Aparte Gevallen

Ik heb weer een onderwerp, in het kader van de meimaand voor awareness ook nog eens een goede, al voelt het voor mij iets minder goed. Letterlijk.

Ik ben gevallen, tijdje geleden al. Lette niet goed op en kwam met mijn schoenveters in de knoop, nou ja, ik niet, maar de deur wel. Mijn veters kwamen ertussen en ik kon geen stap meer zetten maar deed het wel. Handen vol (achteraf waarschijnlijk mijn geluk geweest anders had ik mijn polsen gebroken), viel vol op mijn uitstekende dijbeen. Letterlijk uitstekend, maar figuurlijk ook. Mijn heup ligt op de grens van osteopathie, dus gelukkig voor mijn heup ving mijn uitstekende dijbeen mijn val op. Ik heb niet veel vet om het op te vangen en de val was hard. Nu heb ik in ieder geval wat extra vocht om de volgende klap op te vangen, behoorlijk wat vocht zelfs. Maar het is best pijnlijk, dus niet meer vallen geniet de voorkeur.

Dit voorval gebeurde dus een week of vier geleden. Ik stond op, leed voor mijn gevoel slechts wat gezichtsverlies (het was echt een funniest homevideo moment), wat blauwe plekken en verder was ik vooral blij dat ik weer op kon staan. De klap was hard, zo hard dat manlief zich bijna een ongeluk schrok, die zag het bed alweer de woonkamer in komen.

Ik kwam er goed vanaf, einde verhaal, dacht ik. Ik ben niet zo sterk in rekenen, nooit geweest ook en rekende op een vlot herstel. Stom natuurlijk, met mijn gestel, maar ach eens een optimist.. De week vorderde en ik vergat het hele geval. Ging steeds slechter lopen, dat wel. Steeds minder ver ook, de rolstoel moest steeds vaker weer ingezet worden. Zelfs een klein rondje veld werd een regelrechte martelgang. Pijn in mijn knieën, rug, bekken, heupen, nek, ik kon niet zitten, niet lopen én niet liggen. Geen moment dacht ik aan de val en de mogelijke invloed van die val op mijn klachten. Tot gisteren ineens het kwartje viel.

Ik ga al maanden niet echt lekker, fysiek, maar weet dat aan het weer, de nieuwe steunzolen, teveel doen (al werd dat dus steeds minder), nou ja, aan mijn standaard klierende lijf dus. Vanmorgen bracht ik toch maar een bezoekje aan dok, met die val in mijn achterhoofd. Daar was ik niet op gevallen, al had iedereen dat zo geloofd denk ik. Dok wierp een blik op mijn been en concludeerde dat deze zwaar gekneusd was, dat het een harde klap geweest moest zijn. En ja dus. Dat dit bij een gezond persoon al best invloed zou hebben, laat staan bij mij. Moest pijn gedaan hebben, tja, ik gebruik best veel pijnstillers en mijn lijf doet standaard al behoorlijk zeer, voelen en ik zijn nog steeds geen vriendjes. Dat de pijn steeds erger werd, dat is wel vervelend.

Mijn hele lijf heeft een flinke optater gehad, met alle consequenties van dien. Het voelt alsof alles ontzet is en dat is waarschijnlijk ook zo. Mijn eigenwijze gewoon doorgaan helpt waarschijnlijk niet echt mee in deze. Dus nu toch maar iets meer rust, mijn pijnstillers omhoog, want door de pijn en het anders bewegen creëer ik ook nog extra spierpijn, balans houden. Mijn sterkste punt..

Dankzij de extra fentanyl voelt mijn lijf gelukkig wat rustiger aan en kan ik in ieder geval weer enigszins normaal bewegen én liggen, dat is fijn.

Mijn lijf is een geval apart en dat vallen heeft met een beetje pech toch wat extra consequenties. Met EDS ben je nooit een standaard ‘geval’. Ook en zelfs niet voor jezelf. Altijd een gevalletje apart dus…

In het teken van vrijheid

Op deze dag kan ik losgaan over Trump, over oorlogen en het feit dat we als mensheid nooit schijnen te leren. Over dat dat me zorgen baart, al probeer ik zoveel mogelijk de problematiek in de wereld langs me heen te laten gaan. Ik kan er weinig aan doen, behalve me bewust te zijn van het feit dat we wél moeten leren. Iets waar ik me later wel weer druk om maak.

Vandaag, op deze dag van de vrijheid, vertel ik over míjn vrijheid, want ook die telt. Mijn drang en hang naar vrijheid in een lichaam dat me vaak gevangen houdt. Jawel, onderwerp van de dag (en de maand) is wederom EDS. Zie het als een les.

