In de hoofdrol

Je kunt besluiten de touwtjes los te willen laten, maar als je diep vanbinnen voelt dat je toch echt iets te melden hebt en iets wilt bereiken, is dat best lastig. Het gevoel dat ik heb, is het beste te omschrijven als een innerlijke drang. Een innerlijk moeten dat zich slecht laat negeren.

Het is voor mij vergelijkbaar met mijn schrijven: als de inspiratie er is, moeten de woorden het digitale papier vinden. Ik kán het niet onderdrukken.

De wereld verandert, logisch ook, de tijd gaat door, de wijzers van de klok tikken ongenadig verder. De wereld van nu is niet meer de wereld uit mijn jeugd. Foto’s laten dat zien, films nog meer. De kleding, de haarstijl. Ik liep als tiener rond met schoudervullingen en haar alsof er een vliegdekschip op mijn hoofd stond. De voorkant getoupeerd, de bovenkant plat. Tja, die kon ik niet zien en met mijn toen al wankele schouders kon ik er niet goed bij. Voor lange mensen moet het een bijzonder gezicht zijn geweest. Ik droeg een glimmend groen metallic trainingspak met LA Gears, van die lompe schoenen. Mijn toenmalige vriendje was een gabbertje.

Als je de foto’s terugziet, krijg je hetzelfde gevoel als wanneer ik naar foto’s van mijn ouders keek: mijn vader met een BeeGees-kapsel en mijn moeder in een ultrakort rokje. Onvoorstelbaar. Al loop ik zelf nog steeds het liefst in mijn trainingsbroek met een veel te grote trui. Alleen glimt die broek inmiddels niet meer.

Terug naar mijn oorspronkelijke punt.
De wereld is veranderd. Ons politieke systeem verandert niet mee. We doen ons best, we zien dat de organisatie die ‘de overheid’ heet niet meer goed functioneert, we signaleren het allemaal, maar verandering gaat ontzettend langzaam. Het is een groot, log schip dat te traag in beweging komt. Regeringen blijven beloven de steeds groter wordende problemen op te lossen, maar die problemen zijn allang boven hun hoofd gegroeid. Ver boven hun hoofd.

“Simpel,” denk ik dan weleens. Je moet mij even bellen. Maar de kans dat dat gebeurt is klein. Out-of-the-box denken is niet de sterkste kant van Den Haag. En dat is op zich ook logisch: ze groeien erin op. Van een figuurlijke puber met grootse ideeën tot volwassenen die gewend zijn dat dingen nu eenmaal gaan zoals ze gaan. Idealisten haken vroegtijdig af of worden afgeschoten tijdens verkiezingen. Te klein. Te weinig invloed. Te weinig inzicht. En als ze het redden, verandert het systeem hun dromen.

Gisteren reed ik met zoonlief mee naar de supermarkt (ja, ik ben zo’n curling-ouder die ‘het kind’ even brengt bij slecht weer). Terwijl ik zat te wachten, dacht ik na over het leven. Ik kwam tot een conclusie: het leven is één groot verhaal. Een soort sprookjesboek. Het is hoe je een leven wéegt, hoe je het bekijkt, vanuit welke kant je kijkt. Keuzes worden gemaakt vanuit een bepaald oogpunt.

Het maakt uit hoe je opgroeit, waar je naar school gaat, waar je geboren bent. En het gaat niet eens zozeer over geld, status of macht, het is hoe je hebt leren dénken dat het verschil maakt.

Ben je in staat de wereld van een afstandje te bekijken, of zit je vastgeroest midden in het verhaal? Dát maakt het verschil.

Je bent hier op aarde om jouw eigen verhaal te schrijven. Je wordt met een reden blanco geboren. Wat je misschien gekozen hebt als missie weet je niet meer; dat blaadje is gewist om het je later te laten herinneren. Tenminste, zo zie ik het.

Maakt ook niet uit. Je wordt blanco geboren en de wereld ligt voor je. Open. Groots. Je kunt doen wat jíj wilt. Zijn wie jíj wilt zijn. Dat is een keuze. Jouw keuze.

Ik zeg niet dat verandering makkelijk is of makkelijk zal zijn, maar het is wél mogelijk, als je het wílt.

