Tijd

Een bijzonder iets, tijd. Niemand heeft meer dan dit moment, dan dit moment in het nu. Gisteren ligt achter ons, morgen is nog niet gearriveerd -niemand weet trouwens of morgen voor ons wel zal arriveren-, nu is wat we hebben en toch gaan we bijna achteloos om met dat nu. We leven in het verleden, of al in de toekomst. We vergeten het nu, vergeten te genieten, vergeten dat we nu belangrijke beslissingen kunnen nemen. Steeds weer opnieuw, want iedere seconde geeft ons een nieuwe kans.

Er is veel geschreven over het fenomeen dat tijd heet. Bestaat tijd echt of speelt alles zich altijd af in dat nu? Alles tegelijk, op dit moment, verleden, toekomst, heden, allemaal gaande terwijl ik dit typ. Gek idee, maar volgens de kwantumfysica precies hoe het is. Mensen zijn gebonden aan tijd, tijd is een cadeautje, of toch niet? Iedereen zal dit anders ervaren. De één rent altijd achter de tijd aan, voelt de druk, wil van alles, maar redt het nooit. De ander zit zijn tijd uit, kan niet wachten tot hij om is. En weer een ander leeft voor het moment. Leeft in het moment. Hopelijk genietend van dat moment.

Zondagochtend is de perfecte tijd voor dit soort filosofische gedachten. Kopje koffie in het zonnetje, leerzaam boek op schoot, dan schieten dit soort gedachten door mijn hoofd. Ik vraag me met enige regelmaat af of ik mijn tijd niet zit te verdoen. Schreef het al eerder, dat gevoel dat mijn leven gepauzeerd is. Daar waar ik dat -tot kort geleden zelfs- zag als een soort straf, vraag ik me vandaag af of het niet eerder een zegen is geweest. Al die uren, minuten en seconden die ik na heb gedacht, over mijn doel, over mijn leven als arbeidsongeschikte. De strijd die ik heb gevoerd, hoe ik dit alles zag als nutteloos, mezelf zag als nutteloos. Hoe mijn beeld over de wereld, de maatschappij is veranderd. Iedereen heeft een doel en niemand is nutteloos. De maatschappij ziet de dingen zo zwart/wit en slechts in een economisch perspectief. Er is meer dan dat, veel meer.

Mijn lijf stond op pauze, mijn hoofd draaide op vol vermogen door. Ik kijk niet langer door dezelfde bril naar deze wereld. Mijn blik richt zich meer en meer naar binnen, als daar alles klopt, vertaalt zich dat vanzelf naar buiten. Ze zeggen niet voor niets dat geluk niet gebonden is aan een plaats, je vindt het in jezelf. Ook zoiets dat je gaandeweg leert. Ieder op zijn eigen tijd.

Je leven kan zomaar veranderen, door een verrassende foto, een gelezen of geschreven gedicht, door de glimlach van een vreemde. Zomaar in een enkele seconde, compleet onverwacht. Maar alleen als je ervoor openstaat, in het nu. De toekomst is altijd onderweg, het verleden ligt voor eeuwig achter ons. Omarm het nu, bewust en aanwezig.

Minuten gaan voorbij, maar het nu duurt voor altijd voort.

Loslaten

Het afgelopen jaar heb ik ontzettend veel geleerd. Over mezelf, onder andere, maar ook over het leven met mijn aandoening. Nu dacht ik over dat laatste best wat te weten, maar ik had het op heel veel fronten fout. Weet ik nu. Daar waar ik tien jaar geleden zocht en dacht te vinden, vind ik mezelf nu weer opnieuw uit. Ik had het mis, maar ik had dat mis hebben nodig om daar te komen waar ik nu ben. En verder, want er ligt nog veel moois in het vooruitzicht, daar ben ik van overtuigd!

Vorig jaar, ik denk ergens rond deze tijd, begon ik met een cursus manifesteren. Ik had er nog niet eerder van gehoord, maar wist intuïtief dat ik het eerder had gedaan, onbewust. Ik wilde (en wil) leren dit bewust(er) te gaan doen. Het klinkt simpel, manifesteren is bestellen, loslaten en verwachten. Het ís simpel, maar ons hoofd maakt het ons moeilijk, door in ons oor te tetteren dat het nooit zo eenvoudig kan zijn. Ons hoofd zaait twijfel en trekt ons in de richting van wat we dachten te weten. En zo kan iets dat simpel is moeilijk worden.