Ik schreef al eerder dat het momenteel niet echt heel lekker gaat, al zou je dat misschien niet zeggen als je me voorbij ziet lopen. Mensen roepen dat ik de pas er flink in heb, ik heb geen keuze. Slenteren maakt mijn gewrichten wiebelig, beter doorlopen. Dan ben ik er ook eerder, ergo kan ik eerder de druk van mijn gewrichten afhalen. Dat is hoe het voelt, alsof je constant naar beneden getrokken wordt, alsof de zwaartekracht ineens harder gaat trekken. En dat is dan nog het minste van de lastigheid. Door mijn losbandige benen wiebelen mijn knieën, mijn enkels en mijn heupen. Echt zo’n wiebelpoppetje, waar ik ooit als peuter mee speelde. Het kost me enorm veel moeite om mijn gewrichten bij elkaar te houden. Dat moet ik doen met behulp van mijn spieren, maar ook die bestaan uit bindweefsel, en zijn slapper. Daarnaast krijgen ze geen rust, nooit. Vierentwintig uur per dag zijn ze aan het werk. Nu snap je waarom ik altijd overbelast ben. En moe, best logisch.

Ik zou willen dat ik meer kon trainen, heb het geprobeerd en probeer het nog steeds, maar mijn grenzen liggen altijd lager dan de grens die ik zoek. En ja, gelukkig zijn er mensen met EDS die het wél kunnen! Ik moedig ze aan, ik ben blij voor ze, en ok, ook best een beetje jaloers soms, maar ik gun het ze. En zou het zelf ontzettend graag willen. En ik klaag niet, absoluut niet. Als ik zie waar ik nu ben en waar ik vijf jaar geleden was, dan ben ik dankbaar, ontzettend dankbaar. Maar denk niet dat ik ‘beter beter’ ben, want er zijn nog uitdagingen genoeg.

Pijn is mijn hele leven al mijn metgezel, ik weet niet beter of ik had pijn. Niet zo erg als nu, gelukkig, maar er was altijd wel een onderdeel dat klierde. Nu zijn het zo ongeveer alle onderdelen tegelijk. Ze zijn gefuseerd ofzo. Ik leef en loop op pijnstillers, zware pijnstillers. Ik kan niet zonder en wil het ook niet meer, zonder ga ik tegen het plafond (en ja, ik heb het echt wel geprobeerd en probeer het nog steeds, als het kan). Ik heb geen zin om als een dood vogeltje op bed te liggen, dus accepteer ik dat mijn leven wellicht iets korter zal zijn. Kwaliteit boven kwantiteit. Ik hoop dat ik de tachtig mag halen (krakende wagens lopen het langst, honderd heeft niet echt mijn voorkeur in dit lijf). Maar pijn, had ik, heb ik, hoort er blijkbaar bij. Niet alleen acuut, van een luxatie of in mijn geval subluxatie, maar vooral ook chronisch. Geen idee soms waar het nu weer vandaan komt.

Dysautonomie, het zijn eigen gang gaan van het autonome zenuwstelsel. Een hart dat versnelt zonder sport of vlinders, een bloeddruk die ineens van slag raakt, zweetklieren in overdrive. Het is minder nu ik bio-identieke hormonen gebruik, maar weg is het niet. Kwaad kan het geloof ik niet, het is vooral vervelend.

Huidproblemen, tja, ik ben een litteken op mijn been dat lijkt alsof kapitein haak me te pakken heeft gehad en niet de dermatoloog. Ergens tegenaan stoten staat garant voor flinke blauwe plekken die weken blijven plakken, ook als dat waar ik tegenaan stootte de vrije lucht was.

Mijn darmen zijn lui, even lui als ik, als je even vergeet dat ik dus ook altijd moe ben, want ook dat hoort erbij. Maar ik weet niet hoeveel energie een ander heeft, ik weet slechts hoeveel ík heb en dat lijkt toch heel vaak een heel stuk minder.

Er is meer, maar ik hou het hier maar even bij. Het is al genoeg. En zo is dit toch een lang stuk geworden. Beroof ik jou als lezer ook van een paar minuten vrijheid, op deze dag van de vrijheid. Maar het dient een goed doel, de bekendheid van die drie voor ons zo belangrijke letters.

