Marktverwerkende zorg

Het gaat best goed in Nederland, zeker als je het vergelijkt met andere landen. We hebben nog steeds een vangnet, nog, want ik hoor en lees steeds vaker dat mensen maar moeten werken voor hun geld, dat de ander niet wil opdraaien voor de pech van de één. Iets wat ik totaal niet begrijp, niet omdat ik toevallig moet leven van een uitkering hoor, ik heb altijd al de filosofie gehad dat mensen die het goed hebben een zorgplicht hebben voor de mensen die het minder hebben.

Het is niet altijd een keuze, ziek worden kan iedereen gebeuren. Werkloos raken is echt niet altijd de schuld van incompetentie. Als je de pech hebt geboren te worden met een kneuzerig lijf worden je veel keuzes ontnomen. Daarnaast vind ik dat iedereen (nou ok, bijna iedereen) op zijn manier een belangrijke toevoeging is in deze maatschappij. Een maatschappij die steeds meer lijkt te moeten draaien om de ‘succesvolle’ mens. Succesvol dan in de betekenis van geld, want je telt pas echt mee als je pegels hebt. Ik begrijp dat echt niet, in mijn ogen ben je vele malen succesvoller als je iets goeds doet voor je medemens.

Dat brengt mij op de gekte in dit soms rare land. Een ziekenhuis dat failliet gaat, ik vind dat raar. Iedereen heeft recht op goede zorg, goede zorg die geboden kan worden op een plaats in de buurt, waarvoor je geen uur hoeft te rijden. Vroeger hadden we daar streekziekenhuizen voor, daar kon je terecht voor de basis. En toen kwam daar een briljant idee, laten we de ziekenhuizen privatiseren, dan besparen we kosten, wordt de zorg betaalbaar. Tja, de kosten rijzen de pan uit, zijn de patiënten nu echt zoveel duurder? Artsen zijn niet langer voor een vast loon in dienst, marktwerking. Er is geen overschot, niet iedereen kan arts worden, de opleidingen hanteren een lotingssysteem, een stop, stel je voor dat we teveel artsen in de markt hebben (was dat niet het idee achter marktwerking?).

In een open markt kies je je eigen hulpverlener, maar de verplichte zorgverzekeraar maakt slechts afspraken met een paar ziekenhuizen. Vrije keuze is pas vrije keuze als je over de brug komt met een paar tientjes extra, per persoon. Extra tientjes die er niet zijn in een huishouden waar de chronisch zieke al genoeg extra kost aan diëten en supplementen. Waar de eigen bijdrage in januari al op is, waar speciaal vervoer nodig is voor het extra wagenpark (zonder kom je nergens).

In een ideale, groene wereld zou je als energieleverancier zorgen voor zonnepanelen op ieder dak. Jammer dat de geprivatiseerde energieleverancier niet genoeg meer aan je verdient als je zelfvoorzienend wordt qua energie. Als je geld als belangrijkste doel stelt, als geld voor de gemeenschap komt zal er in dit opzicht nooit iets veranderen. De mensen met het grote geld willen meer, de mensen met minder moeten maar iets harder werken, iets meer hun best doen. De ‘gewone man’ op de werkvloer werkt zich uit de naad voor een minimumloontje terwijl de man (of vrouw) achter het bureau de lakens uitdeelt voor een breder bed.

Ik hou van ons kikkerlandje hoor, maar ik maak mij zorgen. Alles draait om de centjes en dat is prima in het bedrijfsleven, maar sommige dingen zijn belangrijker dan geld. Marktwerking en (halfbakken gereguleerde) zorg gaan niet samen. Dit geldt in mijn ogen ook voor de energiebedrijven, water en het openbaar vervoer. Daar hoort de mens op de voorgrond te staan, daar hoort men zich bezig te houden met maatschappelijk verantwoorde ideeën en niet in de eerste plaats met de centen.

Deze planeet moet langer mee en de mensen, planten en dieren erop ook, dat vind ik!

Verloren tijd?

