Verhalende ruimte

Ik werk aan mezelf. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal. We hebben allemaal onze eigen beperkingen. Overtuigingen die ons niet langer dienen. Allemaal ideeën die met de beste intenties in ons brein gestopt zijn, maar die ons niet langer vooruit helpen. Die ons juist tegenhouden. Klein houden.

Ik heb ze ook. Ik heb moeite mijn eigen ruimte in te nemen.

Het klinkt als een suf excuus dat coaches je aanpraten, maar het is waar. Momenteel loop ik tegen nogal wat mentale uitdagingen aan. Ik vond het altijd al moeilijk keuzes te maken, maar nu neemt het ernstige vormen aan. Dusdanig ernstig dat ik kan bevriezen bij de simpelste beslissingen.

‘Welke schoenen doe ik aan?’ Deze vraag kan in mijn hoofd enorme proporties aannemen. Zo groot dat ik letterlijk bevroren in mijn brein aan de keukentafel zit. Geen seconden, maar minuten. Vastgevroren aan mijn stoel. Niet in staat enige andere keuze te maken, of gewoon de vraag te beantwoorden.

Mijn rationale brein weet best dat dit geen rocketscience is. Dat ik een keuze moet maken en die handeling moet uitvoeren, maar het lukt niet. Het gaat niet. Ik ben bevroren in de tijd. Mijn zenuwstelsel neemt mijn lijf over. Volledig…

Dus heb ik hulp ingeschakeld. Het zit me in de weg. Nu mijn wereld op zo’n beetje ieder gebied groter wordt, begrenst mijn zenuwstelsel mij. Komen oude overtuigingen boven.

Het is hard werken. Veel harder werken dan ik ooit gedaan heb, maar ik ga het aan. Hoe oncomfortabel het soms ook voelt.

Ik verander. Ik groei. En dat gaat gepaard met het aankijken van oude angsten. Overtuigingen. Leren luisteren naar wat mijn lijf mij vertelt. Iets dat veel verder gaat dan slechts luisteren naar grenzen in de vorm van pijn.

Ons bindweefsel ís onze grens, in zijn meest letterlijke vorm. Misschien wil dit ons iets vertellen? Iets dat verder gaat dan ‘ja en amen’. Iets dat verder gaat dan een welgemeend ‘nee’?

Ik bewandel dit pad al een tijdje. Steeds een stapje verder. Probeer niet te verzanden of te verdwalen, maar wel mijn echte verhaal te achterhalen.

Op zoek naar verhalende ruimte, als het ware…

In de hoofdrol

Je kunt besluiten de touwtjes los te willen laten, maar als je diep vanbinnen voelt dat je toch echt iets te melden hebt en iets wilt bereiken, is dat best lastig. Het gevoel dat ik heb, is het beste te omschrijven als een innerlijke drang. Een innerlijk moeten dat zich slecht laat negeren.

Het is voor mij vergelijkbaar met mijn schrijven: als de inspiratie er is, moeten de woorden het digitale papier vinden. Ik kán het niet onderdrukken.

De wereld verandert, logisch ook, de tijd gaat door, de wijzers van de klok tikken ongenadig verder. De wereld van nu is niet meer de wereld uit mijn jeugd. Foto’s laten dat zien, films nog meer. De kleding, de haarstijl. Ik liep als tiener rond met schoudervullingen en haar alsof er een vliegdekschip op mijn hoofd stond. De voorkant getoupeerd, de bovenkant plat. Tja, die kon ik niet zien en met mijn toen al wankele schouders kon ik er niet goed bij. Voor lange mensen moet het een bijzonder gezicht zijn geweest. Ik droeg een glimmend groen metallic trainingspak met LA Gears, van die lompe schoenen. Mijn toenmalige vriendje was een gabbertje.

Als je de foto’s terugziet, krijg je hetzelfde gevoel als wanneer ik naar foto’s van mijn ouders keek: mijn vader met een BeeGees-kapsel en mijn moeder in een ultrakort rokje. Onvoorstelbaar. Al loop ik zelf nog steeds het liefst in mijn trainingsbroek met een veel te grote trui. Alleen glimt die broek inmiddels niet meer.

Terug naar mijn oorspronkelijke punt.
De wereld is veranderd. Ons politieke systeem verandert niet mee. We doen ons best, we zien dat de organisatie die ‘de overheid’ heet niet meer goed functioneert, we signaleren het allemaal, maar verandering gaat ontzettend langzaam. Het is een groot, log schip dat te traag in beweging komt. Regeringen blijven beloven de steeds groter wordende problemen op te lossen, maar die problemen zijn allang boven hun hoofd gegroeid. Ver boven hun hoofd.