EDS berooft ons van onze vrijheid. Daar moeten we mee leven, dat is ons pad, maar we kunnen de obstakels op dat pad wellicht iets beter hanteerbaar maken. De pijn een beetje verlichten. Door te delen, door artsen te leren waar ze op moeten letten en hoe ze ermee om moeten gaan. Om ons serieus te nemen, van kind af aan. Door naar ons te luisteren in plaats van direct hun oordeel te vellen.

EDS kan ons gevangen houden in een lichaam vol pijn, maar de deur kan wellicht ook op een kiertje, waarmee onze vrijheid een vlucht kan nemen…

Meimaand – EDS awareness

En toen was het weer mei, zeldzame ziektemaand. Of EDS nou echt zo zeldzaam is, dat weet ik niet. Ik denk van niet eigenlijk, ik denk dat er heel veel lotgenoten rondwandelen of rollen zonder diagnose, of zonder juiste diagnose. Onbekend is het nog steeds, al hoor je het nu veel vaker, nou, ik hoor het vaker, maar dat is logisch denk ik, omdat ik er nu eenmaal meer mee bezig ben, al dan niet bewust.

Mijn klachten gaan op en neer. Nog steeds. De ene dag, week, maand gaat het beter dan de andere. Momenteel gaan dingen moeizaam, ik probeer wat ik herwonnen had vast te houden, maar de balans is weer eens zoek. Ik overschrijd de grens, soms bewust, maar vaker kom ik er te laat achter. The story of my life. Ik rol meer, loop kleinere stukjes en met meer moeite. Vallen en weer opstaan.

Mensen in mijn omgeving denken vaak dat het slechter gaat als ze me rollend tegenkomen, maar dat is niet altijd waar. Soms wel natuurlijk, maar vaak is het ook een keuze. Lewis wil wel graag iets verder lopen dan mijn grens reikt, dan moet er toch echt gerold worden. Dat maakt dus niet dat het ‘slechter’ gaat. Dat behoeft geen medelijden, al kan een beetje medeleven soms geen kwaad. De keuze is te vaak pijnlijk, hoe je dat dan ook op wilt vatten.

Mijn rug is en voelt ellendig, hoe hard ik ook mijn best doe hem sterk en gezond te denken (want dat doe ik nog steeds!). Zitten is een crime, wat lastig is als je niet zo ver kunt lopen vanwege de heupen en de knietjes (die momenteel ook niet echt lekker buigen). Mijn voeten knapten op van steunzolen maar de rest van mijn lijf moet wennen. Met alle consequenties van dien. Never a dull moment.

Leven met EDS is leven op en over de grens. Leven met EDS is nooit saai.
Leven met EDS is aanpassen, flexibel zijn, letterlijk en figuurlijk.
Leven met EDS is zoeken naar balans, altijd en iedere dag.
Leven met EDS is keuzes maken, lastige keuzes soms.

Maar leven met EDS is voor mij gelukkig nog steeds waardevol en de moeite meer dan waard. Daar prijs ik mij enorm gelukkig mee!

Komende maand probeer ik wat frequenter te schrijven, wat meer te delen. Mijn boek kostte me veel tijd en nog meer energie, maar het is klaar en gaat (hoop ik) deze week of volgende week naar de drukker. Dan hoop ik ook de website af te hebben en een nieuwsbrief te kunnen starten (jemig wat komt er veel bij kijken), de link zal ik delen.

De meimaand is er een prima maand voor!

Doelmatig?

De wereld wordt steeds harder, ook ons land, alles draait om de pegels. In de wereld van de commercie is dat te snappen. Probleem is dat deze commercie langzaam maar zeker de wereld over heeft genomen. Je snapt al waar ik naartoe wil denk ik, de invloed van het kapitalisme in de zorg. Ja, ook hier heeft het de boel overgenomen, met de nodige consequenties, zeker voor chronisch zieken.

Vandaag las ik een berichtje, nou ja, zeg maar noodkreet, van een lotgenootje. Grote fysieke problemen, vijf buikoperaties gehad, een stoma, meerdere sondes, chronische pijn, instabiele gewrichten, rolstoelafhankelijk. EDS is s bitch. Wij die lijden aan deze aandoening weten dat, voelen dat iedere dag, ook als je het niet ziet.