Ik heb een probleem, een probleem met de tijd. Het is echt zo, zoveel plannen, zoveel te doen en effectief zo weinig tijd…

De tijd die ik ‘verspil’ (zo voelt het nog steeds) met liggen probeer ik zo functioneel mogelijk te benutten, maar (en dit is een grote MAAR) mijn hoofd heeft andere plannen. Zo heb ik vanmiddag liggend geskyped met Tamara en Mariska (mijn mede stichtingsgenoten), gebeld over de planning van de docu (ook liggend) en in plaats van dat ik dan energie overhou (hallo lijf, ik lig toch?!) kom ik alsnog energie tekort. Bellen kost energie, bakken energie. En zo lig ik alsnog met een dove en tintelende lip (met dank aan de dysautonomie) te liggen.

Ik had zoveel plannen voor vandaag, was bezig met wat vormgeef ideetjes, wilde eindelijk de administratie bijwerken, wat telefoontjes plegen (niet gelukt), wat opruimen (helaas), beetje plotten (wordt morgen), op Pinterest neuzen (ideetjes opdoen). Jammer joh, ik heb wat rondgeklooid en ik heb geskyped, dat was het dan voor vandaag.

Als je feitelijk kijkt wat er uit mijn handen komt op een dag is dat bijzonder weinig. Ik baal daarvan, ik zou mij het liefst opsplitsen in een stuk of vijf personen al vind ik die twee in mijn hoofd al lastig te managen, zou dus een enorme uitdaging zijn). Dan zou ik kunnen delegeren (want daar ben ik zo goed in), dan zou ik misschien eindelijk écht iets gedaan kunnen krijgen.

Ik moet nog steeds accepteren dat ik op sommige dagen genoegen moet nemen met slechts ‘zijn’, dat het is hoe het is, maar het is zo verrekte moeilijk. Ik wil zo graag ook daadwerkelijk iets doen! Ik wil niet hoeven kiezen tussen koken en de was doen of eventjes achter de computer. Ik wil allebei, maar dat past niet meer bij mij.

Ik heb een probleem, een probleem met de tijd. Voor je het weet, ben ik hem weer kwijt…

Losse schroefjes

Ik kan vandaag eigenlijk niet anders dan schrijven over iets dat een heel groot deel van mijn leven beheerste en blijkbaar nog steeds beheerst; mijn eeuwige zoektocht naar ‘wat is er mis met mij’ en dan in fysiek opzicht (alhoewel er mentaal ook wel wat steekjes los zitten, maar dat is een ander verhaal).

Ik heb het al vaker geschreven, mijn eerste klachten begonnen in de puberteit, veel blessures, veel ongelukjes als in domme struikelpartijen, veel gekneus en gekreupel. Naarmate ik ouder werd verergerden mijn klachten; bandenletsel, hernia’s, RSI, slijtage, kraakbeenproblemen, niets in dat opzicht was mij vreemd. Ik voelde mij wel vreemd, was de vreemde eend in de bijt, had altijd wel wat, waarom, waar kwam dat toch vandaan?

Vijfentwintig jaar duurde de zoektocht naar een diagnose, een verklaring voor al die rare klachten, eindelijk had het beestje een naam. Het zijn maar drie letters, maar ze maakten een wereld van verschil. Deuren gingen open door die drie letters, maar vooral kon er een deurtje dicht in mijn hoofd. Het deurtje van ik ben toch niet gek, ik mankeer toch echt iets, toch?

EDS is erfelijk, er zijn richtlijnen en er is discussie over die richtlijnen. Wat te doen als je als moeder voelt dat je kind hetzelfde mankeert, nee, het is meer dan voelen, het lijkt gewoon een déjà vu. Je twijfelt, je doet het af als het zal wel niet, je probeert het los te laten, maar bent waakzaam. Je doet je best je kind te leren luisteren naar zijn lijf, zijn lastige lijf. In angst te overdrijven hou je afstand, probeer je je instinct te negeren, het stemmetje in je hoofd (het is er maar eentje) naast je neer te leggen, tot de huisarts het ook opvalt en zegt ‘vind je niet dat je fysiek steeds meer op je moeder gaat lijken?’.

