Expositie Turmac Cultuurfabriek

Gister mocht ik een praatje houden om onze expositie en daarmee ook de week van de ontmoeting soort van te starten. Voor degene die er niet bij konden zijn en het wel graag wilden horen/lezen deel ik de tekst ook even hier.

Welkom allemaal bij deze opening van de week van de ontmoeting!

Ik ben Martine en samen met lotgenootje Mariska heb ik de afgelopen jaren mijn best gedaan om onze aandoening (Ehlers Danlos Syndrome) onder de aandacht te brengen voor een groter publiek. Hiervoor hebben wij vijf jaar geleden een stichting opgericht, Facing EDS. Met Facing EDS wilden we EDS een gezicht geven, óns gezicht.

Dit hebben we gedaan door fotoshoots te organiseren. Met behulp van een aantal geweldige fotografen zijn we het land ingetrokken om lotgenoten vast te leggen. De portretten die hier door het pand heen hangen zijn het resultaat van deze fotoshoots. Ons doel was niet alleen onze aandoening in beeld brengen, we wilden ook de mens achter de aandoening een gezicht geven. Chronisch zieken zijn namelijk meer dan alleen hun beperkingen, veel meer!

EDS is een nog steeds relatief onbekende bindweefselaandoening, die ook bij veel artsen en therapeuten vraagtekens oproept. Het is een lastige multi systeem aandoening, ieder persoon ervaart andere uitdagingen. Dit maakt het ook zo lastig te diagnostiseren. Ook het stigma zeldzaam helpt niet mee in dit opzicht, artsen zoeken het juist daardoor vaak niet in deze hoek. De problemen bij EDS kunnen zich dus op meerdere fronten voordoen. Er zijn maar liefst 14 verschillende types bekend, waarvan het type dat wij hebben, het hypermobiele type, het vaakst voorkomt.

Bij dit type uiten de problemen zich vooral in de gewrichten, onze gewrichten zijn hypermobiel en dat maakt dat ze nogal eens hun eigen weg gaan, bijvoorbeeld door volledig of gedeeltelijk uit de kom gaan. Daarnaast speelt ook onze huid mee, veel van ons zitten ruim in ons perzikzachte velletje. Dat klinkt fijn, zo’n zacht en aaibare huidje, maar deze is ook kwetsbaar. Ik moest ooit gips laten verwijderen, dit was een pijnlijk gedoe, ik bleek een behoorlijke scheur in de huid van mijn arm te hebben. Dit leidde tot ongeloof bij de verpleegkundige, zij had dit nog nooit eerder meegemaakt en geloofde niet dat ik echt zoveel last had, tot ze het resultaat zag, het bloedde als een rund.

Bij mensen met EDS is eigenlijk de lijm die alles bij elkaar houdt niet goed. Het lastige met dat bindweefsel is dat het echt overal zit, ook rond de organen. Dit zorgt bij veel lotgenoten voor maag/darmproblemen, of voor problemen met de ophanging van organen, zoals de baarmoeder. Bindweefsel zit ook rond de ogen en bij een bepaald type zijn de vaten aange- daan. Mensen met deze laatste variant lopen het risico op bijvoorbeeld aneurysma’s, heel gevaarlijk dus.

We hebben de laatste jaren een aantal lotgenoten veel te jong het leven zien laten. Een van hen, Belinda, heeft meegedaan aan onze fotoshoot in Rotterdam, ze wist toen al dat ze niet oud zou gaan worden. We missen haar, binnen onze lotgenotengroep, ze was een bijzonder mens. Het doet altijd pijn als iemand te jong de strijd moet staken. Al deze lotgenoten worden gemist. Helaas horen we steeds vaker dat mensen grote problemen hebben bij de hersenstam of de nek, je hebt vast weleens een crowdfunding voorbij zien komen voor een operatie in Barcelona. Veel van deze mensen hebben problemen door EDS. Ook een maagverlamming of stil liggende darmen, lijken steeds meer voor te komen bij al jonge mensen met Ehlers Danlos.

Het is van groot belang dat onze aandoening op tijd ontdekt wordt, alleen dan kunnen men- sen enigszins rekening houden met bijvoorbeeld hun grenzen. Toen wij begonnen met onze stichting was er nog weinig aandacht voor, gelukkig is er sinds toen wel wat gebeurt op dat vlak. Steeds meer lotgenoten laten hun gezicht zien in de bladen, er komt zo steeds meer bekendheid.

Deze expositie kwam op ons pad, Ik geloof niet in toeval, dit is de plaats en dit is het moment, ons moment. Een moment dat heel mooi samenvalt met de opening van de week van de eenzaamheid, die we bij deze voor hier omdopen tot de week van de ontmoeting.

De wereld van nu is snel, gaat snel. We draaien en draven maar door, er moet van alles gebeuren. Er is geen tijd voor ontmoeten, er moet gewerkt, er moet gezorgd. Mijn lijf kon dit alles niet langer aan. Tien jaar geleden stortte ik volledig in. Mijn lijf was op, de energie die ik al niet echt had door mijn aandoening was ook op. Ik moest alles opgeven, mijn baan, mijn hobbies, sporten. Mijn agenda werd leeg. Ik vocht tegen de achteruitgang, maar uiteindelijk moest ik leren te stoppen met vechten, ik moest leren accepteren dat de dingen waren zoals ze waren. Dat was ontzettend moeilijk, want hoe accepteer je dat wat je niet wilt accepteren? Ik moest leren ont-moeten, maar ik wilde juist ontmoeten. Hiervoor was echter geen ruimte, met een lijf dat niet wil en niet kan ben je gebonden aan huis. En daar ligt eenzaamheid op de loer.