Veel van ons EDS’ers zijn gebaat bij fysiotherapie, nee dat zeg ik niet goed, we hebben het nodig, al levert het niet altijd zichtbaar iets op. Dat botst met de instelling van de kapitalisten die over de zorg gaan, de zorgverzekeraars. Er moet een doel zijn. Zonder doelen wordt de wereld onoverzichtelijk voor hen. Er moet sprake zijn van enige vooruitgang, om het kapitaal te beschermen. Ziek zijn is duur, chronisch ziek zijn kost de maatschappij bakken met geld. Het kost de chronisch zieke zelf veel meer, in kapitaal, maar ook in kwaliteit van leven. En die kwaliteit van leven staat nu op het spel. Soms is stabiliteit het hoogst haalbare. Soms is voorkomen van verdere achteruitgang een doel op zich. Maar dat gaat niet samen met kapitalisme. Blijkbaar.

Zie hier het probleem. OHRA, de zorgverzekeraar in dit geval, wil de fysiotherapie van mijn lotgenoot niet vergoeden. De therapie is ‘niet doelmatig genoeg’. Kwaliteit van leven, het voorkomen van verdere achteruitgang is dus niet doelmatig genoeg. Te duur, met andere woorden. Mijn lotgenoot heeft alles geprobeerd, er is een medisch dossier waar je U tegen zegt, er zijn brieven van artsen, van fysiotherapeuten, er is een onderbouwing vanuit de patiëntenvereniging, maar OHRA weigert stelselmatig. Tot groot verdriet van mijn lotgenoot.

Chronisch zieken willen ook gewoon leven. Hebben het récht gewoon te moeten kunnen leven. Het leven als chronisch zieke kost al genoeg, dit deel van ons leven moet toch gewoon toegankelijk zijn? Het is al te vaak overleven.

Zorg mag geen strijd zijn…

Delen mag, graag zelfs, laten we onze stem laten horen!

De dagen…

Ik schreef het al, dat het niet zo lekker gaat, fysiek. Het zijn een heleboel kleinere dingen die samen groot zijn. En soms heb je van die dagen dat je er flink de balen van hebt. Vandaag is dus zo’n dag.

Even een paar weken terug in de tijd. Ergens in december besloot ik mijn hoeveelheid hormonen aan te passen. Ik begon er vorig jaar mee en hoewel het me veel goed doet, is het ook een behoorlijke puzzel. Mijn lichaam is ontzettend gevoelig op dit gebied en iedere kleine wijziging geeft vaak grote gevolgen. Bij mij is er onder andere de ‘keuze’ tussen ongesteld zijn of niet. Meer progesteron laat me dan wel bloedeloos rondlopen, maar geeft me meer gewrichtspijn, opvliegers, een zeer irritant onrustig gevoel en hartkloppingen. Minder progesteron zet de sluizen open. Volledig. Om de week. Niet grappig. Kies maar… Ik was behoorlijk blij van de maandelijkse ellende verlost te zijn en nu is het dus terug. En meer dan maandelijks. Niet leuk voor mij, maar ook niet voor mijn mannen thuis, laten we zeggen dat mijn humeur er ook lichtelijk onder te lijden heeft.

Dat was één. Door naar deurtje nummer twee.

Vorig jaar werd voor de derde keer een fout plekje ontdekt, dit keer op mijn been. Bijna vier weken geleden werd dit weggehaald. Op zich een kleine ingreep, maar er moest best diep gesneden worden en met dank aan Ehlers-Danlos geneest het niet echt heel lekker. De hechtingen zaten vrij strak en hebben me veertien dagen echt geplaagd. En nog steeds is het geïrriteerd, rood en pijnlijk. Ik verdraag zelfs mijn broek er niet tegenaan. En aangezien mijn benen momenteel toch al behoorlijk gevoelig zijn is dit een extra irritatiepuntje.

Dan deurtje nummer drie. Mijn bekken, SI-gewrichten en onderrug zijn in ik-ga-je-serieus-vervelen-modus. Ik kan niet zitten en slecht lopen. Kan niet liggen op de heupen (gevolg daarvan is kramp) en ook niet te lang op mijn rug (dat vindt mijn nek niet leuk). Dat maakt een en ander best heel uitdagend momenteel. En mijn scheenbeen is weer overbelast doordat ik niet kan zitten en dus maar meer ga lopen. Dat zeg ik uitdagend.

Oh en dan hebben we nog het feit dat alle huidproblemen zich tegelijk lijken te manifesteren (ik doe dus toch iets niet goed op dat vlak), allerlei soorten eczeem duiken overal op, met kleine wondjes als gevolg. Ik word er een beetje moe van.