Er volgen onderzoeken, er rijzen twijfels, erfelijkheid versus toeval. En dan blijkt opnieuw hoe belangrijk het is serieus genomen te worden. Weer bevind je je in een zoektocht, de geschiedenis herhaalt zich met één enorm verschil, je kind heeft iemand die weet hoe het is en heeft iemand die onvoorwaardelijk gelooft in de klachten. Je kind wordt gelukkig wel serieus genomen, ook al zijn er weer twijfels over de diagnose.

Dat laatste doet iets met je hoofd, mijn hoofd in dit geval. Omdat de puntjes scheef op de i lijken te staan, omdat er kleine verschillen zitten in de plaats van de problemen. Omdat de regels star zijn, onbuigbaar, omdat er nog zoveel onbekende factoren zijn. Jaren van ongeloof bundelen zich in mijn hoofd, maken dat de twijfel opkomt, zetten het deurtje weer op een kier. In plaats van te denken aan het meest logische, aan één plus één is twee, twijfel je aan de uitkomst. Lijkt twee ineens drie.

Ik denk dat 95% van mijn lotgenoten zich in dit misschien wat wazige verhaal herkennen en dat is schokkend. Zeg ‘ik heb reuma’ en geen mens twijfelt aan de diagnose. Zeg ‘ik heb EDS’en iedereen trekt alles in twijfel. Het is zeldzaam, is dat eigenlijk wel zo? Is het echt zo zeldzaam of is het te weinig gediagnostiseerd? Zoveel vragen, zo weinig antwoorden. Veel meningen, dat wel, van artsen, van lotgenoten, van patiënten, van onzekere mensen, wiens leven vaak letterlijk op losse schroeven staat…

Doelen…

Ik lees toch best regelmatig stukjes over fysieke doelen die mensen zichzelf stellen. Voor mijzelf vind ik dit best lastig, mijn systeem en doelen werken niet echt goed samen. Als ik iets in mijn kop heb wil ik het ook uitvoeren of het nu kan of niet en in dat woordje ‘kan’ zit nu net het probleem.

Doelen stellen is gevaarlijk voor mij, ik kan mijn wil niet goed uitschakelen. Mijn grootste problemen zijn hiermee begonnen trouwens. Ik moest herstellen van een hernia operatie en kreeg hiervoor een protocol. Mijn lopen werd per dag opgevoerd, een uur liggen en dan een x aantal minuten lopen. Ik nam dit protocol zeer letterlijk, op een gegeven moment liep ik na ieder uur rusten een half uur. Voor mijn rug ging dit wel, dat de rest van mijn onderstel dit niet kon, daar hield ik geen rekening mee. Mijn knieën gingen in rap tempo achteruit, mijn heupen wilden niet meer en toch liep ik star door. Als ik niet buiten kon lopen liep ik net als een ijsberende Dagobert Duck rondjes in de woonkamer.

Uiteindelijk bleek ook het herstel van mijn rug niet klakkeloos te verlopen en zag mijn fysio in dat dit doelen stellende protocol voor mij totaal ongeschikt was. Je hoeft mij niet aan te moedigen, je moet me juist afremmen. Doelen werken tegendraads, ik ga door omdat ik dat van mezelf moet en daarin blijkt mijn hoofd redelijk hardleers.

Daarnaast geven doelen een soort van competitiegevoel; kijk eens hoe goed ik het doe? Door het ‘zie mij eens goed presteren’ voel ik mij een complete mislukkeling. Ik wil ook zo graag die 100 (!) meter lopen! Het is helemaal niks en tegelijk zo ontzettend veel. Een rondje rond het blok met de hond, zo weinig en toch zoveel, té veel. Als ik het mezelf ten doel stel haal ik het, ik haal het uit mijn tenen, ik zet letterlijk mijn kiezen op elkaar en ga ervoor. Helaas blijkt telkens weer dat het niet kan, blijk ik met mijn willetje weer te ver over mijn grens te gaan en dat heeft achteruitgang tot gevolg.