Eenzaamheid, het klinkt als iets dat vooral ouderen treft, maar dat is niet waar. Er is ook een groep chronisch zieken die achter de geraniums zit of ligt. Ik praat uit ervaring, je zou het nu misschien niet zeggen, maar ik was een van hen. Ik heb jaren het overgrote deel van de dag op bed gelegen. Mijn dagen bestonden uit Netflix, Videoland en iedere andere streamingsdienst die je maar kunt verzinnen.

Ik leefde vooral digitaal, ik ontmoette lotgenoten via sociale media, zij zaten tenslotte in dezelfde situatie als ik. Hoe ingewikkeld mijn gedachten over deze sociale media en de jongeren van nu misschien ook zijn, toen was juist dit mijn redding.Het was mijn lijntje met de buitenwereld. Vooral in de winter bestonden mijn dagen uit gesprekken via deze digitale snelweg.

Mijn redding uit de online wereld kwam op vier poten mijn leven in gewandeld in de vorm van mijn toenmalige hulphond in opleiding, labrador Lewis. Hij heeft er beetje bij beetje voor gezorgd dat mijn wereld weer groter werd. Hij moest er (vaak) uit en dus moest ik dat ook. Lewis en ik werden een bekend gezicht in het park. En laat ik ook de hulptroepen thuis niet vergeten, want ook zij hebben voor ons gezin een wereld van verschil gemaakt. In het begin was al deze hulp best lastig. Het is een behoorlijke inbreuk op je privacy en dat is niet altijd even makkelijk, maar ik ben ze allemaal ontzettend dankbaar!

En nu? Nu hoef nu niets meer, behalve dat te doen wat ik leuk vind. Ik hoef niet meer te poetsen, ik hoef geen wasjes te draaien. Ik mag een beetje fotograferen en ik lees een beetje. Eigenlijk leef ik in een soort van luilekkerland. Ok, behalve dat mijn lijf niet helemaal dat doet wat het moet doen en de pijn ook niet altijd even fijn is.

Eenzaamheid is sneaky. Eenzaamheid overvalt je wanneer je het niet verwacht. Het zijn momenten, geen dagen. Waneer iedereen druk is met werk bijvoorbeeld, of met het gezin. Begrijp me niet verkeerd, ik neem het de mensen niet kwalijk dat ze niet bellen of appen, ze zijn druk. Ik ben dat meestal niet, niet met iets nuttigs tenminste. Natuurlijk kan ik ook zelf het initiatief nemen en iemand een berichtje sturen, maar je wilt gewoon gezien worden. Je wilt dat mensen jou zien, zonder dat jij eerst weer degene bent die daarom moet vragen. Het is een psychologisch dingetje, je hebt al zoveel op moeten geven. Je hebt het idee dat je al zo vaak aandacht vraagt. Je zit jezelf in de weg en daarmee zit je voor je gevoel ook anderen in de weg.

Ik denk dat het voor mensen aan de zijlijn bijna niet te snappen is, ik begreep het ook niet voor ik in deze situatie terecht kwam. Kwam ja, want mijn leven is bijna 180 graden omgedraaid. Met het accepteren van alle hulp kwam rust. Ik heb nu mijn eigen minions, ik heb ze omarmd. En dankzij Lewis heb ik een fantastische groep mensen ontmoet waarmee ik een geweldige klik heb. Er zijn nieuwe vriendschappen ontstaan, op basis van gelijkwaardigheid, al zijn we allemaal anders. Zij kijken voorbij mijn beperkingen, zien mij zoals ik ben. We vullen elkaar aan en zijn er voor elkaar.

En zo is eenzaamheid gegroeid naar ontmoeting, iets dat een wereld van verschil maakt. We zijn gemaakt voor sociale interactie, op welke manier dan ook. Het leven heeft me een heleboel uitdagingen gegeven, maar ik ben er sterker uitgekomen. Ik weet beter wie ik ben en heb mezelf opnieuw ontdekt, uitgevonden. Ik heb moeten leren ont-moeten en heb daardoor nieuwe mensen mogen ontmoeten. Na tien jaar vechten en uiteindelijk soort van accepteren heb ik een belangrijke les mogen leren. Het leven is te mooi om niet te leven en zelfs als je leven stil lijkt te staan is er altijd ergens een klein beetje beweging…

Bij deze wil ik ook iedereen die zich op de een of andere manier heeft ingezet voor onze stichting bedanken. Samen hebben we toch iets betekent ❤️

Positief

Ik lees een oude Libelle, nou ja oud, van een maand geleden, ik lig een beetje achter. We hadden vakantie, nee, manlief had vakantie, ik heb eigenlijk altijd vakantie, of niet, het is maar hoe je het ziet. We gingen een paar dagen naar Friesland, dagje Schiermonnikoog (prachtig eiland!), veel ‘wandelen’ met Lewis.

Manlief heeft zijn beenspieren getraind, moest Lewis een aantal keer over een veerooster tillen en dat vond hondlief niet echt leuk. Achterblijven aan de andere kant ook niet trouwens, dus hij liet zich uiteindelijk ietwat tegenspartelend maar toch enigszins gewillig dragen. Ik hobbelde erachteraan, goed voor de nekspieren die dingen, niet dus. Slapen op de bank ook niet trouwens, maar onze Lewis is vernoemd naar een soort van dramaqueen en dat zul je weten ook. Ach, heb er veel voor over en het was maar een paar nachten.