Cryptisch?
Misschien, maar verdiep je er eens in, het is een interessante reis. Wellicht leer je iets over jezelf, heb ik wel gedaan.

Ik ben er nog lang niet, en toch heb ik mega grote stappen gezet. Ik probeer mijn leven te veranderen, niet omdat ik zo ontevreden ben, want ik heb een prima leven. Ik ben gelukkig, kan genieten van de kleine dingen, maar toch verlang ik ook naar meer.

Het lastigste is het uitvinden waar je dan eigenlijk precies naar verlangt. Als je grenzeloos mag kiezen wat je wilt, wat wil je dan? Daar, in dat zinnetje, komen de grenzen van het hoofd boven. Onmogelijk, zegt het, want de wereld is niet grenzeloos, maar stel dat jouw hoofd het mis heeft?

Ik ben dus niet ongelukkig, zeker niet. Toch heb ik wel wat dromen, een boerderijtje, wat dieren, moestuin, ruimte, vrijheid. Dichtbij de natuur (heel belangrijk in deze), ja, daar gaat mijn hart wel sneller van kloppen. Een camper, beetje reizen, lijkt me ook geweldig. Mensen inspireren, iets dat ik altijd al heb gewild (en al jaren probeer trouwens), ook. En, misschien wel de belangrijkste in het geheel, gewoon gezond zijn.

Jaren heb ik gevochten met mijn lijf, tegen mijn lijf. Jaren heb ik getracht dat te accepteren wat ik eigenlijk niet wilde accepteren. Jaren heb ik geprobeerd te begrijpen wat ik mankeerde, moest ik voor mijn gevoel andere mensen overtuigen van het feit dat ik me niet aanstelde. Ik zocht naar het hokje waar ik in paste en toen ik dat hokje eindelijk vond gebeurde er van alles. Steeds meer leek mijn leven zich aan te passen aan dat hokje. Ik zal nooit weten in hoeverre het een het ander nu écht beïnvloedt, maar ik denk dat er zeker een verband is tussen de twee.

Dat laatste is een gevaarlijke uitspraak, gevaarlijk omdat mensen de noodzaak voelen je in je hokje te houden. Gevaarlijk omdat ze al snel roepen dat al je fysieke problemen dus toch altijd tussen je oren hebben gezeten. Dat je je dus toch hebt aangesteld (dat waar je juist zo hard voor moest vechten, om dat te ontkrachten). Alles waar je zo hard voor gevochten hebt teruggebracht naar een simpele conclusie, maar zo eenvoudig is het gewoon niet. De beperkingen zijn echt, maar tegelijk zijn ze niet onomkeerbaar. En dus heeft het hoofd invloed, meer dan je denkt zelfs.

Hoofd, ego, geest, lichaam, alles staat met elkaar in verband, heeft invloed op elkaar. Ik weet niet hoe het precies zit, maar ik weet wel dat er meer mogelijk is dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. De hokjes die me ooit steun boden, bieden nu juist het tegenovergestelde. Ze willen me op mijn plaats houden, binnen de grenzen van wat mijn hoofd voor mogelijk houdt en dat is zonde.

Ik laat me niet meer begrenzen, door niets of niemand en zeker niet door mijn eigen hoofd. Alleen ík voel wat er echt mogelijk is en ik weet dat het veel is. En alles wat daarvoor nodig is, is erin geloven…

Afrekenen

Ooit, hopelijk duurt het nog even, want ik ben nog lang niet klaar, komt hij, de rekening van ons leven. Dat moment dat we terugkijken en ons leven aan ons voorbij flitst. Welke keuzes hebben we gemaakt, wat waren de consequenties ervan en wie hebben we ermee geraakt (of gekraakt, want dat kan ook).

Een leven is een optelsom, we hebben allemaal plussen én minnen. Iedereen, echt iedereen, heeft goede en minder goede kanten. In de basis zijn we allemaal goed, alleen kunnen de keuzes die we maken veel richtingen op gaan. En ze kunnen daarmee anders uitpakken dan verwacht, of voorzien. Aan het einde van de rit zien we ze terug, zien we wat we geleerd hebben en moeten we daarmee in het reine komen. Dat denk ik tenminste.