Ik snap dat dit voor veel mensen misschien lastig te begrijpen is. Je kunt het toch? Misschien wil je toch niet graag genoeg? Geloof mij maar, ik heb jaren ervaring, willen en kunnen zijn twee heel verschillende dingen. Zelfs langzaam opbouwen is geen garantie voor behoud van functie. Het is natuurlijk beter, maar voor mij kan zelfs een verkeerd opgetild been al een hele lading ellende opleveren.

Ik stel mij wat dat betreft dan ook een ander doel in mijn leven. Een doel zonder competitie of concurrentie. Een goed doel, een doel dat ik grotendeels liggend kan bereiken. Ik zet mij in waar ik kan en ben gelukkig met de mogelijkheden die ik heb. Mijn doelen zijn mentaal en niet langer fysiek. Ga ik vooruit, super! Wil het allemaal even niet, dan probeer ik het los te laten, dat werkt voor mij toch echt het beste…

Over beloning en boete

Wat was het mooi en bijzonder, wat heb ik een gevoel van trots als ik terug kijk op het afgelopen weekend. Wat heb ik een ideeën die ik uit wil werken en wat werkt mijn lijf me tegen. Het weekend is om, de beloning is het aantal geweldige reacties en de boete heeft zijn intrede gedaan.

Jammer is dat, dat ieder uitstapje gevolgd wordt door consequenties. De consequentie van afgelopen weekend zijnde dat mijn lijf brandt en klopt. Ik zie eruit alsof ik nachten heb doorgehaald en zo voel ik me ook. De vermoeidheid heeft toegeslagen en flink ook. Mijn schouders zijn warm en ze branden, het teken van een ontsteking, overbelast. Een wijze les, niet meer op stap zonder Alex.

Logisch ook eigenlijk, ik heb Alex natuurlijk niet voor niets. Ik heb de neiging mezelf ‘beter’ voor te doen, ik voel mezelf in gezelschap van lotgenoten altijd een aansteller. Heb altijd dat gevoel dat anderen er beroerder aan toe zijn en daardoor vergeet ik compleet mijn eigen grenzen. Het is voor mij zo dubbel, aan de ene kant is er de herkenbaarheid, aan de andere kant voel ik mij een buitenbeentje. Je zou denken dat ik de ontkenningsfase inmiddels voorbij zou zijn, maar dat is niet helemaal waar.

Ik kijk en ik vergelijk. Daarbij kan ik in mijn hoofd nog altijd meer dan dat ik eigenlijk echt aan kan. Ik worstel op de momenten erna met hoe ik het anders zou moeten doen. Ik moet echt eens gaan leren waar mijn grenzen liggen en natuurlijk zal ik erover gaan, maar in dit geval had ik ook echt wel dingen kunnen voorkomen. Een wijze les, ik ben van het leren in de praktijk. Ik ben daarbij ook nog erger dan de ezel, ik stoot mij soms wel vijf keer aan dezelfde steen (op een andere plek, dat dan weer wel).

Het is een week van tegenstellingen; de foto’s zijn een beloning, de extreme vermoeidheid, de pijn is de boete. Geen ups zonder downs, geen high zonder low. Het is een week van beide, ach, ik voel dat ik leef, laat ik het maar zo zien 😉.

Enne deze poster is natuurlijk een absolute beloning 😉

Een bijzonder weekend

Afgelopen weekend mocht ik als onderdeel van Facing EDS naar Rotterdam om een volgende groep lotgenoten vast te leggen. Het is zo mooi om hier deel van uit te mogen maken, zoveel mensen die opstaan om ons te steunen, die samen met ons de strijd voor (h)erkenning aan willen gaan.

Het was spannend, een weekend weg zonder manlief, op eigen benen, zonder Alex (mijn elro). Alex paste niet in de bus van Mariska en daarmee gingen we van Breda (voor overleg) naar Rotterdam en naar de foto lokaties. Gelukkig mocht ik van iemand emotion wielen lenen, zodat ik in ieder geval zelf kon rollen. Drie jaar geleden deed ik dat voor het laatst en ik weet nu weer waarom ik Alex zo nodig heb. Mijn schouders zijn prut, mijn ellebogen schuiven alle kanten uit, ik heb het gedaan, maar moet nu de gevolgen daarvan ondervinden.