Een paar dagen later gingen we naar Bad Nieuweschans, twee dagen ultiem ontspannen in de sauna aldaar. Hotel geboekt, dat is de droom, gewoon in de badjas naar de hotelkamer. Helemaal niets doen, beetje decadent, ontspanning ten top. Ontspanning vergt echter ook inspanning. De hele dag zweten kost energie en dus waren we eigenlijk de ochtend erop al moe van al dat gezweet en verveelden we ons tegelijk te pletter. Om twaalf uur ‘s middags hingen we op de rand van het zwembad, keken elkaar aan en haalden onze schouders op. Nog een laatste stoombad, de sauna die we nog niet gedaan hadden nog even meepakken en daarna douchen en de auto weer in.

Groningen is een eind, voor mij dan. Het was heerlijk hoor, maar laten we zeggen dat mijn lijf van dit soort tripjes best bij moet komen. Vooral mijn nek vind dit soort dingen minder leuk. Ik hou me sindsdien dus rustig (niet veel keus) en neem de tijd om even bij te lezen. En zo zijn we al twee alinea’s verder in dit stuk en kom ik bij het onderwerp waar ik over wilde schrijven.

De Libelle dus, ik las een stuk over positiviteit, een onderwerp waar ik ten eerste altijd in geïnteresseerd ben (en zelfs soort van cursussen over volg) en waarin ik denk dat we als maatschappij niet bepaald uitblinken. We zijn kampioen in elkaar afzeiken geworden. Iedereen heeft positieve en ‘negatieve’ eigenschappen, al vind ik negatief te sterk gezegd. Iedereen heeft eigenschappen die door de samenleving of de persoon zelf als minder leuk of mooi ervaren worden. De grote vraag is echter wat we doen met deze eigenschappen. Het is tenslotte wat je ergens mee doet wat telt. Ik ben bijvoorbeeld nogal drammerig van aard soms, dat kan ik inzetten op een minder leuke manier, maar het maakt ook dat ik een doorzetter ben. Is dat negatief? Ja, soms, maar soms ook niet.

Alles heeft meerdere kanten, onze maatschappij richt zich momenteel vooral op de negatieve kant. We gaan bij voorbaat al uit van wantrouwen, dat merk je ook in de politiek. We zoeken naar verschillen en niet naar overeenkomsten, terwijl daar toch echt de verbinding zit. De wereld zit vol mooie mensen, maar we richten ons blijkbaar liever op de fouten of mindere kanten van mensen. Lekker gezamenlijk afzeiken, kun je je goed voelen over jezelf.

Het begint al op school, ik kan zo een aantal leerkrachten noemen die in rap tempo korte metten hebben gemaakt met mijn open blik en mijn enthousiasme. Die me duidelijk maakten dat ik verre van een wiskundig genie was (dom was wat mijn leraar mij noemde, hij had kleurrijkere namen voor andere leerlingen, die echt niet konden), zeker geen zangtalent was (daarna mijn mond nooit meer opengedaan waar anderen bij waren) en mijn leraar Duits vond me maar een irritant stuk vreten (moest mijn broertje later zelfs nog horen, goh toch geen familie van hoop ik?). Is school niet dé plaats waar je gestimuleerd moet worden? Waar je uit mag vinden waar je talenten liggen en je positief en enthousiast je weg zou mogen zoeken?

Ik zou zo graag kinderen laten zien hoe mooi het vak van fotograaf en vormgever is, ik zou ze mee willen nemen in het denken buiten de kaders, in de zoektocht naar eigenheid. Wat je vaak krijgt is echter een introductie in je bent niet goed genoeg of uitgeblustheid voor gevorderden. Door mensen die een vak hebben gekozen wat niet bij ze past. En natuurlijk zijn daar ook de goeden, de leraren die je je hele leven bijblijven. Die met liefde voor de klas staan, maar worstelen met het systeem. Daar gaat het mis, ze worden begraven in regeltjes.

Ik hoor en zie steeds meer jongeren en jonge kinderen verloren raken in het leven. Onzeker, de weg kwijt. We stoppen hun hoofden vol met onzin, met regeltjes, met hoe het hoort en we vergeten dat we allemaal behoefte hebben aan het onbegrensde kind in onszelf. We zijn geboren om te stralen, om dat te doen waar we gelukkig van worden. We verdwalen echter in een doolhof van negatieve energie, terwijl het leven zo mooi kan zijn met een beetje positiviteit…

Over vrouwen (en chocola)

Ik lees een stukje over het nabootsen van menstruatiepijn, bij mannen, zodat zijn kunnen ervaren wat vrouwen voelen. Op zich niet verkeerd, gewoon om eens te voelen hoe het is, kan zijn, misschien. Zin of onzin? Ik twijfel, want menstruatiepijn is iets dat bij iedere vrouw verschilt. De een voelt weinig tot niets, de ander is er serieus ziek van. En als wij vrouwen elkaar al niet begrijpen, terwijl wij het doormaken, hoe moeten mannen het dan begrijpen?

Ik moet eerlijk bekennen dat ik van mijn menstruaties minder ‘last’ had dan van die verrekte overgang. Nee, ik mis de bloederige ellende niet, al zorgde ik ervoor daar zo min mogelijk last van te hebben door de pil zo lang mogelijk door te slikken. Dat hielp. Krampen, yup, check, aanwezig. Volop. Pijn in de onderrug, ook check. Irritant? Zeker! Maar het hielp dat ik wist wat het was en vooral dat het ‘maar’ een paar dagen was. Alles is betrekkelijk en ik kom uit een ‘niet mauwen, maar doorgaan’ achtergrond. Waarmee ik absoluut niet wil zeggen dat deze manier altijd goed is en ook niet iedere vrouw over één kam wil scheren, want menstruatiepijn verschilt bij iedereen, zoals het ook de ene maand beter hanteerbaar was als de andere.