En dan zijn we terug waar ik begon. Dat systeem dat we ontgroeid zijn. Het werkt niet meer voor ons. Het is tijd om de wereld te herzien. Te leren van wat we minder goed hebben aangepakt. Eerlijk te reflecteren. En het dan anders te doen. Kansen te bieden. Kinderen te leren zélf na te denken. Zelf keuzes te maken. Te leren van het verleden en te leven in het heden.

Ik zeg het vaker: ik ben een idealist. Maar ik weet dat mijn beeld van de wereld mogelijk is, als er maar genoeg mensen geloven dat het kán. Doe eens een grote stap achteruit en droom een verhaal. Het verhaal waarin jij de hoofdrol speelt.

Wat zou jij willen?
Hoe zou jouw ideale wereld eruitzien?

Stop met denken in oorlog en verdeeldheid. Zet het nieuws uit. Sla de krant eens over. Droom van een toekomst waarin we blij zijn. Waarin we samen leven.

En denk dan eens na over hoe je die wereld in kleine stappen zou kunnen bereiken. Keuze voor keuze.

Ons leven is slechts een verhaal.
Waarin wij de hoofdrol spelen.
Op onze eigen manier.

Foto credits Mirella de Jong

Hormonale verschillen?

Ik krijg niets gedaan. Echt helemaal niets. Mijn hoofd is nog steeds een chaos. Ik probeer mijn gedachten te ordenen, allereerst in categorieën. Politiek, politiek (deze neemt nogal veel aandacht en tijd in beslag), visitekaartjes (bijna af, maar nog niet helemaal naar mijn zin), belastingdienst (open het programma en sluit weer af, want even geen idee), politiek, opruimen, cursus maken.

Het lege scherm op mijn laptop, waar ik inmiddels al een half uur naar aan het staren ben, irriteert me. Eigenlijk irriteert alles me. Waarom? Geen idee. Is het de stand van de maan? Is het misschien het feit dat mensen als kippen zonder kop rondrennen (mijn gevoel)? Of zijn het toch weer mijn hormonen, die wellicht een lichte tweak nodig hebben?

Ik herken het gevoel, ik had het vorig jaar ook. Toen begon ik net met het gebruik van bio-identieke hormonen. Of misschien was het net daarvoor, toen ik van zeer goedgehumeurd zo ineens om kon slaan in een heuse vuurspuwende draak. De Draak is terug. Het vuur houd ik meestal nog net op tijd binnen (tenzij het om reageren op Facebook gaat), maar het gaat wel ten koste van mijn goede humeur.

Hormonen zijn van ontzettend grote invloed op ons mensen. Ik had het niet eens zo in de gaten, toen ik er midden in zat. Het gaat geleidelijk, sluipend. De symptomen verrassen je, overvallen je, maar ze zijn er. Er wordt gelachen als vrouwen hun problemen toeschrijven aan hun hormonen, maar we worden er allemaal door gestuurd. Bestuurd misschien wel zelfs, soms.

Gisteren (of eergisteren al) liep ik een vriendin tegen het lijf. Zij spuwde ook vuur, in de vorm van een middelvinger, gevolgd door een hardop uitgesproken krachtterm richting een fietser die zonder reden een vuile blik wierp richting haar. Ik ben mezelf niet riep ze me toe. Mijn vriendin dus, niet de fietser. Tja, onze leeftijd spreekt voor ons zeg maar.

Ik ben ook mezelf niet. Of het te wijten is aan de mensen op het digitale platform waar ik me (te vaak) begeef, aan mijn hormonen of toch aan die maan weet ik niet. Dat het me in de weg zit weet ik wel. Ik bevind me te vaak in de leegte van mijn scherm. Of verdwaal in het scrollen tussen irriterende reacties, die daarmee mijn gedachten irriteren.

Fijn, zo’n neurodivergent en wellicht ook hormonaal overspannen brein…

Niet(s) gevonden

Mijn vorige blog dateert van twee weken geleden. Ik zocht de palmboom, die me moest herinneren aan het feit dat geluk soms niet meer is dan een zacht briesje, of de regen die tikt op het glazen dak van onze veranda.

Ik vond hem, dacht ik, die dag. Ik hield hem vast, onderweg naar Frankrijk. Maar eenmaal thuis, is hij weer kwijt.

Dat doet het met je, leven in de realiteit.

Wat is waar? Ik spring van de hak op de tak. Kan niet anders, mijn hoofd is chaos.

