Hokjesgeest

Ik wilde iets schrijven over de drang van mensen om te vergelijken. Eigenschappen, aandoeningen, mate van problemen. Alles wordt met elkaar vergeleken. De drang om dingen in pasklare hokjes te stoppen is enorm groot. Alsof de oplossing voor iets komt zo gauw het in dat hokje past. En als het nergens in past is daar alsnog dat hokje dat aangeeft dat het nergens in past. Het vreemde hokje, of het vervreemdende hokje misschien wel. Het hokje geeft houvast. Er lijkt angst voor het leven in de vrije ruimte. En terwijl we zo hard schreeuwen om vrijheid houden we vast aan grenzen. Aan begrenzen. Waar we tegelijk keihard tegenaan schoppen. We overschrijven grenzen met als enige duidelijke reden het overschrijden ervan.

Het gebeurt onder lotgenoten, dat vergelijken. Ik ben er erger aan toe dan jij. Of juist niet, dat kan ook. De aandoening die verwordt tot een vorm van competitie. Jij een rolstoel? Dan moet ik er ook eentje. Misschien komt het voort uit een onderliggend soort onzekerheid. Misschien is er het gevoel dat je serieuzer genomen wordt als het resultaat van je aandoening serieuzer lijkt. Lijkt, want het feit dat iemand in een rolstoel zit zegt niets over de ernst van de situatie. Er zijn ontzettend veel mensen die in een beroerdere situatie zitten en toch nog rondlopen. De rolstoel zegt niets over de aandoening en toch is het voor veel mensen een enorm schrikbeeld. Alsof niet meer kunnen lopen een eindstation is. Soms is het juist een begin. Soms is juist dat schrikbeeld het begin van een nieuw soort vrijheid.

Vergelijken geeft ons een idee waar we staan in het leven, zou dat het zijn? Dat je weet waar je staat op een schaal van nul tot honderd? Of je ergens een middenmoter bent of dat je excelleert op een bepaald punt? Willen we niet allemaal ergens in excelleren? Is dat niet een belangrijk onderdeel van ons bestaan in deze huidige tijd? En als we niet excelleren, wat dan? Falen we dan jammerlijk of is dat ook maar net hoe je het bekijkt (en vergelijkt)?

Ik ben druk doende na te denken over bepaalde onderwerpen. Ik wil geen middenmoter zijn. Ik wil niet met mijn kop onder het maaiveld blijven. Ik wil niet hetzelfde zijn, ik wil een verschil maken in het leven van anderen. Ik wil mezelf zijn, zonder mezelf te hoeven vergelijken met een ander.

Iedereen heeft zijn eigen talenten en het is geweldig elkaar aan te vullen en samen te creëren. Het is mooi om de lijntjes tussen de hokjes te laten vervagen en te spelen met licht en schaduw. Met cijfers en letters, met kleuren en geuren. Ik wil me ontworstelen uit het keurslijf en leren kleuren buiten de lijntjes (lastig als perfectionist). Ik wil niet in een hokje passen, want dat hokje past nooit. De kaders zijn te klein. Ik heb ruimte nodig, ruimte die ik zelf in mag nemen. Soms weinig, soms veel, soms in licht en soms in schaduw. Maar altijd in de vrijheid van mijn eigen geest. Die me de weg wijst, de uitweg uit de wereld van de hokjes.

Foto Pixabay

Zelfzorg

Al jaren vliegen ze me om de oren. De oh zo ware, maar ook oh zo lastige spreuken. De quotes die roepen dat je eerst goed voor jezelf moet zorgen voor je goed voor een ander kunt zorgen. Of dat je eerst van jezelf moet houden voor je echt van een ander kunt houden. Zelfzorg dus.

Ik pretendeer best vaak best veel te weten, maar op het punt van zelfzorg faal ik jammerlijk. Vaak. Meestal. Ik kies bij veel dingen eerder voor de ander. Heb jij het druk, geen probleem, doe ik het wel. Zelfs als dat eigenlijk niet gaat. Ik vergeet met enige regelmaat dat ik degene ben die hulp nodig heeft als er geredderd moet worden. Niet alleen ontneem ik met deze keuze de ander de kans voor mij te zorgen, ik ontneem ook mezelf de kans voor mijzelf te zorgen.