Het houdt me bezig, niet de afloop, want ik denk dat mijn tijd nog lang niet gekomen is. Dat hoop ik in ieder geval, want er zijn nog wel wat dromen waarvan ik hoop dat ik ze uit mag laten komen. De tijd gaat zo snel voorbij, voor je het weet is het later. Als ik nog dingen wil is het nu de tijd het te gaan doen. Daarvoor moet ik wel afrekenen met wat beperkingen trouwens, maar ik denk dat dat kan. Ik denk dat mensen tot veel meer in staat zijn dan ze denken, dat de geest, je innerlijke ik, dat ze samen in staat zijn veel te helen. Ik geloof ook dat ik daarvoor goed in de spiegel moet kijken. Dat ik de confrontatie met mijn eigen ik aan moet gaan. En dan juist niet de strijd aan moet gaan, maar de liefdevolle benadering moet zoeken.

Gek genoeg vinden veel mensen dat lastig. We vinden vechten makkelijker dan elkaar en onszelf liefdevol behandelen, ergens gaat iets ontzettend mis. Misschien is het een verwrongen manier van zelfbescherming, jezelf openstellen en kwetsbaar opstellen is eng, want stel dat je hart gebroken wordt? We leven in angst voor dingen die juist gebeuren doordat we in angst leven. We moeten weer leren vertrouwen, op elkaar en op de kracht die groter is dan onszelf.

Ik worstel al jaren met het zogenaamde willen ‘pleasen’. Ik kan moeilijk nee zeggen. Het gaat beter, ik leer bijvoorbeeld steeds beter luisteren naar mijn lijf, maar nog altijd gaat dat gepaard met een ongemakkelijk gevoel. Mistermindset vertelde daar iets heel moois over, hij zei dat je beter eerst nee kunt zeggen en dat dan later alsnog kunt veranderen naar een ja, dan andersom. Met het ja zeggen geef je namelijk een belofte, ga je als het ware een verplichting aan. Als je eerst nee zegt, kun je altijd nog ja zeggen. Dan zijn mensen blij als je wel komt. Zeg je eerst ja en moet je vervolgens alsnog afzeggen, dan breek je een belofte. Met gevolgen voor beide partijen. Zo had ik het nooit bekeken, maar dat maakt natuurlijk dat je je zo rot voelt als je iets af moet zeggen. Een hele goede om in het achterhoofd te houden denk ik!

Ik dwaal weer eens af, maar wat maakt het uit, het is mijn stukje. Ik bepaal de route, van mijn stukjes én van mijn leven. Het is tenslotte mijn rekening straks, eentje die ik helemaal zelf in de hand heb. En nee, ik heb niet alles in de hand voor wat betreft wat er gebeurt, maar het is wel ikzelf die bepaalt hoe ik omga met dat wat ik op mijn pad tref. Ik kan ervoor kiezen een slachtoffer te zijn van de gebeurtenissen, of ik kan ervoor kiezen mijn hoofd hoog te houden en zoveel mogelijk te genieten van de mooie momenten. En te leren van de rest. Te letten op wat ik doe en zeg. Rekening te houden met anderen en liefdevol om te gaan met mens, dier en natuur. Een bron van inspiratie te zijn voor anderen. Zodat ik eindig in een dikke plus, voor mezelf én voor alles dat leeft.

Toen…

Hoe vaak lees of hoor je het niet, ‘toen was ik nog mooi’. De schoonheid van de jeugd. Alles nog strak (als je mazzel hebt, want je hebt niet altijd alles in de hand), geen rimpels, geen grijze haren.

‘Toen was ik nog mooi’, eigenlijk haal je jezelf naar beneden met zo’n uitspraak. Schoonheid is niet gekoppeld aan het wel of niet mooi zijn. Wat is mooi trouwens, wie bepaalt dat?

Ik was ook mooi, vroeger. Als ik foto’s zie denk ik dat ik er veel beter uitzag dan dat ik zelf zag. Ik zag vooral imperfecties, scheve tanden, grote oren, geen goed figuur, ik vond mezelf dik en lelijk. Ik was absoluut niet dik, en zeer zeker niet lelijk, maar één opmerking van een populair exemplaar van het andere geslacht kreeg vat op mijn brein en het leed dat onzekerheid heet was geleden. Zoveel impact kan een achteloze opmerking hebben. Zeker op het in ontwikkeling zijnde puberbrein. Hoe vaak maken we niet achteloos een opmerking over een ander, zonder ons te bedenken hoe die ander dat op kan vatten. Ik zou genoeg zelfvertrouwen gehad moeten hebben om mijn schouders op te halen, maar dat had ik niet. Ik was en bleef onzeker, zeker op dat vlak.