“Simpel,” denk ik dan weleens. Je moet mij even bellen. Maar de kans dat dat gebeurt is klein. Out-of-the-box denken is niet de sterkste kant van Den Haag. En dat is op zich ook logisch: ze groeien erin op. Van een figuurlijke puber met grootse ideeën tot volwassenen die gewend zijn dat dingen nu eenmaal gaan zoals ze gaan. Idealisten haken vroegtijdig af of worden afgeschoten tijdens verkiezingen. Te klein. Te weinig invloed. Te weinig inzicht. En als ze het redden, verandert het systeem hun dromen.

Gisteren reed ik met zoonlief mee naar de supermarkt (ja, ik ben zo’n curling-ouder die ‘het kind’ even brengt bij slecht weer). Terwijl ik zat te wachten, dacht ik na over het leven. Ik kwam tot een conclusie: het leven is één groot verhaal. Een soort sprookjesboek. Het is hoe je een leven wéegt, hoe je het bekijkt, vanuit welke kant je kijkt. Keuzes worden gemaakt vanuit een bepaald oogpunt.

Het maakt uit hoe je opgroeit, waar je naar school gaat, waar je geboren bent. En het gaat niet eens zozeer over geld, status of macht, het is hoe je hebt leren dénken dat het verschil maakt.

Ben je in staat de wereld van een afstandje te bekijken, of zit je vastgeroest midden in het verhaal? Dát maakt het verschil.

Je bent hier op aarde om jouw eigen verhaal te schrijven. Je wordt met een reden blanco geboren. Wat je misschien gekozen hebt als missie weet je niet meer; dat blaadje is gewist om het je later te laten herinneren. Tenminste, zo zie ik het.

Maakt ook niet uit. Je wordt blanco geboren en de wereld ligt voor je. Open. Groots. Je kunt doen wat jíj wilt. Zijn wie jíj wilt zijn. Dat is een keuze. Jouw keuze.

Ik zeg niet dat verandering makkelijk is of makkelijk zal zijn, maar het is wél mogelijk, als je het wílt.

En dan zijn we terug waar ik begon. Dat systeem dat we ontgroeid zijn. Het werkt niet meer voor ons. Het is tijd om de wereld te herzien. Te leren van wat we minder goed hebben aangepakt. Eerlijk te reflecteren. En het dan anders te doen. Kansen te bieden. Kinderen te leren zélf na te denken. Zelf keuzes te maken. Te leren van het verleden en te leven in het heden.

Ik zeg het vaker: ik ben een idealist. Maar ik weet dat mijn beeld van de wereld mogelijk is, als er maar genoeg mensen geloven dat het kán. Doe eens een grote stap achteruit en droom een verhaal. Het verhaal waarin jij de hoofdrol speelt.

Wat zou jij willen?
Hoe zou jouw ideale wereld eruitzien?

Stop met denken in oorlog en verdeeldheid. Zet het nieuws uit. Sla de krant eens over. Droom van een toekomst waarin we blij zijn. Waarin we samen leven.

En denk dan eens na over hoe je die wereld in kleine stappen zou kunnen bereiken. Keuze voor keuze.

Ons leven is slechts een verhaal.
Waarin wij de hoofdrol spelen.
Op onze eigen manier.

Foto credits Mirella de Jong

De wereld van zwart en wit

Ik lees, het zal ook eens niet, een stukje op Instagram. Het gaat over een meisje dat transgender dacht te zijn en met dank aan haar christelijke achtergrond en overtuigingen inmiddels tot inkeer is gekomen. God heeft haar gemaakt zoals ze is en dat heeft zij inmiddels omarmd.

De reacties eronder gaan los, oordelen over het transgender zijn, over mentale stoornissen, over opvoeding en beweringen dat deze aandoening tot het rijk der fabelen behoort. Christenen die transgenders zien als puur kwaad. Ik lees over de hel en de duivel. God zou geen fouten maken is de algemene boodschap. Daar denk ik toch ietwat anders over.

Als God geen fouten zou maken, waarom is er dan oorlog? Waarom leven we dan in een wereld waarin zoveel jongeren worstelen met depressies? Waarom gaan jonge kinderen dan dood zonder ooit geleefd te hebben? 

Misschien raakt dit onderwerp mij omdat ik al vroeg leerde dat niet ieder antwoord in het boek te vinden is. 

Ik was twee toen ik voor het eerst geconfronteerd werd met de dood. Mijn zusje werd stilgeboren, dood geboren. Overleden voor ze überhaupt maar een dag mocht leven. Je zou denken dat je aan zoiets geen actieve herinnering hebt, en er dus ook geen problemen van ervaart, maar de realiteit is anders. 

Al mijn hele leven mis ik iets, ik kan alleen niet plaatsen wat, of wie. Volgens mijn moeder was ik ontzettend boos, op God, want wat moest ik met een baby die er niet was? Ik groeide op in een protestants gezin, een deels gereformeerde familie. We gingen naar de kerk, baden voor het eten, lazen uit de bijbel.

Mijn ouders deden alles goed, en toch ging het mis. 