Zoveel vrouwen, zoveel verschillen. De een crepeert, de ander heeft geen greintje last. Ook dat is weer afhankelijk van verschillende factoren. Ik zal niemand als aansteller bestempelen, pijn is echt, kan heftig zijn en is ook nog eens subjectief. Hoe kunnen we mannen dan laten voelen wat wij vrouwen doormaken? Niet, denk ik. Ze voelen de stemmingswisselingen niet, ze voelen het kramperige gevoel niet. Dat kan ook niet. Het zit diep van binnen, dieper dan de buikspieren die de simulatie vermoedelijk aanspreekt. Ik heb EMS training gehad, lijkt echt niet op dat gevoel. Ik denk dat het ook niet nodig is dat ze het voelen, het is wel nodig ze duidelijk te maken dat ze er niet te lacherig over doen. Hoe vaak werden klachten niet door collega’s belachelijk gemaakt? En ook daar zijn het vaak de meer fortuinlijke vrouwen (die geen klachten hebben) die hier het hardst aan meedoen.

Nu ik in de overgang zit merk ik pas hoeveel invloed hormonen hebben (gehad) op mijn leven. De afgelopen jaren was ik bij vlagen een draak, een helse vuurspuwende variant. Bij vlagen een depressieve doos, klagerig en onzeker. Ik had last van stemmingswisselingen, kon echt sneller dan Max Verstappen van nul naar honderd gaat wisselen van humeur, was soms ontoerekeningsvatbaar en mezelf bij vlagen volledig kwijt. De grote achteruitgang kwam exact toen ik in de overgang belandde, al weet ik dat nu pas, nu ik er (hoop ik) grotendeels doorheen ben. Mijn lijf heeft het zwaar te verduren gehad, maar inmiddels merk ik ook dat het weer beter met me gaat. Er is dus hoop.

Ik ervaar de opvliegers als heftig, vooral omdat ze mijn hele systeem overhoop gooien. Ik lachte mijn moeder vroeger weleens uit, als ze met een handdoek om haar nek binnenkwam, nu doe ik hetzelfde. Altijd een hand- of theedoek paraat, waaier op elke hoek van de tafel. In de bioscoop zit ik met een sjaal voor als ik het koud krijg en een waaier voor als ik het warm krijg. En warm dekt de lading niet, het is instant sauna. Van binnen uit, een explosie die het zweet in je bilnaad laat staan (en daar wapperen staat zo raar).

Zullen we afspreken dat we gewoon iets beter luisteren naar elkaar? Dat we elkaar serieus nemen en niet alles wat ongemakkelijk grinnikend afdoen als aanstelleritus? En er mag echt ook best om gelachen worden, humor maakt dingen dragelijk, maar uitlachen maakt het niet beter. En laten we ook eens ophouden met die taboes, de menstruatie is een compleet normaal en natuurlijk gegeven, net zoals de overgang dat is. Daar moeten we toch gewoon normaal over kunnen doen? Dat zal echt al enorm schelen, als je gewoon kunt zeggen dat het niet je dag is. Zodat ze weten hoe de vlag erbij hangt. Niets bijzonders, gewoon even een meno-dag, kunnen ze je even verwennen met een reep chocola. Misschien moeten we die dan gewoon op de hoek van het bureau leggen, weet iedereen hoe laat het is. Alhoewel, dan zou iedereen denken dat ik iedere dag de pineut ben. Meno-pauze, de chocola is nooit ver weg bij mij… net zoals de waaier.

Ps dit is de bloedrode heidelibel, wel passend dacht ik, al vind ik het vooral een mooie foto 😉

De andere kant van geluk

Ik lees een berichtje op Facebook, een bericht over het geluid van pikhouwelen op de harde, koude grond. Pikhouwelen die graven voor jonge kinderen die de overtocht naar een veilige haven niet hebben gered. Terwijl onze kinderen veilig terugvliegen van een vakantie in Chersonissos, verdrinken iets verderop vluchtelingen. Die van ons verdrinken zich in gezocht geluk, terwijl zij die datzelfde geluk verdienen verdrinken terwijl ze proberen te overleven. Een andere manier van leven, dat overleven.

Wij die het in verhouding zo goed getroffen hebben veroordelen zo makkelijk de vluchteling. Geven ze voor het gemak een ander gezicht. Maakt het makkelijker, om het van je af te zetten. Het probleem de rug toe te keren. Het asielbeleid moet anders, ons land is vol, hoe vaak lees ik het niet, op datzelfde Facebook. Te vaak.

Je zal zo’n vluchteling zijn. Je zal de moeder zijn van een van de kinderen die je daar achter moet laten, in een graf, gedolven door een pikhouweel. Mijn hart breekt als ik aan hen denk.

Mijn probleem, ik voel te veel.

Het zijn allemaal jonge mannen, op zoek naar geluk. Hoe vaak lees je dat niet? En dan nog, mogen jonge mannen niet op zoek zijn naar geluk? Hoe zou jij reageren als hier de pleuris uitbreekt, zou je dan blijven? Ik denk dat de meeste mensen hun geluk elders zouden zoeken, geholpen door eerlijk verdiende centen, die elders misschien wel meer waard zijn. Wat maakt ons beter dan hen?