Nu ik de vijftig gepasseerd ben interesseert het me steeds minder wat anderen van me denken. Een van de voordelen van ouder worden, je hebt je prioriteiten wat beter op orde, want wat boeit het nou wat een ander vindt? Ik mag er trouwens nog best zijn, al klinkt dat ook wat sneu. Nog best. Alsof mijn beste jaren achter me liggen. Ik kan je vertellen dat dat zeer zeker niet het geval is, ik ben voorbestemd voor grootsheid. Als je dat zegt (en vóelt) trekt men al snel een andere conclusie. Doe maar normaal, de jeugd heeft de toekomst, maar deze vijftiger is nog lang niet afgeschreven. Het leven begint toch pas écht bij vijftig. Zelfvertrouwen verworven. Beter wetend wat je wilt (en vooral niet wilt). Wacht maar af, er liggen nog mooie jaren in het verschiet.

Het is jammer, dat we onszelf niet zien voor wat we zijn, mooie mensen, op iedere leeftijd. Of het nou de kreukelvrijheid van de jeugd is, of de wijsheid van de oudere mens, iedere leeftijd heeft zijn charme. Ik heb rimpels, meer dan eentje. Ik heb blubbers en rolletjes, mijn huid is niet langer strak, maar geeft wat (op bepaalde plaatsen zelfs veel) mee. Maar mijn lach is oprecht en mijn uitstraling meestal enthousiast en positief. Ik hou van het leven, al lijkt het leven soms te denken dat er nog niet genoeg uitdagingen zijn.

Ik voel dat er nog een mooie toekomst op ons wacht en leef daar dag voor dag naartoe. Genietend van het heden, en levend in het nu. Ik was mooi, en ben nu nog mooier. Ik ben zoals ik ben bedoeld!

Theaterwijsheid

Gisteravond ging ik met een van mijn vriendinnen naar theater, Michael Pilarczyk stond klaar om ons te helpen met wat rust in het hoofd.

Ik was er al eerder geweest, vorig jaar. Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik de helft van zijn waardevolle lessen blijkbaar weer verstopt had, ergens in mijn achterhoofd. Raar eigenlijk, ik ben nu een jaar bezig met het traject dat ga je mooiste leven leven heet. Ik lees, ik studeer, maar echt doordringen doen dingen blijkbaar op hun eigen tempo.

Gister heb ik geluisterd, beter geluisterd, écht geluisterd. Ooit leer ik het wel, mezelf afsluiten voor de innerlijke criticus die mijn ego heet.

Vorig jaar begon ik met het bijhouden van een dankbaarheidsdagboek, maar aangezien ik daar eigenlijk iedere dag hetzelfde in schreef ben ik er maar weer mee opgehouden. Als alle dagen hetzelfde zijn verandert er weinig. Het liet me zien hoe klein mijn wereld is geworden en begrijp me niet verkeerd, ik ben ontzettend dankbaar voor heel veel dingen in mijn leven, maar tegelijk is dat wat het is. Ik ben wel vooruit gegaan op een aantal gebieden, ik werk hard aan het afscheid nemen van mijn zinloze schuldgevoel bijvoorbeeld. Het dient mij niet. Het zat me enorm in de weg zelfs.

Ik las net een column terug van vorig jaar, eentje waar ik zelf van schrok. Soms leg ik de vinger serieus duidelijk op de zere plek. Ik worstelde er enorm mee, met dat schuldgevoel. Ik vond het ontzettend moeilijk mezelf op de eerste plaats te zetten. Het gevoel egoïstisch te zijn gaf (en geeft) me stress. Ik, die serieus volledige preken hou tegen vriendinnen, dat ze zichzelf op de eerste plaats moeten zetten, dat ze eerst van zichzelf moeten houden, die ik, die legt haar eigen wijsheid naast zich neer en voelt zich er zelfs schuldig over. Nou ja, voelde kan ik bijna zeggen. Ik ben er nog niet, maar ik ben wel op de goede weg en daarvoor ben ik mistermindset dankbaar, want vorig jaar, in het theater zag ik mezelf voor het eerst voorzichtig staan, daar in het middelpunt van mijn eígen leven.