Ik denk dat de eerste scheurtjes in het geloof voor mij in deze tijd zijn gekomen. Ik werd kritisch en bleef kritisch. 

Iedereen mag geloven wat hij of zij wil geloven, maar ik heb het gevoel dat een aantal gelovigen er een bijzondere mentaliteit op na houdt. Hoe kun je anders verklaren dat sommige priesters kinderen misbruiken voor hun eigen genot? Ze leggen de eed van het celibaat af om vervolgens hun lusten te botvieren op jonge jongens. En daar hebben deze daders vervolgens een mooi excuus voor, ze zijn bezocht door de duivel. Alsof al het kwaad hiervan afkomstig is.

De duivel verleidt de mens tot het doen van slechte dingen. Zoals Eva, die volgens het verhaal een hap nam uit een verboden appel. Foei! 

Ik snap de behoefte aan het geloof in iets hogers. Iets dat een vorm van richting geeft aan het leven, maar ik mis in veel gevallen de zelfreflectie. Ik mis groei, ontwikkeling en de wil om te leren.

De wereld verandert, maar het boek verandert niet mee. 

Geloof leidt in zoveel gevallen tot stilstand. Remt zelfs de menselijke behoefte zich te uiten. Hele gemeenschappen worden uitgesloten, buitengesloten. Door de mensen die prediken goed te zijn.

Ik besef dat ik het risico loop te generaliseren. Dat niet iedereen die gelovig is gelooft in deze rigide aanpak. Dat er ook kerken zijn die openstaan voor een andere aanpak. Maar bovenstaand bericht deed mij weer eens goed beseffen waar mijn afkeer voor veel vormen van religie vandaan komt. Ik verwerp het geloof niet, ik verwerp het idee dat je daarvoor moet stoppen met nadenken. 

De mens is een prachtig wezen, met grootse mogelijkheden en een onstuitbare drang tot groei. Conflict geeft je de mogelijkheid te groeien. Je eigen keuzes te maken. Voel je je een slachtoffer, of zet je je schouders eronder en maak je er iets van? Dat is jóuw keuze, niet die van een grootse held in de wolken. 

Jíj bent verantwoordelijk. Het is jóuw leven. 

Niet dat van een Godheid die aan de touwtjes trekt. Leg je leven niet in de handen van een ander, hoe groots of goddelijk die ander ook lijkt. 

Leef zelf. Denk zelf. Niet zwart. En niet wit. 

Diepgang als moedertaal

Al heel mijn leven hoor ik dat ik alles op mezelf betrek. Dat ik niet zo moeilijk moet doen. Dat ik op moet houden alles te analyseren. Dat ik dingen los moet leren laten. Me niet zo druk moet maken over dingen. En dat ik veel ben. Van alles, in alles.

Mijn hoofd staat nooit stil. Is nooit stil.

Het lijkt me heerlijk, gewoon een film of serie kunnen kijken zonder dat je hoofd honderd en één connecties legt. Een boek kunnen lezen zonder te bedenken wat de schrijver hier nu precies mee bedoelt en allerlei linkjes te leggen naar verleden, heden én toekomst. Gewoon, lezen wat er staat, gewoon kijken en genieten, zonder vragen en zonder antwoorden.

Werkelijk álles wat ik doe, zie of hoor vraagt om extra uitleg, om verdere verklaring. Ik heb bijna overal een eigen visie op. Of ik wil meer weten om die visie te kunnen vormen. Het maakt dat mijn interesse breed is en mijn gedachten alle kanten op vliegen. Dat ik duizend en één dingen opzoek op internet en behoorlijk wat bestel bij de boekenwinkel.

Ik wil weten, ik wil alles weten. En ik leg verbanden, ook als ik ze niet wíl zien.

Ik hou van praten, maar wil ook luisteren. Niet naar oppervlakkigheden, ik wil de diepte in. Ik wil horen wat mensen écht denken. Echt voelen. En ik voel ook. Ik voel mee. Lees tussen de regels door, al vindt niet iedereen dat even prettig. Ik pik de kleine woorden op, voel de intonatie, die me onbewust zicht geeft op achterliggende gedachten, die zo wellicht onbedoeld hun weg naar buiten vinden.

Uit alles wat ik hoor, zie en voel trek ik conclusies. Altijd, met mijzelf als uitgangspunt. Ik weet niet hoe ik de wereld anders moet interpreteren.

Misschien maakt dat dat ik soms dingen analyseer die helemaal niets met mij te maken hebben. Misschien maakt dat dat ik soms dingen aan elkaar knoop die los van elkaar zouden moeten blijven (be)staan. En misschien betrek ik zaken op mezelf die niets met mij te maken hebben.

Het is wie ik ben.

Het is de ik die denkt als een filosoof, voelt als een dichter en schrijft als een mens.

Met diepgang als moedertaal.