Ik heb een enorme haat-liefde verhouding met thema’s als hulp vragen en hulp nodig hebben. Het blijkt een terugkerend fenomeen in mijn leven en ik denk dat dat het blijft tot ik ga inzien dat ik beter voor mezelf moet (mag) gaan zorgen. Wat is het toch dat ik hier zoveel moeite mee heb? Ik ben denk ik ontzettend bang voor een woord dat in mijn ogen altijd een zeer negatieve intonatie heeft gehad. Egoïsme.

Even terug in de tijd, naar mijn jeugd. Ik ben (net als heel veel andere vrouwen) opgegroeid met het voorbeeld van een moeder die altijd klaarstond voor anderen. Meer dan dat zelfs, mijn moeder vergeet in de zorg voor anderen (in mijn ogen) vaak zichzelf. Dat is niet negatief bedoeld, het is een mooie eigenschap, maar als je daarin jezelf vergeet, wat ben je dan eigenlijk waard?

Een thema waar ik momenteel behoorlijk mee worstel. Het is dubbel, aan de ene kant is daar de hulp die mij geboden wordt en aan de andere kant is daar het voorbeeld uit mijn jeugd dat nog steeds onveranderd doorgaat, het altijd klaar willen staan voor de ander.

Ik ben mezelf voorbij gelopen. Zonder te groeten, zonder mezelf zelfs maar te ontmoeten. Misschien zelfs zonder ook maar een vriendelijk hallo. Ja, een gemeende glimlach voor anderen, een liefdevolle ontmoeting voor die vreemdeling, maar geen compassie voor degene die mij in de spiegel aankijkt. In mijn drang anderen te helpen vergat ik mezelf.

Gek genoeg gebeuren er op werkelijk alle vlakken momenteel dingen die me dwingen mijn eigen gedrag onder de loep te nemen. Misschien is het de leeftijd. Misschien is het vooruitzicht Sara te zien (volgende week treed ik toe tot de club van de ouwe dozen) reden om dingen te veranderen. Wat het ook is, het is hoog tijd dat ik eens voor mezelf ga zorgen. Grenzen ga stellen en ze ook aan ga geven. Het lijkt zo eenvoudig, als je iets niet langer wilt stop er dan mee. Als iets niet langer gaat, doe het dan niet. Geloof mij maar op mijn woord, het is de moeilijke weg.

De tijd om goed voor mezelf te gaan zorgen is gekomen. Het is tijd dat ik eens écht vriendjes ga worden met mezelf, mezelf eens op de eerste plaats ga zetten en dat is dus precies waar het lastig wordt. Voor mezelf kiezen vergt een zekere mate van egoïsme en daar heb ik ontzettend veel moeite mee. Een van mijn oudste vriendinnen zei ooit dat ik de neiging heb negativiteit aan te trekken. Toen begreep ik niet wat ze bedoelde, inmiddels is dat kwartje gevallen en moet ik concluderen dat ze gelijk had. Ik wil graag de superheld zijn, ik wil graag mensen helpen, maar daarmee trek ik ook bepaalde dingen (en problemen) aan. Het is niet dat ik negatief ben of negativiteit aantrek, maar ik trek wel de problemen van anderen aan en trek me die vervolgens ook teveel aan. Een goede strategie om vooral niet teveel bezig te hoeven zijn met mezelf.

Het is echter tijd. Tijd om mezelf op die eerste plaats te zetten. Moeilijk, lastig, anders. Als je al bijna vijftig jaar doet wat je deed zijn veranderingen lastig, pijnlijk soms zelfs. En toch ga ik het doen. Ik ga in gesprek met mij en ik ga proberen open en eerlijk te luisteren. Ik ga mijn grenzen aangeven en ik ga mezelf met een andere blik te bekijken.

Omdat ik het waard ben.

Doorslaand succes?

De mensen die mij goed kennen weten dat ik een ‘all or nothing kind of girl’ ben en dat ik zelfs in deze alles of niets ontzettend kan doorslaan. Vooral in de alles ben ik een doorslaand succes (of compleet niet). Ik zal even kort illustreren hoe dat werkt in mijn hoofd. Een uitstapje. Een inkijkje in het hoofd van Tien.

Waar te beginnen. Ik ben een wilspelturig stuk vreten, maar dan echt. Als ik besluit te gaan schilderen koop ik een compleet assortiment aan kwasten en kleuren, aangevuld met canvassen en boeken over structuren. Als ik ga knutselen met keien (ik doe niet aan kleien), oftewel happy Stones ga tekenen, sla ik alle verschillende soorten tekenstiften in. Je weet maar nooit wat je nodig gaat hebben toch? Als ik besluit dat ik een plotter koop schaf ik er direct een kast vol shirts, rompers en truien bij aan en als ik een boek schrijf en laat drukken, doe ik dat goed. En in ruime hoeveelheid. Misschien heb je nu een beetje een beeld van onze zolder, waar de spullen belanden die ik toch niet gebruik. Of de kelderkast, of mijn knutselhok. Alles staat vol met zooi van mij. Allemaal dingen waar ik vol overgave aan begin en wat ik (na alles volgt niets) weer pauzeer. Ik ga er vol voor, voor zolang het duurt.