Ik leef niet voor een ander, hoezeer ik die ander ook liefheb. Ik ben hier voor mezelf en het is hoog tijd om de touwtjes van mijn eigen leven wat strakker in handen te nemen. De afgelopen tien jaar heeft mijn leven stilgestaan. Ik heb mezelf mijn dromen afgepakt. Hoe positief ik dan ook mag zijn, ik heb in mijn zoektocht naar acceptatie ook mijn leven gepauzeerd. Dat is nu klaar. Het is tijd om weer op play te drukken. Het is tijd om te gaan ontdekken wat ík wil, wat ík uit dit leven wil halen. De mogelijkheden zijn er, ik moet ze alleen gaan zien, en er iets mee gaan doen.

Ik heb zo vaak geschreven dat ik niet afgeschreven ben, nu is het tijd om dat echt ook zo te gaan zien, te gaan ontdekken.

Ik ben klaar voor een nieuw begin. Ik ga mezelf herontdekken, met de kennis van alle boeken die ik heb verslonden, van alle cursussen die ik heb gedaan in mijn knapzak. Ik ga als een ware Douwe Dabbert de wereld ontdekken en in dat proces ontdek ik vooral mijzelf…

De waarheid

De wereld is gek, en ons kleine landje?
Nog gekker.

Ik lees een column in NRC, over dat gekke kleine landje van ons, waarin nu nóg meer gekte heerst dan normaal. Het heeft iets te maken met het songfestival, en natuurlijk ook zijdelings met de ‘woke’ cultuur. Dat laatste komt niet uit de column, maar wordt er wel aan de haren bijgesleurd door de (vaak vrouwelijke vijftig plus) visionairs die erop reageren. Alles is woke. Je kunt geen onderwerp verzinnen waarbij dat woord niet ergens voorbij komt. En de bedoeling van het woord is niet eens meer de betekenis ervan, maar dat terzijde.

De reacties op de column spreken over de waarheid. Alsof er zoiets bestaat. De waarheid is altijd afhankelijk van de bril die je draagt. De echte waarheid bestaat niet. De wereld is niet zwart/wit, dingen liggen altijd genuanceerder. Het is lastig, eerst even afstand te nemen van je woorden. Ze tot je door te laten dringen en je dan afvragen of het echt wel zo simpel is als jij het je voorstelt.

Er zitten zoveel stappen tussen ‘goed’ en ‘fout’. En zou je fout nog steeds zo fout vinden als je de bril van de ander draagt? Zoveel achtergronden, zoveel verschillende manieren om de wereld te bekijken. Het zou de leiders van de wereld goed doen hier rekening mee te houden (al is deze mening van ondergetekende dan waarschijnlijk ook weer heel woke).

Natuurlijk ging het in de column zijdelings ook om en over het songfestival, en natuurlijk werd in de reacties de identiteit (of eerder de verwarring daaromtrent) van de winnaar (en dan vooral de aanspreekvorm ervan) daarbij gehaald. Als iemand die wint non binair is, moet dat wel betekenen dat de uitslag beïnvloed is. Een non binair kan toch nooit een goed liedje vertolken en daarmee zoiets als het songfestival winnen, nee, daar zit vast een zogenaamde woke winstfactor achter, dat moet wel. Een groot schaduwkabinet, iets met de WEF 2030 agenda als achterliggende gedachte (want ook die wordt echt overal bijgesleurd).

Ik vind het allemaal prima, je mag je identificeren als man, vrouw en ook als noch man noch vrouw. Ik heb alleen wat moeite met de aanspreekvorm (hen), maar dat komt puur en alleen omdat mijn taalgevoel daar jeuk van krijgt, meervoud in enkelvoudige vorm gaat er gewoon niet in.

Terug naar de waarheid. De waarheid is geen waarheid, het lijkt slechts de waarheid, voor diegene met dat unieke uitgangspunt dat ons brein (gecombineerd met onze ervaringen) ons geeft. Die waarheid is voor niemand hetzelfde. Als jij als individu de wereld voor gek verklaard zul je moeten accepteren dat jij zelf deze wereld ook gek maakt. Jouw visie op de wereld is tenslotte niets meer of minder dan een spiegel die jouw blik op de wereld reflecteert.

Invalide

Hoewel ik best vaak bezig ben met taal sta ik lang niet altijd stil bij de betekenis van woorden. Veel valt of staat met de interpretatie en die hangt weer af van een hele lading factoren. Hoe ben je opgegroeid, wat is je opleiding, waar ben je opgegroeid, dat alles is van invloed op hoe jij een bepaald woord interpreteert.

Groot was mijn verbazing toen ik net een interview las in Libelle (nummer 17) waarin een vrouw vertelt over de aandoening van haar zoon en daarbij zegt dat het woord invalide letterlijk ‘minder waard’ betekent. De vraagtekens boven mijn hoofd waren al van afstand duidelijk, deze betekenis heb ik – als zijnde zelf een invalide – nooit eerder gehoord en vind ik echt onacceptabel.