Het is dubbel, zelf rollen is voor het ego beter, het oogt een stuk stoerder dan me voortbewegen met het pookje, maar de gevolgen ondervindend mis ik dat pookje wel! Daarnaast heeft Alex in normale vorm ook het voordeel van de kantelstand, de ligstand en het betere kussen. Normaal, want na een opstootje met de toegangspoortjes en Alex kreeg ik een helaas niet goed passend kussen en zo zijn Alex en ik even iets minder goede vriendjes. Mijn bekken vaart er niet best mee, het blijft lastig, afhankelijk zijn van hulpmiddelen. Het lijkt wel alsof de leveranciers absoluut niet in de gaten hebben hoe belangrijk deze hulpmiddelen voor ons zijn. Hoe voel je je als je benen problemen hebben? Met een niet functionerend been? Alex vervangt mijn benen en als Alex dat niet goed doet zit ik met de gebakken peren.

Tamara kan nog een meter of 50 ‘lopen’, het is meer voortbewegen op niet functionerende pootjes, maar aldus haar leverancier is ze ‘gewoon mobiel’ en zijn haar aangedreven wielen (benen dus) niet belangrijk genoeg om te functioneren zonder storing. Hoe dan? Hoe zouden ze zich zelf voelen in zo’n situatie? Hoe kunnen ze dit zelf mobiel zijn vinden? Waarom snappen mensen die werken in zo’n bedrijf niet dat ze ons niet af kunnen schepen met niet goed functionerende hulpmiddelen?

Eigenlijk was dit niet waar ik het vandaag over wilde hebben, maar mijn hand leidt zijn eigen leven vandaag en ja, dit zijn ook dingen die boven water komen tijdens een weekend weg. Net zoals een mindervalide kamer met een deur met dranger. Gelukkig kunnen wij een been uitsteken, alhoewel, ik kreeg in stoel de deur gewoon niet open. Verder was het overigens echt prima geregeld en gelukkig zijn er genoeg vriendelijk helpende handen 😉.

Hoe een geweldig weekend verder verlopen is kun je lezen op onze Facing EDS pagina (www.facing-EDS.nl of http://www.facebook.com/Facing-EDS), daar komen ook de foto’s!

In de luiers…

Nee, geen zorgen, ik ben niet zwanger. Sterker nog, ik nader met rasse schreden het punt dat dat überhaupt niet meer gaat lukken.

Ik ben in de overgang, en niet zo’n beetje ook. Al tijden heb ik last van opvliegers, wapper ik me suf met mijn waaiertje (stuk karton) en is mijn maandelijkse ellende niet langer maandelijks. Voordeel is dat de tussenpozen langer worden, nadeel is dat er geen peil te trekken is op hoe lang (of kort). Ook qua heftigheid kan het nogal verschillen. De ene keer heb je een mini week, terwijl een week later de sluizen volledig open kunnen gaan en ik mij zo ineens bevind in een maxi maand.

Een ding is wel zeker, het komt nooit uit, het komt nooit gelegen. En dit weekend komt het zeker niet uit, maar daar heeft Murphy lak aan en mijn lijf ook. Gister begon de niet langer maandelijkse ellende en vandaag gingen de sluizen volledig open. En dan bedoel ik ook echt volledig. Er is geen redden aan, een slachthuis is er niets bij. En ik moest naar Rotterdam, dit weekend is het slechtste weekend qua timing wat je maar enigszins kunt verzinnen voor dit soort zooi. Na de halve ochtend op het toilet te hebben doorgebracht nam ik dan ook een (vind ik zelf) behoorlijk dapper besluit. Ik ga letterlijk terug de luiers in.

Ik toog op mijn scoot richting drogisterij om af te rekenen met mijn gêne. Ik moet denken in oplossingen, niet in problemen. Als ik dan ook maar iets geleerd heb van mijn aandoening is dat het wel. En zo stapte ik de winkel uit met super-super-super tampons in de ene hand en, jawel, een pak incontinentiebroekjes in de andere. Er was een drempel toen ik mij terugtrok op de badkamer, maar een mens moet wat. Thuisblijven was geen optie, ik moet fotograferen, alles is geregeld, dan mijn bips maar een keer echt in de watten leggen.

