Op m’n klompen

Ik had ze, vroeger, échte klompen. Ze passen me niet. Ze staan me niet. Ze zitten me niet. Niet dat ik ze haat, integendeel. Ik haat al zeker niet waar ze voor staan, al denken mensen dit wel misschien. Omdat ze me niet kennen. Omdat ze mijn verleden niet kennen, niet weten waar ik vandaan kom. Of omdat ze niet willen luisteren naar wat ik zeg. Ik kan wellicht dan ook op mijn klompen aanvoelen dat de mening van deze zogenaamde linkse deuger, of linkse elitair niet zo heel goed valt, maar dat zij dan maar zo. Bij deze, een stukje over de boer.

Ik ken er een aantal van redelijk dichtbij. Heb een groot deel van mijn jeugd doorgebracht op de boerderij. Bij Opa op de trekker, achter of naast de koeien. In de hooischuur, op de stal. Ik hou van het boerenleven, maar ik ben ook objectief genoeg om te zien dat we niet de goede kant op gaan. Niet qua regering en hun maatregelen, maar ook niet qua manier van protesteren van de boeren. Je punt maken voor het grote publiek is prima, maar je punt te ver doordrijven lijkt op het gedrag van een dreinende en stampvoetende peuter in de supermarkt. Hoe denk je dat dit af gaat lopen? Wat zal er gebeuren als de boze boeren burger beweging haar zin krijgt? Wat voor signaal geef je af aan een stampvoetende peuter in een overvolle supermarkt als je hem zijn zin geeft? Hoe zullen al die andere groepen die in de clinch liggen met Den Haag hun punt dan gaan maken?

Onze maatschappij heeft de nodige problemen en ik denk dat we deze problemen zelf veroorzaakt hebben. We willen alleen de gevolgen van ons eigen egocentrische gedrag liever niet onder ogen zien en dus sluiten we ze. Die ogen. We leven op de groei. Zichtbaar zelfs. Alles moet alsmaar meer. Groter. Beter. Duurder. Meer auto’s, meer verre vakanties. Meer kleding. Meer consumeren. Meer vervuilen. Bergen vol rotzooi laten we achter. Microplastics in de oceanen. Rotzooi in het riool. Dieren die stoned door het leven gaan, verslaafd aan onze verslavingen. Een afvalberg in Afrika die de Tafelberg gaat overtreffen. Kabelbanen door de rotzooi, onze achter-achter-kleinkinderen zullen zo trots op ons zijn als ze waden door de achtergelaten weelde van deze platina eeuw. Dollartekens in de ogen van de mensen achter het kapitaal. Meer, meer, meer! Groter, sneller, beter! Alles voor en op de groei.

Terug naar de klompen, want daar gaat dit stukje over. Mijn opa’s en oma’s hadden een mooi bedrijf. Een familiebedrijf, zo eentje waar een aantal boeren nu voor vechten. Ze hadden een dertigtal koeien, een paar varkens en wat schapen. Wat land erbij. Geen overdreven luxe, maar wel een goed bestaan. Met hard werken en hart voor de dieren. Dertig koeien, kun je het je voorstellen? Genoeg om normaal van te kunnen leven. Toen werd er nog een normale prijs betaald voor de melk. Inmiddels zijn veel boerenbedrijven veranderd in fabrieken. Je maakt mij niet wijs dat een boer in hart en nieren kiest voor een bestaan als voedselproducent in een vorm die steeds meer lijkt op een enorme voedselfabriek. Niet voor ons eten, maar voor de centen. Teveel schakels tussen de boer en de consument die geld willen verdienen aan dat proces. Het liefst zonder daar daadwerkelijk arbeid aan te verrichten. Iets dat we graag doen in deze maatschappij, geld verdienen zonder te werken. En dan zeuren op de uitkeringsgerechtigden, maar dat is een andere discussie. Resultaat? Veel mensen verdienen er genoeg aan en de boer mag op een houtje bijten. Steeds meer producerend voor een steeds kleinere marge. Zij krijgen de maatregelen op hun dak, de aandeelhouders lachen in hun vuist vol Euro’s.