Ik worstel met de rechtse gedachtegang van het rijke westen. Ooit haalt karma ons in, daar ben ik van overtuigd. Wat maakt ons beter? En begrijp me niet verkeerd hoor, ik vind ook dat onze kinderen een huis moeten kunnen vinden, maar ik vind ook dat we als samenleving een verplichting hebben naar de mensen die het moeilijk hebben. En ik weet niet hoe, maar ik weet wel dat het bijzonder oneerlijk verdeeld is in de wereld. Ook in ons land. En dat we ons in onze handjes mogen knijpen dat ons wiegje hier gestaan heeft.

Het bericht raakte me. Ik lig hier met mijn cursus manifesteren, waar vooral gepraat wordt over het grote succes dat jezelf heet en ik vraag me af waar de rest van de wereld is in dit plaatje, want als we ons allemaal in zouden zetten voor een eerlijke wereld moet het toch mogelijk zijn?

Ik weet het, ik ben een dromer, maar kom op mensen, deze planeet is een thuis voor ieder mens, ieder dier, voor alles dat leeft. Daar moeten we toch zuinig op zijn?

Verenigd links

Vanmorgen las ik een artikel uit de krant over gezamenlijk links, oh nee, verenigd links. Het artikel vond ik voor de verandering eens helder en duidelijk. Een stuk over de ambities van Frans Timmermans. Hij wil graag premier worden en dat mag. Rutte wilde ook graag premier worden. Als hij dat riep hoorde je niemand, nu Frans datzelfde zegt krijgt hij een heleboel gezeik en getrut over zich heen.

Verenigd links, de weg zoeken naar verbinding. Ik begrijp eigenlijk niet goed waarom mensen hier zo negatief tegenover staan. De een roept dat dit neigt naar communisme, de ander schijt slechts op het hoofd van de boodschapper. Beide leven blijkbaar in angst. Zijn bang dat hen iets ontzegt gaat worden nu de linkse hoek de handen ineen slaat. Zoekend naar de punten die hen binden, iets dat ze al veel eerder hadden moeten doen als je het mij vraagt. Nederland is niet gebaat bij versplintering, net zoals het in mijn ogen niet gebaat is bij een verdere doorvoering van het al doorgeslagen kapitalisme.

Mensen leven in angst. Angst dat hen iets afgepakt zal gaan worden. Angst dat de strijd tegen de armoede hen hun zuurverdiende centjes zal gaan kosten. Dat erkennen dat we echt wel iets kunnen doen aan de klimaatcrisis (en ja, die bestaat echt) hen in hun portemonnee zal raken. Eigen belang voor ieders belang. Dat is waar we goed in zijn geworden in dit land. Met Amerika als glanzend voorbeeld.

Mensen die roepen dat een basisinkomen alleen maar een reden is om mensen onder de duim te krijgen. Zien zij dan niet wat ik zie? Zijn ze zo blind door hun eigen hebzucht dat ze de armoede in de wereld missen? Hoe kun je alleen aan jezelf denken terwijl zoveel mensen op deze wereld zichzelf niet eens te eten kunnen geven? Nooit was de wereld rijker en nooit waren zoveel mensen armer. Ongelijkheid is een probleem van ons allemaal.

Ik ben niet bang voor een socialistische staat zoals in China, zo was het socialisme nooit bedoeld. Het zijn de mensen aan de top die zich verrijken over de rug van anderen en hun machtspositie misbruiken die je moet vrezen. Dit zijn de mensen die je om de tuin leiden met mooie praatjes, die je inpakken met valse beloftes. Zij zwijgen over de punten die zo belangrijk zijn, de punten als armoede en klimaat.

En wat de betreft de persoon Timmermans? Hij moet zien iets waar te maken dat anderen nog niet gelukt is. You love him or you hate him, ik heb geen mening over hem. Wat ik wel geleerd heb is dat iedereen kijkt vanuit zijn eigen ervaring en eigen visie. Anderen afzeiken om de persoon is nutteloos, deze man moet zich nog gaan bewijzen. Ik geef hem een kans. Ik geloof in verbinding en niet in versplintering, dus wat mij betreft heeft deze linkse club mijn stem.

Het is tijd voor verandering, zoveel is in ieder geval duidelijk.

Verwachtingen

Het is een tijdje geleden dat ik iets schreef. Niet omdat er niets gebeurde, er gebeurde meer dan genoeg. Ik kon bijvoorbeeld schrijven over het feit dat we vorige week vijfentwintig jaar getrouwd waren. Vijfentwintig jaar, al tweeëndertig jaar samen. Een mijlpaal kun je zeggen. Nog altijd ben ik getrouwd met mijn maatje, mijn beste vriend, diegene waar ik samen mee op een bankje wil zitten in Frankrijk, onder een olijfboom, oud en versleten. Dat zegt wel iets.

Ik kon schrijven over de zorgen die ik heb. Zorgen die misschien nergens op slaan en onnodig zijn, maar die zo herkenbaar zullen zijn voor ouders die hun kinderen langzaam maar zeker uit zien vliegen. Zoonlief vertrekt volgende week naar Kreta en ik gun hem zo ontzettend een geweldige en onbezorgde vakantie. Zo ontzettend erg dat het mij zorgen baart. Hij gaat het geweldig hebben, dat moet, dat verdient hij. Hij heeft genoeg bagage, meer dan anderen in vijftig jaar hebben verzameld. Ook voor in de koffer trouwens, morgen moeten we zien dat enigszins georganiseerd in zijn handbagage koffertje te proppen. Moeders heeft allerlei slimme trucjes gevonden online en hij zegt nonchalant ‘op de terugweg FaceTime ik je wel even voor het inpakken’. Handig, dit tijdperk van mogelijkheden. Gelukkig is daar onze app, vroeger belde ik bij aankomst vanuit Loret de Mar, jolig en enthousiast. Het nog kleine meisje dat groot probeerde te zijn.