Vorige week ben ik naar de Veine dagen geweest om een oplossing te zoeken voor mijn ik-kan-niet-zitten-maar-ook-niet-lopen-en-mijn-rolstoelen-zitten-ook-verre-van-goed-probleem. Want wat is nou de oplossing? Zelfs mijn super-de-luxe elro biedt die niet. Sterker nog, ik kan gewoon geen goede houding vinden , hoe hard ik ook mijn best doe. Het beste zit ik nog in de draaistoel van mijn moeder, maar die kan niet rollen…

Ieder van deze dingen apart is vervelend, maar samen vormen ze een ware uitdaging. Mijn schouder blijft niet hangen, mijn nek geeft bliksem in mijn hoofd en ik weet gewoon even niet hoe een en ander op te lossen.

En dus heb ik me er voor vandaag maar weer bij neergelegd. Vandaag doe ik niks. Healing day, schreef ik in mijn aanstaande boek. Vandaag is dus maar healing day.

Morgen krijg ik mijn zooltjes, hopen dat dat een stap is in de goede richting, letterlijk…

  • einde klaagzang, terug naar Bob Marley, ‘don’t worry, about a thing… every little thing, is gonna be Allright’

Stilte… voor de storm?

Het is stil hier, op mijn pagina. Ik heb meerdere blogs geschreven, nou ja, half geschreven, on-af. Meestal belanden ze in de digitale prullenbak. Niet interessant genoeg, of ik vind gewoon de juiste woorden niet.

Ik schreef over pijn, ja het zijn weer die dagen in het jaar dat mijn hele lichaam overhoop ligt. Dagen, het zijn weken, maanden al zelfs. Je ziet het niet aan me, denk ik, maar ik word er zo moe van. Ik krijg mijn hormonen maar niet in balans, wat resulteert in een onderhuidse irritatie die altijd op de loer ligt. Je weet maar nooit wie de volle laag krijgt en waarom dat zo is. Ik kan het zelf niet eens voorspellen. Mijn vingers prikken en tintelen na een sublux in mijn schouder die blijkbaar ergens een zenuw afknelt. Mijn heupen willen niet zitten, maar ook niet lopen, wat voortbewegen tot een ware uitdaging maakt, dus vertrouw ik maar weer op mijn oude vertrouwde methode, kiezen op elkaar en gaan. De gevolgen laten zich raden, meer pijn. Het is om gek van te worden. Mijn darmen spelen weer eens verstoppertje, gevolg, ook in dat deel van het lichaam pijn. Kramp. En dan vertel ik hiermee nog maar een klein beetje van het geheel. Lotgenoten kennen dit gevoel, gewone gezonde mensen kunnen zich er geen voorstelling van maken en dat is maar goed ook.

Zo, goed begin toch?
Nu over naar de positievere kanten van mijn bestaan, want die zijn er gelukkig ook!

Ik heb mij aangesloten bij een plaatselijke politieke partij. Ik was al een klein onderdeeltje van een landelijke afsplitsing, maar op de een of andere manier voelt dit als een betere match. Ik zit vol ideeën en kijk ernaar uit mijn steentje bij te dragen. Me vol enthousiasme inzetten laat de pijn ietwat naar de achtergrond schuiven. Al moet ik natuurlijk wel oppassen mijn grenzen niet te overschrijden, mijn sterkste punt, niet dus. Maar ik voel me weer een beetje een onderdeel van de maatschappij, iets wat toch een dingetje blijft bij mij, het gemis daaraan.

En ik ben bezig de laatste correcties in mijn boek te verwerken, het is nu echt bijna klaar! Dan nog bedenken hoe ik het de wereld in ga slingeren, via printing in demand of toch op zoek naar een samenwerking. Ik ben de mensen die mij geholpen hebben ontzettend dankbaar! Je ziet je eigen fouten niet en ik haal nogal wat watten en datten door elkaar. Om nog maar te zwijgen over de spaties, die nogal eens op een verkeerde plaats verschijnen. Of verdwijnen. En er wordt hard gewerkt aan een bijzondere cover. Ik heb de vormgeving echt wel tien keer veranderd (voordeel als je dat zelf doet), maar nu ben ik echt tevreden.

Het was wel weer een bevalling hoor, al is die bevalling eigenlijk nog bezig. Maar de geboorte van weer een bijzonder boek is bijna daar!

Genoeg om over te schrijven dus en tegelijk kan ik te weinig woorden vinden voor wat ik nu eigenlijk voel. En dus is het stil, tot ik de juiste woorden weer vind en de wereld overspoel.

Stilte… voor de storm.

(Mocht je je vast willen inschrijven voor mijn boek, stuur me een berichtje of zet het in de reactie, het is de moeite waard!)

* Een foto voor het lente-gevoel 😉

Inspiratie of frustratie?