Ik deed wat ik altijd doe ik zo’n situatie, Google is je beste vriend, soms. Nergens vind ik dit terug. Ik vind ‘iemand die door een gebrek beperkt is’ en ‘gebrekkig’, ‘mank’, ‘kreupel’. Ik vind ‘arbeidsongeschikt’ en zelfs ‘ongeschikt voor (vul maar in)’, maar dat alles zegt in mijn ogen niet minder waard, zeker niet als letterlijke betekenis. Ik vind het ontzettend triest dat iemand dan deze interpretatie geeft aan dit woord. Wat ik nog erger vind is dat het in ieder opzicht iets zegt over hoe je dan blijkbaar naar mensen met een beperking kijkt.

Minder waard.
Dat is nogal wat.

Zeker als je het in de context zet van je eigen kind.

Ik ben een invalide, of een nep-invalide, want tja, ik loop ook en ook dat geeft mensen een andere context. Ik leef met een beperking, het is wat het is. Ik word fysiek vaak behoorlijk uitgedaagd door mijn lijf, maar nooit ben ik gezien als minder waard, tenminste niet recht in mijn gezicht, en ik ben ook niet minder waard! Ik ben fysiek misschien wat onhandiger, wat uitdagender, wat ingewikkelder, maar ik ben zoveel meer dan dat! Ik ben dan misschien een invalide, maar ik ben ontzettend de moeite waard. Ik ben slim, ik ben creatief en ik heb een heleboel mooie en leuke kwaliteiten. Ieder mens is de moeite waard en ik ben daar geen uitzondering op.

Een invalide persoon is niet inferieur, niet minder de moeite waard, het leven is dan misschien wat uitdagender, maar zeker niet minder waard. Laten we het vooral ook niet minder waard maken.

Media

Ik zit heerlijk onder onze veranda, in het zonnetje, Libelle op schoot, kopje koffie op de leuning van mijn stoel. Genieten dit, met hoofdletter G. Ik lees, en luister met een half oor naar de radio, blèr zo af en toe mee met een bekend nummer (ok, meer af dan toe gezien ik luister naar muziek uit de jaren tachtig en dat nu eenmaal mijn tijdperk is en blijft, qua muziek dan). Een gevoel van geluk overspoelt me. Dít is het, dat geluk, de kleine momenten van pure vreugde. Die momenten moet je verzamelen, eh correctie, ik ben ontzettend dankbaar dat ik ze mág verzamelen. Dat ik ze kan en mag zien, voelen, ervaren.

Goed begin. Halve werk zeggen ze. Dat kun je niet zeggen van de in mijn ogen serieuze domheid van het medium dat media heet, meervoud dus. De door mij zo geliefde jaren tachtig nummers worden af en toe (eens per uur) onderbroken door het leed dat nieuws heet. Ik mijd het nieuws, het geeft ons alleen maar ellende. Ellende waar ik geen enkele invloed op heb. De wereld draait gelukkig gewoon door, ook als ik me onwetend houd van de negativiteit die erin zit. De mens maakt er nog steeds een zooitje van en deze mens staat daar maar niet teveel bij stil. Ik zit lekker in mijn eigen bubbel en ben van plan daar ook lekker te blijven. Hou me bezig met dingen die voor mijn eigen persoontje en mijn veilige omgeving tellen. Ik volg een cursus over communiceren met honden en lees me flink in over spirituele groei, doe aan soulsearching. Stapels boeken werk ik erdoor.

Ik werk aan ik, aan mijn innerlijke ik. Aan weer gezond worden, want ik voel dat ik daar nu mee bezig moet zijn. Wíl zijn. Maar ik dwaal weer eens af, het ging me voor dit stukje om de media. Het nieuws. Dat nieuws vertelde mij net dat je vandaag minder bang hoeft te zijn beboet te worden voor wildplassen en voor fietsen zonder verlichting. Nu hoef ik mij persoonlijk over geen van beide zorgen te maken. A, ik fiets niet en B ik plas ook niet wild. Ik plas rustig, gewoon heel saai op het toilet, bij voorkeur ons eigen toilet. Ik kan niet door mijn hurken in het gras of achter een boom plassen. Dan val ik om. Ik wil trouwens ook helemaal niet plassen in het wild, niet zo lang ik niet wild om me heen kan zwaaien met een natuurlijk aangeboren verlengstuk. Ik waag ik mij er niet aan. En aangezien ik dat verlengstuk niet in mijn nabije toekomst aan zie groeien hou me gewoon rustig bij het toilet.