En zo ben ik vandaag echt terug in de peuterpubertijd, de tijd van ‘zelluf doen’ had ik al bereikt, de luiers gooi ik erin als bonus. Je moet er maar het beste van maken (al hoop ik echt oprecht dat de stortvloed morgen verminderd is). Dus zie je me morgen met een bips van het Kim Kardashian formaat, het is slechts tijdelijk, het is gewoon mij, de schaamte voorbij…

Tien in de kreukels

In navolging van het tv programma ‘Sophie in de kreukels’ volgt er een iets ander concept met het nieuwe ‘Tien in de kreukels’. Deze variant is echter niet gericht op het plastische deel, maar volgt Martine in gaat strijd tegen de fysieke kreukels.

Het zou zo de intro kunnen zijn van een nieuw programma toch? Nog accuraat ook, Tien ligt momenteel effies in de kreukels en dan bedoel ik meer dan ‘normaal’. Om in huis dingetjes te kunnen doen en mijn benen te sparen heb ik een trippelstoel. Nu ik door de verbouwing (daarover later meer) de hele verdieping berijdbaar heb gebruik ik deze trippelstoel meer dan eerst en dat is te merken (niet op de manier waarop je het zou moeten merken). De stoel heeft een afwijking naar rechts, wat maakt dat ik mezelf tegen moet houden en dat kan ik dus niet. Door deze druk is mijn linker been nu prut, ik kan er amper op steunen, het brandt en het steekt.

Mijn bekken deed van de week al vervelend, nu is mijn heup ook geïrriteerd en de SI-gewrichten gaan hun eigen weg (en dat is niet mijn weg). En dan hebben we het nog niet over de bovenkant van mijn lijf. In de kreukels dus, ik heb nog een dag of drie om te ontkreuken, rust dus. Niet omdat ik dat wil, maar omdat het moet. Ik lig dus verplicht voor de tv, alle Dance, Dance, Dance afleveringen terug te kijken.

Dit zijn de dagen dat je misschien wel het meest baalt van de kreukels, de dagen waarop je zoveel wilt (er staat een tafel vol keukenmeuk die de kast in moet op me te wachten) en zo weinig kunt. De dagen waarop ontspannen niet voorkomt in je vocabulaire.

Het komt wel weer goed hoor, geen zorgen, ik red me wel, maar ik deel dit toch. Omdat ik weet dat Tien niet alleen in de kreukels ligt, we zijn samen een grote kreukelboel, geen strijkijzer dat zich hieraan waagt…

Het groene monstertje

Klinkt als de titel van een kinderboek ofzo, de avonturen van het groene monster. Zou ook best een boek hierover kunnen schrijven. Het groene monstertje is iedereen bekend, je maakt mij niet wijs dat je nooit een klein steekje jaloezie hebt ervaren. Je wilt het niet, want het is een maatschappelijk ongewenst gevoel, maar het is denk ik een volledig normaal iets.

Jaloezie en afgunst worden vaak verward, maar het een is niet het ander. Bij afgunst gun je een ander iets niet, bij jaloezie zou je willen dat je iets zelf ook zou hebben. Het grote verschil zit in het kleine woordje, ook. Ik gun iedereen alles, echt waar, ik gun iedereen een mooi en gelukkig leven, zonder zorgen, dat leven gun ik mij ook. Ik ben best weleens een tikkie jaloers, op mensen met een goede gezondheid, mensen die gewoon alles kunnen, die niet na hoeven te denken over hun dagindeling. Op gewoon kunnen lopen, kunnen dansen, dagjes weg kunnen. Op mensen die geen pijn hebben, het zijn zulke simpele dingen. Dingen die je voor lief neemt, waar je (gelukkig) niet over na hoeft te denken. Dat ik daar een tikkie jaloers op ben wil niet zeggen dat ik het anderen misgun, het wil slechts zeggen dat ik het mezelf ook gun.