Jouw waarheid wordt bepaald door jouw ervaringen… hoe je een bericht opvat wordt bepaald door jouw achtergrond. Iets dat me vandaag echt duidelijk werd, het spreekwoordelijke kwartje viel bijna in mijn lege mok koffie…

Een week vol besprekingen, niet bij mij, dat trek ik niet, maar bij een ander. Zo’n week wordt door mensen in de omgeving gezien als een mooie prestatie, je inzetten voor goede doelen, meerdere zelfs, dan doe je iets goeds voor de wereld! En natuurlijk is dat zo, zouden meer mensen moeten doen, als ze het kunnen. Die laatste toevoeging is belangrijk en speelt nog steeds een (te) grote rol in mijn voor mijn gevoel vaak doelloze leven.

Au, gevoelig punt, nog steeds, blijkbaar.

Er zal toch echt een les in zitten, in mijn eerste reactie, mijn eerste gevoel, bij zo’n bericht. Mijn borstkas trekt zich samen, een steek van ja, wat, ik weet het niet precies, teleurstelling? Of is het tekortkoming?

Nog steeds voel ik mij tekort schieten. Ik wil meer, nee voor mijn gevoel móet ik meer. Doe ik te weinig. Nog steeds bekritiseer ik mijn gebrek aan mogelijkheden. Nog steeds kamp ik met dat gevoel dat ik maar wat luilak door de dagen.

Ik dacht het van me afgeschud te hebben.
Niet dus.

Het gevoel lag slechts om de hoek, te wachten op een onbedacht moment. Bam, recht in mijn gezicht, precies toen ik het niet meer verwachtte.

In mijn zoektocht naar mijn dromen stuit ik telkens weer op mijn onmogelijkheden. Als ik met slechts weinig doen toch teveel gedaan blijk te hebben. Als ik met enige schroom voor mezelf kies en dat doe waar ik zin in heb en vervolgens op mijn vingers getikt word door mijn eigen gevoel voor verantwoordelijkheid.

Jouw waarheid wordt bepaald door jouw eigen ervaringen. De reactie van een ander zegt nooit iets over jou, slechts over hoe jij zelf denkt over jezelf.

Dat zegt wel wat.
Er is nog wat werk aan de winkel.

Puur geluk

Ooit was ik een vormgeefster, nee, ooit verdiende ik mijn geld als vormgeefster. Ik ben het nog steeds, ik doe het alleen niet zo vaak meer. Ik kies een aantal projecten waar ik, zonder druk, aan kan werken. Op mijn gemak, al leg ik mijzelf wel degelijk druk op. Aard van het beestje.

De afgelopen weken werkte ik aan een nieuw boek voor Charlie en dat wakkerde mijn liefde voor dit werk weer aan. Niet dat ik weer aan de slag ga, of kan, want mijn schouders zijn nog steeds geen fan en het gaat gewoon te traag om er echt iets mee te kunnen. Het is en blijft een hobby. Het gaf me wel het enthousiasme om weer een boek van en voor mijzelf te maken. Kneus -en -Co is alweer vier jaar geleden uitgekomen en ik heb columns genoeg geschreven. Ik heb wel wat lessen geleerd van de vorige edities, ik wíl wel groot denken (en kan het zeer zeker), maar groot inkopen laat ik maar achterwege. De halve zolder wordt nog steeds ingenomen door dozen vol boeken die hun eigenaar wel verdienen maar nog niet gevonden hebben. Lesje. Geleerd, hoop ik.

Gisteren ben ik maar eens gaan inventariseren, wat krijgt een plaatsje, wat niet. Het is best zinnig om op deze manier terug te kijken op de afgelopen jaren, je vergeet best veel. In mijn hoofd zitten vooral pieken, de dalen waren er ook, las ik. Als je terugleest zie je patronen, en herhalingen, niet per se hetzelfde. Ik herhaal best vaak dingen, in andere bewoordingen, het is geen ingestudeerd trucje. Soms is de boodschap net iets anders, laat in ieder geval zien dat ik leer. Ook een veelvoorkomend onderwerp trouwens. Logisch ook, het afgelopen jaar was een groot leerproces, zoals het hele leven dat is.

Ik kan me bijna niet meer voorstellen hoe mijn leven eruit zag, ben zo ver gekomen. Kwam van zo diep, fysiek. En al zeurt het stemmetje in mijn hoofd nog steeds dat er zoveel mensen zijn die er beroerder aan toe zijn, ik antwoord dat dat los staat van mij en van mijn situatie. Ik hoef niet langer te vergelijken, dat is winst. Groei.

