het gedaan. De eerste reacties zijn goed (ik blijf onzeker terwijl dat niet nodig is, ik kan dit). De laatste groepsfoto en klaar. De kids hebben een prachtig knutselwerk voor me gemaakt, zo lief! Ik heb het naar mijn zin gehad, het is zwaar geweest, maar het heeft me weer even laten voelen hoe het is mee te draaien in de gewone wereld en mentaal heb ik dat gewoon af en toe even nodig. Nu rustig bewerken en dan mag ik nog een keertje terug om ze af te geven. Ik ga ze nog missen ook…

Dream!

Geef je dromen nooit op, al lijken ze zo onmogelijk! Toen ik plat kwam te liggen dacht ik echt even dat dit het was. Wat moet je nog doen als ligger, hoe leef je dan nog een zinvol leven? Daarna werd ik afgekeurd, officieel echt niet langer zinvol in de werkende maatschappij. Je voelt je afgedankt, zinloos, het doet je mentale gesteldheid geen goed.

Acceptatie

Dan volgt een acceptatieproces, een zwaar proces vol frustratie, woede, verdriet. Een proces waar iedere afgekeurde doorheen moet, niet leuk, wel nuttig. Je zoekt naar een oplossing, hebt hoop, verliest hoop, maar met de juiste mensen om je heen kom je hier doorheen. Zij laten je weten dat je de moeite waard bent, zij kijken met je mee naar mogelijkheden, zij zijn er als je even de zon kwijt bent.

Je leert anders kijken, je leert genieten van andere dingen, je leert zien wat je nog wél kan en probeert niet stil te staan bij wat je niet meer kunt. Omdenken zeggen ze, het klopt, dat helpt. Als er een deur dichtgaat, gaat er echt een andere open.

Verandering

Ik ging schrijven, proberen wat bewustzijn te creëren voor mijn aandoening, proberen mensen op deze manier toch te helpen, door te laten zien dat ze niet de enige zíjn.

De ambitieuze ik kwam weer boven, een ik die zelfverzekerder was, een ik die zichzelf bloot durft te geven, zich kwetsbaar op durft te stellen. Maar ook een ik die met zelfspot omgaat met haar situatie. Een positieve ik, die wil inspireren, die durft te dromen en haar dromen volgt. Al een jaar schrijf ik me gek, mail ik op advertenties en droom ik van meer.

En dan…

Doorzetten loont, ik mag bekend maken dat ik mag gaan schrijven voor Boobs & Bubbels en ja, ik ben trots op mezelf! Ik heb het niet opgegeven, ik heb gevochten, ik heb voor mijn gevoel gewonnen. Ik heb een stem, ik heb een verhaal en ik laat van me horen. Never give up!

https://www.facebook.com/boobsbubbles/, zaterdag staat mijn eerste column online!

(H)ellebogen

Op vakantie heb ik een autodeur tegen mijn elleboog gekregen. Ik gooide de deur dicht maar vergat dat mijn arm nog niet volledig buitenboord was. Domme actie (heb er patent op), maar het is niet anders.

Op vakantie heeft mijn vriendin hem getaped (handig je eigen persoonlijke tape expert mee), maar over ging het niet.
Na de week of zes toch maar eens naar dok. Mijn ‘eigen’ was er niet dus naar de inzittende. Tennisarm was de diagnose. Nu ben ik aardig bekend met peesontstekingen (meestal zijn ze behoorlijk hardnekkig bij mij) dus rustig aan. Maar hoe doe je rustig aan met je arm als je ligt en verder alleen met je armen iets doet? Mijn telefoon vasthouden maakt het niet beter (houder ook niet, al geprobeerd) en ik schrijf in rap tempo voor al mijn verschillende blog pagina’s. Én ik bewerk mijn foto’s zo. Dat gaat toch niet?

Ik heb geprobeerd me in te houden, maar echt beter werd het niet. Sterker nog, de klachten verergerden. Nu heb ik andere plaatsen die meer pijn doen, maar irritant is het wel. Wederom naar dok, er klopt iets niet en ik wil gewoon weten wat het is. Aangezien mijn vingers en handen inmiddels ook klachten vertonen (uitval en tintelingen) vermoed hij een zenuwprobleem, niets aan te doen.
Ik ben niet iemand die zich neer kan leggen bij vermoedelijke diagnose, ik wil weten. Dok weet dat en snapt dat, ik mocht dus een echo laten maken en dat gebeurde vandaag (eh vrijdag als je dit leest).