Wat maak ik me dan druk over zo’n bericht? Nou, ik vind het nogal stompzinnig om op nationale radio een bericht te doen uitgaan dat er vandaag niet beboet wordt op fietsen zonder licht (en wildplassen). Dat licht vormt namelijk een lichtpuntje in de duisternis, het maakt dat mensen gezien worden. Door automobilisten bijvoorbeeld. Waarom zou je willen dat mensen denken, ‘hé, de politie controleert vandaag niet op fietsverlichting?’. Willen ze graag dat mensen in het duister opgaan?

Ik vraag het me echt af, wat is de meerwaarde van dit soort nieuws? Is het al komkommertijd? Is er geen echt nieuws? En denken ze echt dat ons land er veiliger van wordt om zoiets te brengen?

Ik tast weer eens volledig in het duister. En daarmee trek ik me weer terug in mijn eigen goed verlichte bubbel. Mét toilet, al mag je vandaag dus blijkbaar ook onbeboet plassen in het wild. Doe er je voordeel mee…

Eigenwijs Dapper en Sterk

Vandaag is het 1 mei, het begin van de maand van de zeldzame ziekten. Ik schrijf al acht jaar over EDS en hoop dat ik in die acht jaar iets heb mogen bijdragen aan de bekendheid ervan. Toch is het nog steeds voor veel artsen en mensen een raadsel, dat syndroom van ons. Vandaag start er een campagne bij de VED (Vereniging Ehlers Danlos) om meer bekendheid te genereren voor EDS, vandaag kwam er ook een nummer uit over EDS, met de titel Eigenwijs, Dapper en Sterk. Een nummer dat één het beluisteren waard is en twee gewoon keihard raak is. Het beschrijft ontzettend goed hoe het is om te gaan met deze aandoening, keihard raak is het!

Ik schrijf niet veel meer over mijn omgang ermee. Ik merk dat het voor mij nu even beter is de beperkingen en de gevoelens die ermee gepaard gaan los te laten. Als ik me focus op mijn gebreken denk ik in tekorten en ik geloof met iedere vezel in mijn lijf en geest dat dat mijn gezondheid in de weg staat.

Ik sta anders in het leven dan een paar jaar geleden. Ik heb altijd goede intenties gehad, wilde delen, anderen inspireren en hoewel ik dat laatste nog steeds heel graag wil merk ik dat niet iedereen open staat voor mijn veranderde manier van denken. Ik volg een aantal alternatieve therapieën, mediteer, affirmeer en werk ontzettend hard aan mezelf op meerdere gebieden. Ik leer veel over wie ik ben, waar ik vandaan kom en wat ik wil bereiken, maar ook over hoe ik mezelf zelf in de weg zit en heb gezeten.

Daar waar ik jarenlang veel energie heb gestoken in het krijgen van houvast, van een diagnose probeer ik deze houvast nu juist los te laten. Ik heb EDS, ik ben het niet. Ons brein laat ons dingen geloven, ziet dingen als onmogelijk, terwijl ik momenteel ervaar dat er juist ontzettend veel mogelijk is. Dat denken in beperkingen ons juist beperkt en dat loslaten helend kan werken. Die omschakeling ging en gaat niet van de ene op de andere dag. Het gaat in stapjes, maar het gaat wel. Ik ben ervan overtuigd dat ik pas een paar stapjes heb gezet op dit pad en dat er nog ontzettend veel te halen valt.

Gaat het makkelijk? Nee, ik moet diep in mezelf durven zoeken, mezelf in de ogen durven kijken. Niet alles wat ik zie is mooi, maar het zijn allemaal dingen die bij mij horen. Ik moet leren mezelf te accepteren zoals ik ben en ja, daar horen de beperkingen nog steeds ook bij. Beperkingen die me iets hebben geleerd, die voor een groot deel de weg van de afgelopen jaren hebben bepaald.

En nu sta ik op een splitsing. Ik mag zelf bepalen welke weg ik neem en ik weet welke kant ik uit wil. Ik ga mijn dromen najagen, want ik voel aan alles dat ik daarheen moet. Ik laat de onmogelijkheden los en ga daar waar de mogelijkheden mij brengen. En daarvoor ga ik de hokjes verlaten, die brengen mij niet langer wat ik zoek.