Ik ben nog lang niet op het punt dat ik wil bereiken, ik sta nog aan het begin. Fysiek nog steeds op achterstand, ondanks die zo grote vooruitgang. Maar ik ben goed op weg en dan val ik toch weer in herhaling, want ik ben dankbaar en dat woord komt door dat hele boek terug. In hoofdletters. En dat mag, want dankbaar kunnen zijn is iets om dankbaar voor te zijn. En dat ben ik dus.

Ik kwam trouwens ook een stukje tegen over geluk, ik zette het erin en keek naast me. Wat ik daar zag was puur geluk…

Niets is ooit simpel

Ik kreeg een bericht onder ogen, een blog van iemand met ME. Ik ben er van zeer dichtbij bekend mee, mijn vader heeft het en ik zie hem er al jaren mee worstelen. De symptomen gaan op en af, maar hij heeft keuzes moeten maken om zichzelf te beschermen. Keuzes met verstrekkende gevolgen, sociale contacten zitten er al jaren bijna niet in. Teveel prikkels en de prikkelverwerking in zijn hoofd is op veel dagen niet best. Ik worstel mee, op afstand, een paar keer in de week naast hem. We praten over de dingen die er toe doen, voor ons, die voor anderen vaak moeilijk te begrijpen zijn. Bloedeerlijk, realistisch, we schuwen geen lastige onderwerpen. Onze gesprekken zijn van grote waarde, genieten zolang het kan. Maar realistisch gezien zijn mijn bezoekjes op sociaal niveau een hoogtepunt voor hem. Naast mijn broertje, mijn moeder en mij ziet hij weinig mensen. Dat was en is een bewuste keuze, maar niet een keuze die je makkelijk maakt.

Vanmorgen las ik dus een stuk van een ME patiënt die schrijft over een onderwerp dat een grote rol speelt in mijn huidige leven, hoe je denkpatroon je gezondheid beïnvloedt of kan beïnvloeden. Of hoe dat soms niet lukt eigenlijk. Wil dat iemand anders iets kan, ook automatisch zeggen dat jij het moet kunnen? Het is een lastig vraagstuk, welke rol speelt het toeval, welke rol speelt je achtergrond, je mogelijkheden, de omstandigheden? En misschien hoort de omgang met een aandoening wel op jouw pad? Het is een onderwerp waar ik ook mee worstel, vaak. Aan de ene kant vóel ik dat mijn vooruitgang voor een groot deel komt door mijn vertrouwen, maar aan de andere kant hoef ik maar achteruit te lezen op mijn eigen pagina om te zien waar ik ooit was. En ik wil daar niet naar terug. Ik geloof dat ik een deel daarvan zelf in de hand heb, maar wat zegt dat over anderen? Juist, helemaal niets.

Ieder loopt zijn eigen pad en dealt op zijn eigen manier met de drempels.

Afgelopen week heb ik een heleboel ellende gezien, bij lotgenoten. We hebben er weer eentje verloren, een prachtig mens, nog veel te jong. Altijd positief, altijd daar voor anderen, maar het eindresultaat verandert er niet door. Weer een ster erbij.

Zoveel andere lotgenoten die het zwaar hebben, ook positief, enorme doorzetters, altijd vechtend. Je kunt niet alles wegzetten op beter je best doen, positiever denken. Coaches geven wel die indruk. Kom bij mij en alles komt goed, was het maar zo’n feest.

Geloof kan je redden? En dan heb ik het niet over religie, laat ik daar kort over zijn, want ik vind het prima hoor, geloof wat je wilt geloven, maar mijn ding is het niet. Teveel moeten en teveel druk, verwachtingen. Geloof in je eigen kracht, dat heb ik wel. Maar ik vind het ook te makkelijk gezegd dat iedereen dat kan of zou moeten kunnen. Dat geeft juist weer druk, en stress. Verwachtingen.

Als je een mogelijkheid ziet, voor jezelf, ga ervoor. Sta erachter. Probeer het. Maar laat de verwachtingen los, je weet wat je hebt en misschien, wellicht, is daar ruimte voor meer. Is dat wat accepteren is?

Ik gun iedereen alles, ik gun mijn lotgenoten, mede chronisch zieken zoveel gezondheid. Ik gun iedereen liefde, om zich heen, maar vooral voor zichzelf. Want met liefde maak je alles een beetje lichter en dat kan je door de stormen heen helpen.