Komt het door het nog zo jonge jochie, dat gister vanaf het viaduct over de snelweg ons de Hitlergroet bracht? Of komt het door het nieuws, dat zwaait met eenzelfde soort vaandels, aangevuld met rellen? Is dit de realiteit?

Wat ís waar?

Ik maak me druk. Dat is waar.
Ik maak me zorgen. Ook dat is waar.

Ik wil me niet druk maken.
En ik wil me geen zorgen maken.
Ook dat is waar.

Als dé waarheid niet bestaat, en dat geloof ik, is onze realiteit dan wel écht?

Zijn er mensen die mij nog kunnen volgen, want ik volg mezelf niet meer.

Ik wil niet leven in een wereld vol waanzin. Een wereld waarin mensen elkaar afmaken voor een stukje land. Een wereld waarin mensen elkaar het licht in de ogen niet gunnen, uit, wat? Angst? Komt wantrouwen uiteindelijk niet daaruit voort?

Maakt het niet zien van deze realiteit haar minder echt?

Ik ga maar weer op zoek. Naar die palmboom, die ik had, maar ook weer kwijtraakte. Uit mijn zicht. Met mijn blik naar buiten gericht. Niets dan gedoe, daar op tv. Ik kan en wil daar niet in mee.

Haat of liefde?

Hoe verenig je het beeld dat mannen hebben en krijgen van vrouwen met de manier waarop we met elkaar omgaan? Hoe zouden we met elkaar om moeten gaan? En in hoeverre wordt dat beeld gevormd door cultuur, door media en door verhalen die we continu herhalen?

Gisteren keek ik naar Gossip Girl. Ik schaar deze serie onder ‘dom vermaak’, gewoon kijken en vooral niet nadenken. Alleen vergeet ik vaak dat ik dat niet kan. Ik kan niet niet nadenken. Bij alles wat ik zie leg ik een linkje naar de werkelijkheid, zie ik paralellen met de samenleving. Zo ook hier. 

De nachtclubs, de schaarsgeklede vrouwen op torenhoge hakken. Vrouwen die zich met seksuele toespelingen ondergeschikt maken aan de man, of hun seksualiteit juist gebruiken om de man onder de duim te krijgen, of daar te houden. 

Als vrouw kun je het niet snel goed doen, als je gebruik maakt van je uiterlijk breng je anderen in verleiding. Mannen kijken je na, vrouwen ook, om een andere reden. Altijd moet je je bewust zijn van een grens, van de balans.

Hoe zijn we hier beland?

Televisie en media maken gretig gebruik van de schoonheid van de vrouw. Bij mannen gebeurt dat ook, maar dan vaker in een andere, bijna stijlvolle setting. Vrouwen worden harder en zichtbaarder afgerekend op hun uiterlijk. 

Wordt hier niet de basis gelegd voor hoe we in het dagelijks leven met elkaar omgaan? Hoeveel invloed heeft media op hoe mannen vrouwen zien en hoe vrouwen zichzelf zien?

In andere culturen worden vrouwen juist verborgen, achter lagen kleding. Ter bescherming van wie? Van henzelf? Of van de mannen die hen zouden kunnen zien? Hoe verenig je zulke tegengestelde werelden, zonder dat gesprekken meteen ontsporen in misverstanden en verwijten?

Soms vraag ik me af of de liefde van mannen voor vrouwen, en dan vooral voor vrouwen die ze niet persoonlijk kennen, gebaseerd is op liefde voor de vrouw zélf of vooral op de liefde voor haar uiterlijk en de rol die zij speelt?

Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat we met z’n allen de wereld nodeloos ingewikkeld maken. En ik hoop dat we, door de juiste vragen te stellen, stukje bij beetje dichterbij elkaar komen.

Loze woorden

Het kan je natuurlijk bijna niet ontgaan zijn, het kabinet is gevallen. Vol op hun snufferd gingen ze. Plat op hun bek.

Mensen zijn niet verbaasd, ik ook niet, dit zagen we al maanden aankomen. Bezint eer men begint, zeiden veel mensen, marketing geeft daar een mooie andere draai aan, je moet toch iets proberen om dit mooie land weer overeind te krijgen. Of verder omlaag, het is maar aan welke kant van de lijn je staat.