De zenuwen zijn zichtbaar verdikt, dus dat bevestigd de diagnose. De rechterarm kliert inmiddels flink mee en toen ze ter vergelijk die ook onderzochten bleek ook daar de zenuw verdikt. Wel minder, maar toch duidelijk zichtbaar.

Opereren is geen optie (teveel negatieve ervaringen mee), dus weer een check op de ‘mee leren leven’ lijst. Een lange lijst inmiddels, maar ik weet wat het is, dat helpt. Waarschijnlijk komt er teveel druk op mijn ellebogen bij het liggen, daar moet ik dus iets op gaan verzinnen voor ik straks echt niets meer kan. Weer aanpassen en weer door, the story of my life…

Kwestie van mentaliteit

Steeds vaker erger ik me eraan, de mentaliteit van mensen tegenwoordig. Een paar voorbeelden van deze week…

Op Facebook lees ik een bericht van de politie; de tarieven van de bekeuringen zijn bekend. In de reacties een hele lading commentaar op de hoogte hiervan. Ik begrijp dit niet, het is namelijk niet zo heel ingewikkeld. Hou je aan de regels en je krijgt geen bekeuring. Als ik dat zeg ben ik het watje, het braafste meisje van de klas (ach, dat was ik ook). Maar de regels zijn er niet voor niets. Ze zijn er voor houvast, voor orde in de anders wordende chaos.

Een boete voor te hard rijden, eigen schuld. Je weet hoe hard je mag, je rijdt zelf harder. Mensen gaan dan ook nog eens schreeuwen dat het flauw is van de politie, dat het makkelijk geld binnenharken is. Feit blijft dat je wéét wat de consequenties kunnen zijn. Gewoon niet doen, wordt de wereld een stukje veiliger van en het scheelt jezelf een boel geld. Het is een kwestie van mentaliteit.

Drempels

Verkeersdrempels, ook zoiets, onze wijken liggen er vol mee, variërend van de letterlijke bult in de weg drempels tot wegversmallingen. Als je het mij vraagt maken deze drempels onze wegen niet veiliger. Mensen hebben haast en zijn geïrriteerd, rijden juist harder tussen de drempels. Fietsers kunnen geen kant meer op bij de versmallingen, ik hou mijn hart vast. Ook hier geldt het, kwestie van mentaliteit. Het is ikke, ikke, ikke. Ik heb haast, ik wil eerst. Het meest valt het me op bij de straten waar mensen van die poppen neerzetten dat ze op moeten letten op spelende kinderen. Dezelfde mensen racen met hun kind veilig op de achterbank door dezelfde straat of over de weg bij het schoolplein. Ikke, ikke en nog eens ikke. Geen rekening houden met een ander dan jezelf. Waarom is een bordje ’30’ niet genoeg, waarom moeten er dan drempels, omdat de weg zo vraagt om harder rijden? Je hebt toch hersens, kunt toch het bord lezen?

Milieu

Volgende voorbeeld; de plastic soep in de oceaan. Er is een fantastisch nieuw initiatief om te voorkomen dat het in zee terecht komt. Maar eigenlijk is het toch te zot voor woorden dat mensen te lamlendig zijn om hun eigen zooi op te ruimen? Ik heb als kind geleerd dingen in de prullenbak te gooien, is er geen, dan stop ik het in mijn zak en gooi ik het thuis weg. Het is bij mij zelfs zo erg dat ik op een festival mijn bekertje niet op de grond kan gooien. Blokkeert gewoon, kan ik niet, voelt niet goed.

Lokaal

Wij hebben een hier een ook zo’n mooi initiatief, ‘Go clean’, mensen die door het dorp gaan en het vuil van een ander opruimen. Ik juich ze toe, met heel mijn hart, maar kom op, het zou niet nodig moeten zijn. We mogen leven op een prachtige planeet en we verknoeien het, door onnadenkendheid, door egoïsme, door luiheid en door een gebrek aan mentaliteit. Er moet een ommekeer komen in hoe we omgaan met onze planeet en met elkaar.

En ik?

Ben ik perfect? Vast niet, zeker niet, maar ik ben me er wel van bewust en ik hou mezelf daarmee meer in acht. Het begint namelijk bij jezelf, ik wil een betere wereld voor de volgende generatie, jij ook?