Er spelen een heleboel factoren die de meeste mensen -ik inclusief- niet kunnen overzien. Het gaat niet slechts om stikstof, dat is slechts een deel van het grote geheel. Ik weet niet hoe dit op te lossen, maar ik weet wel dat we een oprecht probleem hebben in de wereld. Halsstarrig onze kont tegen de strobaal gooien gaat het niet oplossen. Voor communicatie zijn twee kanalen nodig en die kanalen zitten vol met ruis.

Ik ben niet tegen de boeren. Ik begrijp waar ze vandaan komen, al begrijp ik de manier waarop niet meer. De frustratie weer wel, maar ik denk niet dat het platgooien van een land zoals mensen ongenuanceerd roepen ook maar iets positiefs op zal leveren. Dat er meer problemen van gaan komen kan ik wel op mijn klompen aanvoelen.

Kwakzalverij

Vanmorgen las ik een artikel op de website van de vereniging van kwakzalverij over de daithpiercing, over de medische variant welteverstaan. De conclusie van het artikel laat zich raden, kwakzalverij. Ik vind die hele vereniging van de kwakzalverij precies dat, kwakzalverij. Ze irriteren me mateloos, kromme tenen krijg ik van de negatieve toon die ze aannemen. Als je het niet kunt zien bestaat het niet, dat werk. Het is de zoveelste groep mensen die je bijna een aandoening gunt. Gewoon zodat ze kunnen ervaren dat niet alles meetbaar is volgens hun ‘objectieve’ standaarden.

Ik heb hem, de medische daith. Laten zetten in Eindhoven. Uitgemeten en wel. Ik heb dus ervaren dat het werkt, bij mij tenminste wel. Mijn zeer sceptische broertje was mee en zag de verandering op mijn gezicht. Meer ontspanning, minder pijn. Wat en hoeveel het nu echt doet vind ik lastig te zeggen, omdat ik niet goed meer weet hoe het was. Het went. Maar als ik blogs teruglees kan ik wel zien dat ik er niet best aan toe was. Mijn dysautonomie geeft echt minder klachten en ik kan weer zonder nekkraag (als ik tenminste niet te veel hobbels neem), iets dat niet meer mogelijk was. Ik heb het met dok besproken en hij gelooft dat het zeker iets doet, al sluit hij het placebo effect niet uit.

Ik heb al heel wat alternatieve geneeswijzen geprobeerd. Ben bij iriscopisten geweest, heb kleurentherapie ondergaan, heb me met naaldjes laten prikken en werk met edelstenen. Heb reikt behandelingen ondergaan, zelf mijn reiki één en twee gehaald en heb dus mijn oor laten piercen. Volgens de vereniging van kwakzalverij heb ik mijn geld in een diepe put gegooid zonder dat het ook maar iets opleverde, maar ik zie dat anders.

Waarom is er zoveel weerstand tegen iets dat mensen helpt door te kijken naar energiebanen? Alles is energie. We zijn zo ver afgeraakt van de natuur. Hoe kan de medicinale werking van een plant weggezet worden als kwakzalverij, terwijl alle zooi van de farmaceutische industrie je door je strot geduwd wordt met alle (soms gevaarlijke) bijwerkingen van dien?

De vereniging voor kwakzalverij vindt de natuur gevaarlijk. Ik vind hen gevaarlijk. Niet alles is meetbaar. Vertrouw eens op de vele reacties van de mensen die uit ervaring spreken, die wéten dat iets werkt. Als je nooit openstaat voor wat je niet ziet mis je de mooiste dingen in het leven.