Ik lees de comments op Facebook, ja, dom, ik val weer in die eigen gegraven kuil, ook plat op mijn snoet en al wist ik wat ik kon verwachten, ik schrok toch. Hoe kunnen mensen nog steeds geloven in de sprookjes die de PVV ze voorschotelt? Hoe kunnen mensen zulke foute uitspraken doen? Zo hard, zonder enige empathie? Ik geloof niet dat al deze mensen diep van binnen echt zo denken. Ik geloof wel dat ze meegenomen worden in een verhaal waar bepaalde mensen uiteindelijk beter van worden. Ja, ik begin steeds meer te geloven dat er mensen zijn die achter de schermen aan bepaalde touwtjes trekken. Angst zaaien op grote schaal. Om daar zelf beter van te worden. Ik word een complotdenker, een beetje tenminste. Ergens klopt er iets niet.

Gister was ik in een discussie verwikkeld met één van mijn Facebookvrienden. Eigenlijk ben ik altijd met deze persoon in discussie, want we zijn het over weinig eens, op politiek gebied. Ik hoor veel loze zinnen voorbij komen, prachtige one-liners, zo ongeveer dezelfde zinnen die bij veel rechtse stemmers standaard de revue passeren. Als je vraagt om deze uitspraken verder uit te leggen valt het stil. Ik ben geneigd mijn visie op meerdere manieren, in andere bewoordingen tenminste, uit de doeken te doen. Omdat ik gewoon écht niet begrijp waarom mensen zo tegen zijn op links. Ik denk dat het helemaal niets meer te maken heeft met de werkelijke ideeën, maar slechts met het hokje. De polarisatie is alleen maar gegroeid en mensen kijken en luisteren niet meer naar wat er echt gebeurt, ze blijven vastgeroest en hardnekkig in hun hokje. En dat is een gevaar, voor onze samenleving, of je nu links of rechts denkt.

We moeten af van de hokjes, liefst nog voor de komende verkiezingen. We moeten af van de nadruk op de verschillen. We moeten (eh, mogen) onze blik weer openen, en net als bij het oversteken van de straat onze blik verbreden. Want niet alles op links is goed en niet alles op rechts is per definitie fout. We moeten mixen en matchen en elkaar vinden op de dingen waar we het wel over eens zijn. Dat het een zooitje is in de zorg, dat er gebouwd moet worden, dat de markt heel veel verziekt en we daar -zonder ons nu constant druk te maken over de oorzaak en vooral wiens schuld het is- iets aan moeten gaan doen.

Ik denk dat iedereen gebaat is bij een stabiele overheid, een overheid die de basis faciliteert (en faciliteren is iets anders dan met wantrouwen controleren!); zorg, openbaar vervoer, onderwijs, energie. Een eerlijke overheid, een sterke overheid. Het kan, al vergt het echt wel een heleboel veranderingen. De markt mag er zijn, maar niet om over de rug van burgers een slaatje te slaan uit de regelingen die er juist zouden moeten zijn om die burgers te helpen.

Het is volledig uit de klauwen gelopen, dat ziet toch iedereen?

Overheid is een fout woord geworden, daar waar de overheid juist gezien zou moeten worden als de vader van de staat wordt hij inmiddels door veel mensen gezien als aartsvijand nummer één. En wat ik al schreef, ergens, op de achtergrond, wrijven mensen zich in hun handen, in de schaduw, uit het zicht. Het zwart-wit denken, de polarisatie komt ten goede aan hen, niet aan ons.

Het is echt tijd de strijdbijl te begraven. Het is tijd een hele grote stap achteruit te doen en het hele systeem eens echt anders te bezien. Zonder direct te oordelen en veroordelen. Terug naar de tekentafel, een hele grote tekentafel. Maar ik betwijfel of onze huidige politici daartoe in staat zijn.

Verdeeldheid

Ik wist het, ik was al gewaarschuwd en een gewaarschuwd mens… en toch trap ik er weer in. Toch laat ik het nieuws weer mondjesmaat toe in mijn leven. Lees het en laat me verleiden tot het lezen van reacties. Om maar te zwijgen (eh niet dus) over de gedeelde berichten op Facebook, van vrienden die in dit opzicht niet vriendelijk zijn, voor mij, want de irritatie stijgt. En ik weet het, ik sta erachter, iedereen mag vinden wat hij vindt, maar soms kan ik niet anders dan me afvragen of ik het nu zo verkeerd zie, of dat zij dat doen. En precies dat ene woordje, zij, is als je het mij vraagt het grootste probleem in de wereld.