Ik kon schrijven over mijn manifestatie traject. Daar waar ik normaal een zeer snelle leerling ben duurt dit iets langer. Ik blijk issues te hebben met loslaten, blijk meer een controle freak dan ik al dacht en moet mezelf echt goed onder de loep nemen om het succesvol te laten zijn. Soulsearching, best confronterend kan ik je vertellen. Ook mijn minder goede eigenschappen omarmen én op zoek gaan naar emotionele ‘trauma’s’ die zich vast hebben gezet in mijn lijf. Ze zijn er, ik bied ze dapper het hoofd. Mediteer me suf, maar mediteren vergt rust en dat heb ik (nog) niet echt. Komt wel, oefening baart kunst.

Ik sloeg net de Libelle open, even gedachten verzetten, om een zeer mooie quote te lezen, van Nhung Dam: ‘Minder van elkaar verwachten en meer van elkaar houden.’ Een quote om te onthouden, die alle bovenstaande met elkaar verbindt. Als we alles nu eens een beetje loslieten, als we alle verwachtingen over en van elkaar loslaten. Als we ons puur en alleen richten op gewoon van elkaar houden. Dan hoeven we niet alle zorgen weg te mediteren.

Loslaten is houden van. Loslaten is vertrouwen in liefde. Loslaten is accepteren van de situatie en vertrouwen op wat gaat komen. Loslaten is dat wat ik moest en moet leren, iets waar het ouderschap de meest waardevolle leerschool voor is. Uiteindelijk iets dat we allemaal moeten doen.

Minder van elkaar verwachten en meer van elkaar houden.

Mooi…

Assistentie

Het is de week van de assistentiehond, een week om daar wat extra aandacht het aan te schenken. Lewis is een assistentiehond (ook wel hulphond genoemd), al is onze weg (uiteraard) iets anders dan anders gelopen. Dat krijg je met die half-tot-niet lopers. Ik heb best wel geworsteld met die titel die misschien niet echt een titel is, zoals ik ook worstel met alle oordelen over wegen zoals wij die gegaan zijn. We zijn niet officieel beëdigd, onze weg liep anders en toch is hij mijn assistentiehond. Voor mij de beste hond die ik mij kan wensen!

Wat doet een assistentiehond zoal? Nou, de mijne kan van alles, sleutels oprapen (vanuit mijn stoel is dit soms wel een dingetje en ik laat nogal eens wat vallen), deuren openen en dichtdoen, sokken uittrekken, jas uittrekken (moet je eens zelf proberen vanuit de stoel, net zoiets als in de auto je jas uittrekken), schoenen aangeven, maar zijn allerbelangrijkste taak is gewoon er zijn. Lewis geeft mij zelfvertrouwen. Zonder hem voel ik mij niet compleet op straat. Hij geeft mij mentale steun. Gewoon door daar te zijn. Iets dat voor mij enorm belangrijk is. Lewis oordeelt niet, nooit. Hij ziet altijd de mens achter de beperkingen, iets dat niet iedereen kan zien (helaas).

Dankzij Lewis heb ik een deel van mijn leven terug. Heb ik een hele lading sociale contacten mogen toevoegen en heb ik hele fijne vriendschappen erbij gekregen. Ik heb labradinnetjes (baasjes van labradors). Hij heeft oprecht mijn leven veranderd, als dat geen assistentie is!

Ik worstelde met de titel, maar dat laat ik los. Ok, hij mag niet met mij mee het vliegtuig in, want hij heeft daarvoor niet de juiste papieren, maar ik wil toch reizen met een camper, daar is altijd een plekje voor hem!

Een assistentiehond maakt voor de meeste gelukkige baasjes een wereld van verschil. Levensveranderend. En Lewis is zonder twijfel een van de mooiste aanvullingen in mijn leven. En dat maakt dat deze kanjer vandaag best even in het zonnetje mag staan!

Geluk

Misschien las je al over mijn leerproces, misschien ook niet, dan lees je het nu. Ik begeef mij op een pad van verandering, transformatie in een mooi woord. Een zoektocht naar mezelf, maar ook een zoektocht naar een antwoord op de vraag hoe we de aarde kunnen redden van de destructieve impact van de mens, want ja, ik denk dat wij als mensheid aardig op weg zijn onze mooie planeet te vernietigen.

Is er sprake van schuld? Ik denk het niet, niet bewust tenminste, al is het antwoord soms toch ook ja. In een zoektocht naar macht, naar verhevenheid gaat de ene mens ten onder aan de ambitie van de ander. En gaat onze aarde ten onder aan ons grote succes. Wat is dat grote succes, wat is het hoogst haalbare in ons leven als mens? Ik denk dat dat toch geluk is.

Is geluk voor ieder mens op deze planeet haalbaar? Hebben we ons geluk zelf in de hand of zijn we een speelbal van de omstandigheden? Hebben we invloed op die omstandigheden? Dat laatste antwoord is sowieso ja, dat wordt ook bewezen door mensen die weigeren zich te laten ketenen door hun achtergrond. In hoeverre hebben we invloed op elkaar? Is geluk mogelijk voor iedereen, wil iedereen wel gelukkig zijn? Ook dat antwoord is niet zo eenvoudig als dat het lijkt. Ik weet dat deze vragen, deze gedachtengang voor veel mensen vaag lijkt, maar ik wil het weten. Ik zoek naar antwoorden.