De afgelopen week heb ik mij ondergedompeld in de wereld van het voedsel. Het gezonde voedsel welteverstaan. Ik las over koolhydraten en vetten, eiwitten en vezels en alles daartussen. Ik wil stabiele bloedsuikers, meer energie en minder buikpijn. Ik ben gevoelig voor marketing en sla helaas net zo hard door in een startend dieet als in het kopen van hobbymeuk. Koken is zeer zeker geen liefhebberij van mij. Gelukkig heb ik een zeer lieve hulp die het én leuk vindt én goed kan, dus ik lever de boeken en zij regelt de rest.

Keto werd het. Koolhydraat arm. Nou, meer dan arm eigenlijk. Ik hield me braaf aan de regeltjes en kreeg de keto griep. Ik voelde me beroerd (teken dat het werkt naar het schijnt), was misselijk en had buikpijn. Na het eten gaf ik het gevoel een volgepropte kalkoen te zijn en tegelijk had ik een ontzettende zin in chocola. Ik deed het niet. Ik ben sterk, maar werd ook verscheurd door twijfels. Dat lijf en die ongemakken, die kan ik wel aan, daar heb ik enige ervaring mee, maar dat hoofd is een ander verhaal. Ik denk teveel, veel te veel. Mijn hoofd is als Route 66, aangevuld met een compleet scala aan bezienswaardigheden. Ik weet niet wat te kiezen en vooral niet wanneer. Teveel opties. Teveel mogelijkheden. Teveel boeken. Teveel van alles tegelijk.

Iedereen om mij heen haalt zijn schouders op. Ze doet het weer. Ze slaat weer door in een één of andere hype. Ze gaan erin mee, want ze houden nu eenmaal van me, maar dit keer trapte ik zelf op de rem. Gezonde keuzes hoeven geen doorslaand succes te zijn. Gewoon gezond, zonder pakjes, zonder zakjes. Minder in koolhydraten, meer in vetten en vooral geen suiker. Noten, zaden, groenten en wat fruit. Beetje Griekse yoghurt en matig met vlees (wil toch ook werken aan mijn ecologische voetafdruk).

Succes kan ook een succes zijn zonder erin door te slaan. Ook dat is een succes, misschien wel mijn grootste ooit.

Even zuchten… en door

De familie Meiland zit even in de bijstand. Het klinkt als het begin van een één april grap. Of als de openingszin in Boulevard. Of van een column van Angela de Jong, al zou het bij de laatste twee wat spitsvondiger zijn waarschijnlijk. Ik vind weinig van dit programma. Probeer sowieso wat minder van dingen te vinden, want wat doet het ertoe wat in vind, helemaal niets. Totaal onbelangrijk en niet het vermelden waard. Het gaat me in dit stuk dus ook niet om het programma. Het gaat me om de ongefundeerde mening van mensen die kijken, of niet. Ook die hebben een mening.

Even zuchten… en door
Dat is wat ik zojuist deed. Ik zit bij de kapper, in de folies. Terug naar blond, om weer ongegeneerd domme dingen te kunnen roepen. Blijkbaar helpt het, is het een goed excuus. Niet dat dat me verder wat boeit hoor. Blond, bruin, roze, ik blaat gewoon door.

Even zuchten… en door
Ik citeer: ‘Maar waarom kan ze niet werken??
Ze heeft na het ongeluk nog wel een kind gekregen. Als iets zwaar is dan is het wel een zwangerschap.’

Even zuchten… en door
Ik citeer: ‘zijn genoeg mensen die roken en in de bijstand zitten dus kan ook niet toch’

Even zuchten… en door
Ik mis zo de empathie bij mensen momenteel. Er wordt zo makkelijk geoordeeld over mensen. Als je in de bijstand zit mag je niet roken, niet drinken, geen huisdieren hebben en best ook geen kinderen. De bijstand is een keuze. Je bent te lui om te werken, daarom kies je ervoor de hele dag op je gat te zitten en je hand op te houden.