Tegenover deze gedachte heb ik gelukkig direct een grotere gedachte. De gedachte dat het altijd nog veel erger kan. Ik ben op dat moment onwijs dankbaar dat ik nog dingen kan ondernemen. Ik mag leven, de dankbaarheid overheerst het groene monstertje. Ook dat maakt het verschil, dankbaar zijn voor de dingen die je wel kunt overheersen en zetten je weer met je beentjes op de grond. Dankbaarheid maakt dat jaloezie niet omslaat in afgunst.

Het lijkt soms alsof ‘negatieve’ gedachten niet mogen in onze maatschappij. Alles moet licht zijn, vrolijk, positief. Ik ben van nature een uiterst positief persoon, maar ook ik heb een duister kantje. Het groene monstertje is mij niet vreemd, soms zie ik het vanuit mijn ooghoek voorbij schieten. Zie ik zijn staartje achter de kast zwiepen of zijn duivelsoortjes boven de stoel uitsteken. Het monstertje is best lief hoor, als je het toelaat, je vinger uitsteekt en het achter zijn oortjes krabt. Het laat je zien waar je stiekeme verlangens liggen, het houdt je een spiegeltje voor. Durf erin te kijken, omarm het en laat het los.

Eenzaamheid

Bijna iedereen heeft het weleens ervaren, eenzaamheid. Je kunt eenzaam zijn als je gedwongen thuis zit, maar je kunt je ook ontzettend eenzaam voelen in een groep. Als je er nét niet helemaal bijhoort, als je anders bent, omdat je niet lekker in je vel zit.

Eenzaamheid komt vaker voor dan je denkt, alleen zijn is bij tijden prima, wanneer wordt eenzaamheid een probleem? Het is een gevoel, niet iedereen die alleen is voelt zich eenzaam.

Toen ik net thuis kwam te zitten kampte ik met een hele lading frustraties, ik voelde mij nutteloos, overbodig en bij vlagen ook alleen en eenzaam. Ik lag achter de geraniums en de wereld draaide gewoon door. Mijn werk werd overgenomen door een ander (die dat anders deed, maar net zo goed) en mijn collega’s vergaten mijn bestaan (op een enkeling na). Het is normaal, het is goed, niemand is onmisbaar, maar pijn doet het wel.

Als je net ‘ziek’ bent is er aanloop, het is nieuw, mensen zoeken je op. Dan went het, mijn bed in de woonkamer went, het wordt normaal. De mensen om je heen pakken hun leven weer op, zijn druk met anderen, met hun werk, hun gezin. We wachten op het appje, op een kaartje, een belletje misschien. Dat is dan ook meteen het probleem, dat daar is het begin van het gevoel, op dat moment sluipt het je leven binnen, we wachten en verwachten.

We verwachten dat de mensen naar ons toekomen, we wachten en verwachten, maar kijk eens eerlijk naar jezelf. Hoe veel aandacht had je zelf in je drukke leven voor die langdurig zieke collega? Het leven gaat door en als je niet van jezelf laat horen raak je in de vergetelheid voor de mensen waarbij je niet in de top tien (of misschien wel top vijf) staat (of ligt).

Eenzaamheid, ook ik voelde mij best eenzaam, maar ik heb geleerd dat wanneer ik mij het liefst wil verstoppen achter de gordijnen (de winterperiode), met Netflix op repeat (omdat niets doordringt in mijn mistige brein), ik zelf ook initiatief mag nemen, nee moet nemen. Er zijn mensen genoeg om mij heen die graag een bakkie komen halen, ik zit ze niet in de weg als ik ze vraag bij mij te komen. Maar ik moet wel zelf die stap zetten.

Mijn leven staat niet langer ‘on hold’, ik doe mijn ding, soms alleen, maar dan omdat ík daar voor kies. En als ik behoefte heb aan iemand, dan geef ik dat aan. Ik verwacht niet meer en daardoor wacht ik niet meer. Het leven is echt een feestje waarbij je zelf de slingers op moet hangen…