Proost

Waar ik ook kijk vandaag zie ik jouw naam. Ik zou willen zeggen dat ik je aanwezigheid voel, maar dat weet ik eigenlijk niet. Niet zeker in elk geval. Mijn rationele ik neemt het over op het moment dat ik kippenvel voel als ik aan je denk. Of je stem hoor in mijn hoofd.

Gek is dat, ik geloof zonder enige twijfel in leven na de dood. In een bewustzijn, waar we allemaal één zijn. In eeuwige liefde. En toch, als het om de manifestaties van datzelfde bewustzijn gaat doe ik de verschijnselen af als toeval. Of als: ik zal het wel verkeerd zien.

De veertjes die plots voor mijn voeten verschijnen als ik het universum of een specifiek persoon die over is gegaan vraag om een teken. Het gevoel, in mijn hart, dat ik als niets anders dan pure liefde kan omschrijven, als ik aan iemand denk die niet meer hier is, maar daar, aan die andere zijde. Kippenvel, de goede variant, dat over mijn ruggengraat kruipt. De regenboog die vorige week plots achter mij verscheen op het gordijn, waar het onmogelijk kon verschijnen.

En nu, nu voel ik jou. In alles, overweldigend. Juist nu. Juist vandaag.

Vijftig zou je worden. We lachten erom, toen ik vijftig werd. Het was voor jou nog een paar jaar verwijderd. Jaren die jou ingehaald hebben.

En nu vier je vast deze dag op jouw plek daar in de wolken. Op een bezemsteel scheer je langs de regenboog. Een wijntje in de ene hand en een groot stuk taart in de andere. Een grote lach op je gezicht, het gevecht op aarde achter je gelaten.

Vorig jaar was de eerste verjaardag zonder jou, nu is het de alweer tweede. Tijd vliegt net zo hard als die bezem van jou.

Proost lieve Mel, op jou.

En op het leven, dat geleefd moet worden. Soms met pijn in het hart, maar vaker met liefde. Met gelach en gekkigheid. En als de lampen vanavond knipperen, weet ik dat jij het bent.

Zonder woorden. Het gebeurt me niet vaak, maar er zijn van die momenten dat woorden absoluut tekort schieten. Deze week zit vol van die momenten…

Waar te beginnen? Het begin was ergens vorig jaar, oktober om precies te zijn. Een telefoontje van mijn vriendin. We hadden elkaar al een tijdje niet gezien, zo gaat dat soms in een vriendschap. Zij had net een nieuwe baan, en een nieuwe liefde, dan lopen levens even niet synchroon en dat geeft niet. Er is tijd genoeg om de banden weer aan te trekken. Later. Denk je.

Het is een lang verhaal, dat zich afspeelde in slechts een paar maanden tijd. Ze was ziek. Ernstig ziek. Ze heeft ontzettend veel moeten doorstaan, maar ze vocht als een leeuw. Kuur na kuur bleef ze positief, het was nog geen tijd, ze was nog te jong.

Het valt je misschien al op, ik schrijf in de verleden tijd. Zo snel gaat dat soms, zo snel haalt het iemand in. Zaterdag werd ik gebeld, of ik haar nog wilde zien. Hoe doe je zoiets? Afscheid nemen, wat zeg je tegen iemand die gaat sterven? Iemand die slechts anderhalve week daarvoor nog vol vechtlust zat? Ik snap het volledig, de keuze te stoppen met de behandelingen. Een mens kan veel verdragen, maar er komt een moment dat het klaar is. En dat moment was daar. Zo kom je ‘gewoon’ op bezoek en zo sta je een week later aan iemands sterfbed.

Gisteren is ze overleden, 48 jaar jong. Mijn lieve, sterke, stoere vriendin. Ik heb een dubbel gevoel, het is beter zo. Het is goed. Ze heeft genoeg geleden, ze heeft rust. En tegelijk is daar natuurlijk dat andere gevoel. Dat gevoel dat je overvalt als je haar naam ziet in je whatsapp lijst. Die naam zal steeds verder naar onder zakken, er gaan geen berichten meer komen. Tenzij ze dat voor elkaar krijgt, ze heeft altijd gezegd dat ze zou komen spoken.

Op deze momenten word je met je neus op de feiten gedrukt, je moet genieten van het leven. Iedere dag je momenten kiezen. En we weten het allemaal, we vergeten het alleen in de dagelijkse beslommeringen. Leef nu. Geniet nu. Je weet nooit wanneer jouw tijd op is…

Lief vriendinnetje, tot ooit ❤️