Waarheid bijvoorbeeld. Als jouw waarheid anders is dan de mijne, en geen waarheid is gelijk omdat geen mens gelijk is, zal de uitkomst van jouw gedachte ook altijd anders zijn dan de mijne. Beide zijn waar, waarheid. Beide zijn anders, beide mogen er zijn. Als ze botsen en ik jou wil overtuigen van mijn ‘gelijk’ is daar sprake van conflict en klein conflict kan de oorzaak zijn van groter conflict. De enige manier om dat conflict te voorkomen is dus accepteren dat deze verschillen er zijn en ze er laten zijn, zonder oordeel. Makkelijker gezegd dan gedaan, maar zeker mogelijk als we loslaten dat er slechts een absolute waarheid is.

Als ik dit vertaal richting ons politieke systeem, want daar zitten veel conflicterende gedachten, denk ik dat we de overeenkomst moeten zoeken. Is dat mogelijk in een land dat zo verdeeld is? Toch is dat de enige oplossing, in gedachten houdend dat het nastreven van een gelukkige samenleving het hoogst haalbare is. De grote vraag is of iedereen wel hetzelfde doel voor ogen heeft, als jij je verheven voelt (of onbewust wilt voelen) boven een ander, is eerlijkheid dan niet in beginsel gedoemd te mislukken?

Ik ben geen heilige, maar ik zou graag leven in een samenleving waarin iedereen gelukkig is. Al zijn er dan nog zat andere zaken uit te zoeken, want ik ervaar geluk misschien wel heel anders dan jij. Voor mij zit geluk in een gevoel binnen jezelf, dat gevoel dat alles op zijn plek is. En dat kan in hele kleine dingen zitten, in mooie momenten, in een vogel in een bos, in de zon, een regenboog, een woord van waardering. Ik ben ervan overtuigd dat geluk aanstekelijk werkt. Dat ik zelfs als je dit leest misschien een sprankje van geluk door kan geven. Iets dat wellicht tot groter geluk kan leiden.

Geluk is dat wat de aarde nodig heeft. Ik lees hier een zin die alles zegt. ‘Alles waar we in de wereld bang voor zijn en dat we willen veranderen, kan worden getransformeerd door geluk, de eenvoudigste wens die we hebben, en tegelijk de diepzinnigste’ (Deepak Chopra).

Geluk, zo’n klein woordje, met zo’n grote betekenis en met een nog grotere impact. Geluk kan onze wereld redden, geluk heeft het in zich een eerlijke samenleving te verkrijgen. De vraag is of we daar allemaal naar op zoek zijn…

Leren

Toen ik nog op school zat, als onrustige puber, kon ik niet wachten het echte leven in te stappen. Ik wilde aan het werk, popelde om het leven van kind achter me te laten en als een heuse volwassene door het leven te gaan. Eenmaal aan het werk ontdekte om echter dat ik leren toch leuk vond. Alleen niet op een school, tussen ongemotiveerde anderen. Ik was trouwens ook altijd ongelooflijk snel afgeleid, had de concentratieboog van een vlieg. Ik deed de ene na de andere opleiding naast mijn werk en veranderde ook regelmatig van onderwerp. Zo mocht ik van mijn baas een opleiding fotografie doen naast mijn werk, omdat ik dat leuk vond. Met de basis kon ik daar wel iets, met de vervolgopleiding mode en portret niet. Maar ik werkte hard en ze gunden het me. Zo fijn!

Leren dus. Nog steeds leer ik graag. Het gaat ook nog steeds alle kanten op, ik volg online workshops Photoshop, maar heb ook een cursus communiceren met dieren, horoscopen uittekenen, schrijven en manifesteren klaarstaan. En leerde Frans en Italiaans via Duolingo. Ik ben nog een fladderdaar op dit front, ik vind echt van alles leuk, ben alleen snel mijn aandacht kwijt. Ik heb een dik half jaar echt dagelijks aan het Italiaans besteed, tot ik tegelijk Frans erbij oppakte en mijn hersenen besloten dat ik daar echt te oud voor werd. Ok, en ik bijna obsessief erin werd, ik móest de dagelijkse doelen halen (en meer). Ook dat zit in mij, ik kan echt obsessief ergens mee bezig zijn. De talen heb ik maar even naar links gegooid, om me te storten op andere cursussen, waarvan sommigen nog moeten starten.

In het manifesteren heb ik trouwens een echte match gevonden. Ik doe iedere ochtend trouw mijn meditaties en ‘s avonds hetzelfde. Een vast begin- en eindpunt van de dag, het voelt fijn. Ik lees echt alles wat ik te pakken kan krijgen op dit gebied. Het maakt me enthousiast, ik droom wat af, vooral om te ontdekken wat ik nu écht wil. Dat drong vanmorgen echt tot mij door, ik wil reizen. Ik wil fotograferen, erover schrijven, de wereld door mijn ogen laten zien. Ik wil samen met manlief en Lewis over de wereld in een campertje, zo’n Volkswagen. Ik wil de meest geweldige plekken ervaren en vastleggen en ik weet dat dit ook gaat gebeuren, ik voel het! Het hoe en wanneer laat ik los, ik heb mijn verlangen het universum ingeslingerd en vertrouw er volledig op dat het gaat gebeuren. Ik maak vol enthousiasme Pinterest borden en pak Duolingo ook maar weer op, je kunt je talen maar vast spreken toch?