Denk ik…

Een ander perspectief

Je raakt eraan gewend, aan een ander perspectief. Ik bekeek de wereld anders, de afgelopen maanden. Ik snuffelde aan een andere vorm van vrijheid. Ik vóelde mijn spieren (letterlijk vaak) en vond het heerlijk om ze te voelen (meestal dan). Ik keek vanaf grote hoogte, zonder neer te kijken op. En nu, nu moet ik weer opkijken tegen. En ik weet dat dit een golvende beweging is en zal blijven. Ik weet dat dit even tijdelijk is. Ik weet dat ik nu letterlijk even afstand moet nemen (en grotere afstanden af kan leggen), maar dat wil niet zeggen dat ik het leuk hoef te vinden toch?

Het zat er al een tijdje aan te komen, ik deed teveel. Mijn opbouwschema was er eentje van niet mauwen maar doen en daar heb ik echt al jaren ervaring mee. Geen goede trouwens, maar het voelde wél goed. Of dat is omdat het is wat mijn brein kent weet ik niet, kan maar zo. Mijn omgeving keek met samengeknepen billen toe. Ging ik niet te hard? Deed ik niet teveel? Tuurlijk wel. En uiteraard weet ik best wat ik doe, en niet goed doe. Maar ik moet altijd eerst zelf ervaren, voelen. Mij proberen tegen te houden is zinloos. Daar word ik alleen maar opstandig van. Dat weet ook iedereen om mij heen.

We gingen naar Frankrijk en ik genoot! Het gevoel van zand onder mijn wandelschoenen, het gekraak van dat zand was luid genoeg om dat van mijn knieën te overstemmen, kon ik nog even doen alsof er niets aan de hand was. Manlief vroeg regelmatig of we niet beter, of ik zelf zou aangeven wanneer, maar nee, ik kon, ik wilde, ik ging. Stapje voor stapje, zei ik, deed ik. Stapje voor stapje vooruit. Genieten, voelbaar genieten ook. Kan ik.

Ik had al een tijdje meer last van mijn knieën, maar dat was best logisch gezien dat niet bestaande schema van me dat ik toch wist te overschrijden. En die knieën voel ik mijn hele leven al, dat is niet echt alarmerend, voor mij. Dat mijn scheenbenen brandden was vervelender. En dat ze bleven branden, ook na het lopen, dat was irritant. Maandag had ik een afspraak bij mijn fysiotherapeut, ik ben nieuw voor hem, maar ik ben blijkbaar best makkelijk te lezen want hij had al vrij snel uitgevogeld hoe ik in elkaar steek. Waar ik last had van die schenen? Tja, waar niet. Overbelast, ja die had ik zelf ook al bedacht, iets met dat niet bestaande en toch overschreden schema. Ontstoken, met een beetje pech. De oplossing laat zich raden, rust. En dus is mijn perspectief veranderd, deels tenminste, want ik mag nog wel lopen, als ik maar ga voelen. En dat vind ik nog steeds lastig.

Dinsdag viel het kwartje pas echt. Ik liep het late middagrondje, een korte, want ver mag ik dus niet meer (al is ver ook een rekbaar begrip, want mijn ver is niet ver, voor de meeste mensen dan, ook kwestie van perspectief). Oortjes in, wandelmeditatie aan, loopt lekkerder. Affirmaties, ‘ik zorg goed voor mezelf’, au, letterlijk en figuurlijk. Eh nope. ‘Ik let op mijn grenzen’. Weer au, ook niet. ‘Ik geef mijn grenzen aan’. Weer een dikke nee, bij iedere stap zakte ik verder in elkaar. Het is niet nieuw voor me.

Wat wel nieuw is, is het besef. Als ik zo door ga verkloot ik het weer. Raak ik alles waar ik zo hard voor gewerkt heb weer kwijt.

Een ander perspectief. Groei gaat gepaard met vallen en opstaan. De laatste weken keek ik neer op mijn stoel, letterlijk. Ik keek ernaar en dacht dan ‘nope’, om hem het nakijken te geven. Gisteren bekeek ik hem anders, ik moest wel. Ik kan al mijn stukken van jaren geleden teruglezen, hoe de stoel mijn vrijheid betekende en ja, dat is zo, maar dat staan op mijn twee benen is zo fijn. Het letterlijk anders bekeken worden, in het park. Op ooghoogte staan, tijdens een gesprek. Wat meteen wil zeggen dat er nog veel moet veranderen, in onze samenleving. Iets waar ik probeerde mijn steentje aan bij te dragen. Zoals ik dat ook probeer te doen voor rollers die lopen. En toch ook weer rollen.

Dezelfde mens. Een ander perspectief.