Ik doe mijn uiterste best mijn mening voor me te houden en berichten en reacties uit te pluizen en vanuit meerdere hoeken te bekijken alvorens ik mijn (best grote) mond lostrek. Niet altijd eenvoudig, want met mijn hormonen uit balans heb ik de neiging vol uit te halen tegen iedereen die anders denkt. Terwijl ik best hou van anders denkenden. Alleen irriteert het me enorm dat mensen zo egoïstisch lijken. Ik zeg lijken, want ik probeer echt te vertrouwen op de goedheid in de mens. In de meeste mensen nochtans. Al bevestigen uitzonderingen de regel, niet voor niets een spreekwoordelijk gezegde.

Gisteren werd ik steeds opnieuw geconfronteerd met een idee over een verenigd links, in Nederland. Waar ik dit een goed idee vind reageren mijn niet-linkse Facebook vrienden (die ik veel vaker in beeld krijg dan mijn wel linkse vrienden, hoe dat algoritme werkt is me een raadsel) dit lachwekkend. Hoe verenig je mensen die onverenigbaar lijken. Spot tegen de leider van het stel, nou ja, de voorgestelde leider, want er is feitelijk gewoon nog niks, niets, niemand bekend. Verdeeldheid zaaien voor het idee voet aan de grond kan krijgen, daar lijkt het op.

De ene groep is te socialistisch, de ander te groen. De een te elitair, de ander teveel richting midden. Dat zeg ik, verdeeld.

Ik denk dat een verenigd links de enige mogelijkheid is poot aan de grond te krijgen in het huidige naar rechts neigende politieke landschap. De versplintering leidt tot niets. We zullen moeten zoeken naar dat wat ons bindt, naar de overeenkomsten. En die zijn er, genoeg. Alleen is het kapitalisme niet gebaat bij overeenkomsten, de markt is gebouwd op competitie, op verschillen. Maar een land is geen markt. Een land is geen bedrijf, of zou het niet moeten zijn, in mijn visie.

Marktwerking is prima, het is geen vies woord, maar de basis zou er een van gelijkheid moeten zijn. In mensen, in zorg, in openbaar vervoer en nutsvoorzieningen. We kunnen toch allemaal concluderen dat marktwerking op dit front een catastrofe is gebleken? Maar ja, je zal moeten toegeven dat je dat verkeerd hebt ingeschat. En ja, er speelt veel momenteel, op wereldlijk niveau, maar gaan wij daar enige invloed op hebben? Kunnen we niet beter zorgen dat we de boel in ons eigen land onder controle hebben? En dat wil niet zeggen dat we de andere kant op moeten kijken, maar wel dat we de neuzen richting de toekomst moeten zetten. Hou op met elkaar zwart maken, daar is niemand bij gebaat. Zoek de overeenkomsten, die verschillen weten we nu wel.

En dan nog iets, mensen lijken bang te zijn dat een socialistischere blik leidt tot een nieuw China, of Rusland, maar een eerlijke basis voor iedereen, word je daar slechter van? Als jouw antwoord hierop ja is, dan zegt dat iets over jezelf. Over de angst die jij blijkbaar hebt dat mensen iets pakken waarvan je denkt dat het van jou is. En dat vind ik oprecht triest.

Een samenleving die gebouwd is op wantrouwen, is een ongelukkige samenleving.

En het resultaat daarvan zien we dagelijks.
In het nieuws.

(R)overheid?

Dat er iets grondig mis is met het systeem in Nederland lijkt mij duidelijk. Het rammelt aan alle kanten, álle kanten. De zorg is een puinhoop, de energieprijzen rijzen de pan uit, het onderwijs is een zooitje, het openbaar vervoer gaat niet, de WMO heeft geld tekort, net als jeugdzorg, wat gaat er eigenlijk nog wel goed? Na lang denken moet ik zorgelijk concluderen, niets.