Ik ben ontzettend leergierig, al merk ik dat sommige dingen te groot voor mij zijn. Ik verken mijn grenzen, door te lezen, door plaatjes te kijken, door films te kijken, documentaires. Over het oude Egypte, over de Maya’s en over vermeende oude en verloren beschavingen. Gister een docu over een kano reis van vader en zoon door Yukon (The Yukon Assignment op Netflix, aanrader!).

Leren is leuk, het houdt je hersens bezig en tegelijk maakt het je dromen waar!

Ook de wereld van de kleine beestjes is trouwens een groot leermoment 😉

(T)rillingen

Ik doe ontzettend mijn best om mijn trillingsfrequentie hoog te houden, de lessen die ik leer uit te voeren en eigenlijk gaat dat heel goed. Ik voel me prima, heb energie, ben een blij mens. Toch bleek vandaag maar weer eens hoe makkelijk het kan zijn voor anderen om iemand uit die energie te halen en mee te slepen in hun negatieve stemming.

Ik was met Lewis aan de rol, samen naar het Horsterpark, een wandeling van een kilometer of twee denk ik. Heerlijk gerold, lekker weer, niet te warm, niet te koud. Lewis spetterde in de sloot, hij is gemaakt voor een carrière als sloothond en smeerlab. Alles prima, leuk gesprek met iemand die ik tegenkwam en waarmee ik samen schuilde voor een kort buitje onder de boom.

Niets aan de hand. Lewis en ik rolden verder en aan het eind van de route kwamen we dezelfde vrouw weer tegen. Maakten nog een praatje, de honden hingen een beetje rond. Lewis werd ongeduldig en liep vast wat vooruit. Daar kwam een vrouw aanlopen met een klein hondje. Ik heb niets tegen kleine hondjes en meestal ook niet tegen hun baasjes, maar je hebt de ‘jouw hond is groot en vals angsthaas baasjes’ en deze vrouw was blijkbaar van dit type.

Het hondje liep nieuwsgierig naar Lewis, die een rondje om zijn as rende (overprikkelings modus) en een keer blafte naar het hondje en vervolgens pakt de vrouw haar riem (met haak op het eind) en wil Lewis ermee slaan. Serieus, kom niet aan mijn hond want dan kom je aan mij, dus ik roep iets als blijf van mijn hond af, waag het niet om hem te slaan. Ok, mijn toon was verre van vriendelijk, maar hallo, wat ik zeg, mijn hond, die echt niets doet, blijf met je tengels van hem af! Begint ze tegen me te roepen dat ik hem aan moet lijnen (haar eigen hond mag natuurlijk wel gewoon loslopen, want die is klein) en (en dat vond ik echt onacceptabel) roept dat ik toch niks kan.

Want dat is natuurlijk wat je roept als je je moet verdedigen, dat iemand die in een rolstoel zit toch niets kan. Zelden heb ik een opmerking gehoord die denigrerender is dan dat. Hoe haal je het in je hoofd?! Wat geeft jou het recht om dat tegen iemand te zeggen? Het drong in eerste instantie niet eens tot mij door, ik zat in een enigszins pissige energie en dacht alleen maar kom maar op, als jij mijn hond mept mep ik jou, maar mijn gesprekspartner maakte mij erop attent. Dat je dat niet, gewoon niet zegt. Het is niet ok om zo tegen iemand te praten. Mensen met een handicap zijn meer dan hun handicap. Zelden heb ik mij met een paar woorden kleiner gevoeld, door een paar woorden kleiner gevoeld.

En weet je, in eerste instantie dacht ik, moet jij eens afwachten wat ik allemaal kan. Ik word namelijk bijzonder opstandig van dit soort mensen, maar toen de adrenaline gezakt was voelde ik eigenlijk alleen maar verdriet, want dit is hoe een groot deel van de mensen aankijkt tegen de mens in de rolstoel. Zij zien je niet als een mens, je bent gereduceerd tot dat, iets dat niets kan. Niet ok. Zo niet ok!

Ik mocht even stoom afblazen bij een van mijn vriendinnen, soms is dat even nodig. Ik heb namelijk geen enkele behoefte om mijn humeur te moeten verliezen aan zo’n iemand, iemand die blijkbaar de nodige issues heeft. Het is haar onvermogen om om te kunnen gaan met de situatie die maakt dat ze mij wil kwetsen. Ik heb een verrassing voor haar, ik laat me niet kleineren. Ik ben namelijk veerkrachtig, dat is iets dat mensen met een handicap wel leren. En ik ga niet oordelen, ik weet niet waarom ze reageerde zoals ze deed, maar ik denk dat het goed is eens stil te staan bij wat je er uit je mond komt. En bij je acties. Ik mag hopen dat ze inziet dat dit echt niet kan.

Veel mensen met kleine honden zijn bang voor de grote, enthousiaste lobbesen, zeker als ze blaffen, want er zit best geluid in. Maar verdiep je eens in de taal van de hond, want echt niets in deze situatie was gericht op agressie, niets. Het kleine hondje was niet eens bang, het baasje was bang. En haalde uit. Naar mijn hond. Hou je riem bij je, want in mijn visie heb jij geen enkel recht een dier te slaan en zeker niet mijn dier. Blijf met je tengels van andermans hond en hou je denigrerende gedachten voor je.

Ik ga mijn gedachten weer richten op mooie dingen, want 99% van mijn wandeling was precies dat, mooi. De radio in mijn hoofd stem ik maar weer eens af op frozen ‘let it go’. De wereld is over het algemeen mooi en de meeste mensen benaderen mij gelukkig wel gewoon als heel mens.