Ik vervolg mijn weg, Eigenwijs, Dapper en Sterk, want die uitleg past mij wel!

Hierbij deel ik de link van het nummer, luister het eens, het is de moeite waard! En wil je meer lezen, mijn boeken zijn nog steeds verkrijgbaar!

Verworven vrijheid

Ik ga maar weer eens spreken met de zo vaak gesproken woorden van Tommie uit Sesamstraat. Wijsheden uit mijn kindertijd raken nooit uit de tijd. ‘Poeh hé’. Het zegt alles. Alles.

Ik rol. Een waarheid als een koe, of stier, dat past mij beter. Eigenzinnig. Eigenwijs zelfs, behoorlijk. Hoopvol. Positief. Altijd denkend in mogelijkheden. Onbegrensd en onbegrensbaar. Behulpzaam, enthousiast, meedenkend, altijd bereid mezelf aan de kant te zetten voor een ander. Had ik hoopvol al gezegd? Naïef, aldus sommigen, velen misschien zelfs. Ik wil wat ik soms niet kan, maar ik zal áltijd proberen.

Ik geloof in de mogelijkheid mezelf beter te maken. Ik vertrouw erop. En ik word beter, bén het nog niet. Ben er nog niet, maar ik vertrouw erop. Jammer dat de maatschappij je liever in het hokje ‘beperkt’ houdt. Daar waar je aldus hen thuishoort met een erfelijke aandoening. Schop tegen de wanden van jouw hokje en er zijn altijd mensen die diezelfde wand weer optrekken. Jou erin opsluiten, of op willen sluiten.

Ik zei het al, ‘Poeh hé’.

Ik rol dus. Ik rol elektrisch, brakke schouders die geen rolstoel kunnen voortbewegen, geeft niet, ik heb een pookje, werkt goed, prima, blij mee. Een paar jaar geleden was ik er niet zo best aan toe. Ging bijna ten onder. Lag het overgrote deel van de dag en ging dus rollen met dat pookje. In een dure voorziening, een tweemotorige monstertruck zeg maar. Ik kan hoog en laag, links en rechts. Ik liet (en laat) mij niet beperken en denk in mogelijkheden. Manlief sjort me met mijn rolstoel door paden die eigenlijk niet echt toegankelijk zijn voor mij, samen kunnen we het wel. Alleen kan ik het niet. Alleen rol ik regelmatig vast. Gewoon in het park al, maar ook in het bos, waar ik dolgraag kom. Kan niet, aldus sommigen, mijn vrienden en vriendinnen weten beter, die trekken me liefdevol weer op mijn plek, als ik ze bel.

Ik ben dankbaar voor mijn stoel, heel dankbaar! Mijn stoel heeft me een aantal geweldige jaren door het leven gerold. En nu kom ik op een punt dat ik fysiek uit de voeten kan met een ander soort stoel. Ik ben dankbaar, ik ben ontzettend dankbaar dat ik mijn wereld weer een stukje kan en hopelijk mag gaan vergroten, dat ik de wanden van mijn hokje als op een rolstoelhelling omver kan duwen. Hoe geweldig is dat!

En dan rol je toch weer tegen muren aan. Niet mijn muren, niet de muren die mijn hulpverleners opzetten, want zij horen mij en zien dezelfde mogelijkheden die ik zie. Nee, de muren van de toeschouwers, toehoorders en zelfs meerollers. Want een aandoening met beperkingen is en blijft een aandoening met beperkingen. Daar is geen sprake van vooruitgang, van verbetering. Bindweefsel is bindweefsel, slecht is slecht. Een aangevraagde voorziening is een zegen waar je dankbaar voor moet zijn en verder moet je in je hok blijven.

Ik word daar opstandig van. Ik zei het al, ik geloof in het zelfherstellend vermogen van mijn lichaam. Ik geloof dat verbetering mogelijk is en dat het blijvend kan zijn. En zelfs als het dat niet is, dan nóg mag ik op basis van wat nu is handelen. Genieten van wat kan.

Ik vertik het mij te laten beperken, ik ben enorm dankbaar dat ik met een beetje mazzel en met veel vertrouwen in mijn eigen lijf en geest langzaam maar zeker opkrabbel. Mezelf mag hervinden en hopelijk meer vrijheid mag ervaren met een andere manier van rollen.

En daar ben ik zo, zo, zó ontzettend dankbaar voor!