Politici geven elkaar de schuld, mensen geven de overheid de schuld. Hoe vaak ik niet lees dat de roverheid mensen van hun geld afhelpt… Ik heb een eigen visie, eentje die die overheid hard nodig heeft, maar op een fatsoenlijke manier. Eentje die niet zegt dat onze politici fantastisch werk doen, want laten we eerlijk zijn, dat doen ze niet. Al jaren is het een puinhoop in politiek Nederland. Zijn het marionetten? Misschien wel, marionetten van het kapitalisme, van het hyperkapitalisme. Nederland besturen alsof het een bedrijf is laat dan misschien economisch een mooier plaatje zien, ze vergeten dat het de mensen zijn in een land die je er uiteindelijk op afrekenen. Dat laat overigens ook goed zien waarom de VVD-ers nog steeds redelijk gelukkig zijn. En het nog steeds voor het zeggen hebben, al vraag ik mij af hoe je hier nog gelukkig van kunt worden.

Onze (r)overheid. Een instantie die, mijns inziens, nodig is. Let wel, niet als hoe dit systeem momenteel functioneert. In mijn visie (dit hoef je echt niet met me eens te zijn) is de overheid verantwoordelijk voor de basis. Zorg, onderwijs, openbaar vervoer, energie. Zaken die voor iedereen gelijk moeten zijn, geld of geen geld. Eigenlijk is dat wat we hadden voor we het te grabbel gooiden aan het kapitalisme.

Marktwerking zou de prijzen stabiliseren. De kosten in de zorg liepen uit de klauwen, marktwerking zou zorgen dat deze controleerbaarder werden. Het ziekenfonds werd afgeschaft en de zorgverzekeraar kreeg het voor het zeggen. Met alle gevolgen van dien. Personeelstekort, mensen werken zich uit de naad voor een loon dat én de rekening niet kan betalen én vreselijk oneerlijk verdeeld is. De bureaucratie heeft de zorg overgenomen. Alles is niet beter en duidelijker, het is juist andersom. Nieuwe regeltjes vinden dat personeel hoger opgeleid moet zijn voor werk dat deze mensen al jaren meer dan prima doen. Mijn vriendin, werkend in de zorg, is gevraagd een extra opleiding te doen, maar de consequentie daarvan is dat ze dan meer verslagen moet schrijven en nog minder tijd heeft voor dat wat ze wil doen, mensen helpen. Zorgen. Idiotie dus.

Dan het onderwijs. We hebben inmiddels 3192 studies op hbo/wo niveau. 3192! We hebben een enorme behoefte aan personeel dat daadwerkelijk de handen laat wapperen, maar ze slingeren de meest onzinnige opleidingen de wereld in. Vrijetijdsmanagement, een heuse opleiding, echt waar! Nederland wemelt van de managers. Een manager die luistert naar een andere manager en die weer anderen aanstuurt. Die papierwerk (digitaal, maar toch) doorzet, veel praat en weinig doet. Sorry als ik chargeer, maar kom op, hebben we echt meer behoefte aan meer managers? Ze leren vooral hoe ze zo snel mogelijk geld kunnen verdienen met zo min mogelijk inspanning. Waarom zou je iets leren waarmee je je inzet voor de maatschappij als je je ook in kunt zetten voor jezelf? Er is een chronisch tekort aan leerkrachten omdat ze geleid worden door regeltjes. Omdat ze door de bureaucratische rompslomp niet meer toekomen aan dat wat ze willen doen, onderwijzen.

Het onderwijs moet een probleem zijn van de staat. Goed onderwijs moet voor iedereen beschikbaar zijn. Punt.

Het openbaar vervoer is een zooitje. Schiphol is een zooitje. Stakingen op de werkvloer, waar echte mensen voor een schijntje, vergeleken met wat de managers verdienen, het echte werk doen.

Ik zie overeenkomsten, Den Haag blijkbaar niet. Nog nooit eerder stonden ze daar zo ver af van de gewone mens. Energieprijzen die onbetaalbaar zijn geworden doordat ze overgelaten worden aan de vrije markt. Het kapitalisme is geweldig voor een kleine groep mensen, maar een hel voor de rest.

Als ik dit zeg, vindt men mij een communist. Maar wees nou eens eerlijk, dingen als energie, zorg, onderwijs en openbaar vervoer moeten toch voor iedereen toegankelijk zijn? Voor een normale en eerlijke prijs? Wil jij bakken met geld verdienen aan fastfood, aan bloempotten of aan woonaccessoires, be my guest, leef je uit, maar de basis, van gezonde voeding tot onderwijs en van energie tot openbaar vervoer, moet toegankelijk zijn voor iedereen. Dat is geen hardcore communisme, dat is gewoon een sociaal en gezond verstand in een ‘gaaf’ land. Ik zou willen dat ze dat in Den Haag zouden begrijpen.