Even zuchten… en door
De realiteit. Er zijn tegenwoordig steeds meer mensen die ziek zijn en in de bijstand belanden. Afgekeurd worden wordt steeds moeilijker in deze tijd. Ziek zijn kost de maatschappij geld en daar heeft de maatschappij geen zin in. Als je inzoomt op mensen die dit overkomt is er soms een beetje begrip. En soms ook niet, als mensen roken bijvoorbeeld. Of als ze een wijntje drinken (dat mag alleen als je Meiland heet en in de bijstand zit voor een tv programma). Of als ze huisdieren hebben.

Dat juist deze mensen veel stress ervaren door hun financiële situatie en daardoor lastiger kunnen stoppen met roken wordt over het hoofd gezien. Dat de prijzen voor sigaretten continu verhoogd worden en deze verhoging vooral de mensen treft die het sowieso financieel al zwaar hebben ook.

Huisdieren bieden steun, zeker in tijden van stress. Wie heeft er een enorme behoefte aan steun? De mens die het moeilijk heeft. Maar die kan het niet betalen. De dikke tweeverdiener wel, die kan zijn huisdier naar de opvang brengen ook. De bijstand vader of moeder kan slechts tijd bieden. Je zou ze toch nietwaar?

Even zuchten… en door
Soms ben ik zo klaar met de mensen in deze maatschappij. Ik mis de empathie, de verbinding, de liefde, de gunfactor. Ik mis de oprechte belangstelling voor de ander. Ik mis de samen in samenleving.

Op deze momenten is dit wat ik doe.
Even zuchten… en door.

Het leed dat marketing heet

Ooit deed ik een opleiding, nou ja, ik deed er meerdere, want ik verveel me nogal snel, maar ooit deed ik een opleiding marketing en management. Hierna ging ik werken op de afdeling marketing van een middelgroot bedrijf. Ik had precies wat ze zochten, een nogal bijzondere combinatie van interesses en opleidingen. Ik had zowel mijn export papieren als marketing diploma’s en was vormgeefster. Tja, ik vind nu eenmaal veel leuk en leer ontzettend graag bij.

Ik maakte verpakkingen, catalogi en schreef teksten voor van alles en nog wat. Vertalen deed ik ze ook nog. Laten we zeggen dat ik een uniek inkijkje heb gehad in de wereld der marketing. En laten we ook zeggen dat ik er, mede hierdoor, een haat-liefdesverhouding mee heb. Marketing is een mooi vak, maar het is ook een zeer discutabele tak van sport. Nou ja, dat hoeft niet, maar dat is het vaak wel. De Firma List en Bedrog ligt namelijk op de loer. Het hoofddoel van marketing is het ondersteunen van de afdeling verkoop en zo zoeken fabrikanten de randen van de waarheid op en rekken ze deze zo nu en dan ook wat extra op. Het doel heiligt de middelen, althans dat is wat ze soms echt wel lijken te denken. De grootste boeven op dit gebied werken misschien wel bij het Voedingscentrum. Zij bepalen wat gezond is, maar worden aangestuurd door, juist, de fabrikanten. Iets met wij van WC eend adviseren.

Waarom maak ik me hier vandaag druk om? Nou, ik ben me aan het verdiepen in keto. Een lifestyle volgens de een, een krankzinnig dieet volgens de ander. Het werkt, daar zijn de zogenaamde experts het wel over eens. Of het op de lange duur echt gezond is, daar zijn de meningen over verdeeld. Ik heb vandaag al een hele bende websites bezocht. Heb zoektermen verzonnen waar het Google van duizelt en een hele lading meningen gelezen. Orthomoleculaire voedingstherapeut één adviseert het, nummer twee plaatst er kanttekeningen bij en nummer drie heeft een totaal andere mening.

Wat is de bindende factor? Juist, marketing! Hoezo zul je zeggen? Nou, iedereen (bijna iedereen) die je online vindt heeft er iets bij te winnen. Ze hebben een werkelijk fantastisch kookboek geschreven (en ja, Tien heeft er alweer eentje in haar winkelwagentje gepleurd, want je weet maar nooit), of een complete methode ontwikkeld. Zolang mensen afhankelijk zijn van de verkoop van hun producten zul je, vrees ik, de waarheid niet vinden. En dus vertrouw ik maar weer op mijn eigen (hoop ik) gezonde verstand. Ik mix (eh, mijn geliefde hulp mixt) en (ik) match en ga proberen te luisteren naar mijn lijf. Wat best lastig is gezien het feit dat mijn hoofd al deze verschillende theorieën half opslaat en te pas en te onpas naar voren brengt.