Hangmat

‘Een Wajong uitkering is een vangnet geen hangmat’

Stel je eens voor dat je geboren bent met een erfelijke aandoening. Een aandoening die ervoor zorgt dat je gewrichten niet goed op hun plaats blijven zitten. Een aandoening die al vanaf jonge leeftijd zorgt voor serieuze vermoeidheid en pijn. Een aandoening die ervoor zorgt dat je gewrichten uit de kom gaan en er daarmee voor zorgt dat ze al op jonge leeftijd verslijten. Die zorgt voor scheurtjes in pezen en daarmee ontstekingen veroorzaakt. Stel je eens voor dat je geboren bent met EDS; het Syndroom van Ehlers-Danlos.

Heb je beeld?

Vast niet, het is namelijk lastig je voor te stellen wat de impact is van deze relatief onbekende aandoening.

Artsen hebben er wel van gehoord, maar zijn vaak van mening dat je het niet zult hebben omdat het zeldzaam is. Artsen schuiven het probleem van je hypermobiliteit door naar therapeuten die staan te popelen aan de slag te gaan met het sterker maken van je spieren door keihard te trainen.

Jij wilt normaal functioneren en af van je pijn en zet je dus voor tweehonderd procent in. Gevolg? Grotere problemen, pijn die verder gaat dan spierpijn maar je bent geen watje en zet dus door. Tot je steeds verder over de grens gaat en last krijgt van vervelende blessures. Het syndroom van Quervin, tennisellebogen, problemen met de kniebanden, schouders, enkelbanden, misschien een hernia of twee. Hoofdpijn, pijn in je nek, het breidt zich uit.

Je bent nog jong, nog geen twintig en je lijf voelt als dat van een bejaarde. Sporten is goed voor je, goed voor de conditie, voor de coördinatie (die toch al niet je van het is), voor de spierkracht en voor de sociale contacten, maar sporten is ook frustrerend want jouw lijf doet niet wat jij wilt. Anderen lijken tomeloze energie te hebben waar jouw energie blijft steken op vijftig procent. De blessures maken je onzeker, je houdt je in en je coaches spreken je daar op aan. Je zet je niet genoeg in, maar je doet toch wat je kunt?

Aan het eind van een schooldag ben je kapot, maar je moet aan het werk, want werken hoort erbij en je bent jong en je wilt wat. Ervaring opdoen bijvoorbeeld, voor later.

Heb je nu een beeld?

Welkom in de wereld van een puber met EDS, of een andere chronische aandoening. Een puber die op school zit, een vak leert, zich inzet voor zijn of haar toekomst. Een puber die leeft met beperkingen waar de gemiddelde gezonde volwassene zich niets bij voor kan stellen. Die leeft met een grote onzekerheid, is werken weggelegd voor mij?

Stel je nu voor dat je deze puber bent, of dat je de ouder bent van deze puber, deze jongvolwassene. Kijk nu nog eens met een open blik naar de plannen die dit kabinet heeft met deze chronisch zieke jongeren, met een jongeren met een beperking. Deze jongeren die al van jongs af aan moeten vechten voor een normaal bestaan. Vind je het dan nog terecht dat de kansen voor deze mensen stranden bij een bestaansminimum? Dat ze nooit hoger kunnen komen? Dat ze hun ambitie per direct in de prullenbak kunnen gooien voor ze een kans krijgen omdat ze niet in staat zijn volledig te werken door hun beperkingen?

Er moeten toch andere manieren zijn deze mensen een kans te geven op een toekomst, ook als ze niet in staat zijn veertig uur te werken? Mensen zijn waardevol, meer waard dan een leven op bestaansminimum of zelfs bijstandsniveau! Stel je voor dat het jouw leven betreft of dat van jouw kind? Bedenk je dan nog zo’n idiote maatregel? Of denk je dan iets verder dan je momenteel fantasieloze neus lang is?

‘Een Wajong uitkering is een vangnet geen hangmat’

Iedereen die denkt dat bovenstaand geschetste jongeling een uitkering ziet als hangmat heeft geen idee hoe een leven met een beperking eruit ziet. Dat is de grootste beperking van onze maatschappij.