Marketing heeft onze wereld verpest. We zijn ten slaaf gevallen aan het kapitalisme (goh, weer diezelfde conclusie) en we verpesten op grote schaal niet alleen onze gezondheid, maar ook die van onze planeet met producten die we niet nodig hebben, maar die oh zo verleidelijk gemaakt worden. Het leven wordt er zo niet makkelijker op. Misschien moet ik daar eens een boek over schrijven. Of wacht, dan moet in het weer promoten met misschien wel halve waarheden. Weet je wat, koop mijn andere boek maar, dat is tenminste gebaseerd op echte ervaringen…

Consuminderen

Ik zie ze vaker voorbij komen, berichten over de kledingcontainers. Over de enorme hoeveelheden slechte kleding. Nou ja, kleding van slechte kwaliteit moet ik zeggen, want het een zegt meer over smaak, terwijl het andere meer zegt over bijvoorbeeld materiaal. Mensen mikken van alles in de kledingcontainer, ik ook. Al probeer ik mijn gedrag in deze te veranderen, want de kledingberg in Afrika wordt een soort van tweede Tafelberg. Ik denk niet dat mensen in een kabelbaan gaan zitten voor bergen kleding, bij zonsopgang, of zonsondergang. Misschien in de toekomst, om te laten zien hoe onnozel de mens ooit was.

Wij mensen zijn in staat tot geweldige dingen. Onze creativiteit lijkt grenzeloos, maar met die mogelijkheden komt ook een bepaalde verantwoordelijkheid. We hebben in het verleden al vaker laten zien dat dat een puntje van aandacht is. Dat we niet zo goed in staat zijn onze verantwoordelijkheid te nemen. Dat het ego een grote plaats inneemt en dat we veel dingen willen, gewoon omdat het kan. Of omdat we denken dat het moet kunnen.

Met we bedoel ik overigens niet iedereen, want er zijn gelukkig echt wel mensen die hun verantwoordelijkheid nemen en niet iedereen is zich simpelweg bewust van het feit dat de dingen anders moeten. Al zit je dan best diep met je kop in het zand, maar goed, ik ben ook niet blind voor de struisvogel in mezelf.

Steeds opnieuw neem ik me voor te veranderen. Geen nieuwe kleding meer te kopen, ik heb zat in de kast. Maar tegelijk ga ik nogal eens voor de bijl als ik op internet scroll en een shirtje zie in een kek kleurtje. Bestellen is zo simpel, met één druk op de knop is het gepiept. Nog zoiets dat ik aan moet pakken trouwens, het online bestellen. Super fijn, voor mij als weinig in de stad komende roller, maar een crime als het gaat om bewust burgerschap. Gemak dient de mens, maar vaak niet de natuur.

Iedere keer als ik zo’n bericht lees over hoe verschrikkelijk veel afval we produceren neem ik me voor te veranderen. Mode is wat dat betreft natuurlijk eigenlijk een verschrikking. Waarom ieder jaar een nieuwe kleur, een ander model? Waarom alles vervangen, terwijl het gewoon op ieder front nog prima in orde is? Niet dat ik dat doe trouwens, dat kwartje is inmiddels wel gevallen. Alles wat uit de mode is, komt er ooit wel weer in. Ik zou willen dat ik mijn spijkerjasjes met buttons uit de jaren tachtig had bewaard, al weet ik niet of ik er nu nog in zou passen.

We hebben complete industrieën bedacht met geen enkel ander doel dan consumeren. We houden ons voor dat het nodig is, mensen moeten toch geld verdienen, maar als we zouden consuminderen hielden we geld over. Hoefde niet ieder stel met zijn tweeën te werken. Konden we gewoon samen in het park zitten op een kleedje. Hadden we meer tijd in plaats van geld, zou dat nu zo erg zijn?

Aandacht voor elkaar en voor onze kinderen. Waarom voelt het voor veel mensen als een stap terug terwijl nu echt niet alles beter is? Misschien komt het omdat ik bijna vijftig wordt, misschien komt het verstand toch echt met de jaren. Of misschien heb ik een ander perspectief gekregen door mijn ervaringen aan de zijlijn. Voor mijn gevoel zie ik de zaken steeds scherper in een tijd van vervagende grenzen. Beetje bij beetje verandert mijn bewustwording in bewustzijn. En verandert consumeren in consuminderen.

Foto Pixabay