Media

Ik zit heerlijk onder onze veranda, in het zonnetje, Libelle op schoot, kopje koffie op de leuning van mijn stoel. Genieten dit, met hoofdletter G. Ik lees, en luister met een half oor naar de radio, blèr zo af en toe mee met een bekend nummer (ok, meer af dan toe gezien ik luister naar muziek uit de jaren tachtig en dat nu eenmaal mijn tijdperk is en blijft, qua muziek dan). Een gevoel van geluk overspoelt me. Dít is het, dat geluk, de kleine momenten van pure vreugde. Die momenten moet je verzamelen, eh correctie, ik ben ontzettend dankbaar dat ik ze mág verzamelen. Dat ik ze kan en mag zien, voelen, ervaren.

Goed begin. Halve werk zeggen ze. Dat kun je niet zeggen van de in mijn ogen serieuze domheid van het medium dat media heet, meervoud dus. De door mij zo geliefde jaren tachtig nummers worden af en toe (eens per uur) onderbroken door het leed dat nieuws heet. Ik mijd het nieuws, het geeft ons alleen maar ellende. Ellende waar ik geen enkele invloed op heb. De wereld draait gelukkig gewoon door, ook als ik me onwetend houd van de negativiteit die erin zit. De mens maakt er nog steeds een zooitje van en deze mens staat daar maar niet teveel bij stil. Ik zit lekker in mijn eigen bubbel en ben van plan daar ook lekker te blijven. Hou me bezig met dingen die voor mijn eigen persoontje en mijn veilige omgeving tellen. Ik volg een cursus over communiceren met honden en lees me flink in over spirituele groei, doe aan soulsearching. Stapels boeken werk ik erdoor.

Ik werk aan ik, aan mijn innerlijke ik. Aan weer gezond worden, want ik voel dat ik daar nu mee bezig moet zijn. Wíl zijn. Maar ik dwaal weer eens af, het ging me voor dit stukje om de media. Het nieuws. Dat nieuws vertelde mij net dat je vandaag minder bang hoeft te zijn beboet te worden voor wildplassen en voor fietsen zonder verlichting. Nu hoef ik mij persoonlijk over geen van beide zorgen te maken. A, ik fiets niet en B ik plas ook niet wild. Ik plas rustig, gewoon heel saai op het toilet, bij voorkeur ons eigen toilet. Ik kan niet door mijn hurken in het gras of achter een boom plassen. Dan val ik om. Ik wil trouwens ook helemaal niet plassen in het wild, niet zo lang ik niet wild om me heen kan zwaaien met een natuurlijk aangeboren verlengstuk. Ik waag ik mij er niet aan. En aangezien ik dat verlengstuk niet in mijn nabije toekomst aan zie groeien hou me gewoon rustig bij het toilet.

Wat maak ik me dan druk over zo’n bericht? Nou, ik vind het nogal stompzinnig om op nationale radio een bericht te doen uitgaan dat er vandaag niet beboet wordt op fietsen zonder licht (en wildplassen). Dat licht vormt namelijk een lichtpuntje in de duisternis, het maakt dat mensen gezien worden. Door automobilisten bijvoorbeeld. Waarom zou je willen dat mensen denken, ‘hé, de politie controleert vandaag niet op fietsverlichting?’. Willen ze graag dat mensen in het duister opgaan?

Ik vraag het me echt af, wat is de meerwaarde van dit soort nieuws? Is het al komkommertijd? Is er geen echt nieuws? En denken ze echt dat ons land er veiliger van wordt om zoiets te brengen?

Ik tast weer eens volledig in het duister. En daarmee trek ik me weer terug in mijn eigen goed verlichte bubbel. Mét toilet, al mag je vandaag dus blijkbaar ook onbeboet plassen in het wild. Doe er je voordeel mee…

Inclusie

Wat is inclusie? Ik denk dat een inclusieve samenleving een complete samenleving is. Een diverse samenleving. Een samenleving waarin iedereen zijn of haar eigen plekje inneemt en we het samen doen, samen kunnen doen. Een inclusieve samenleving is een samenleving waarin iedereen mag zijn wie hij (of zij of geen van bei) is. Een samenleving waarin gekeken wordt naar de mens achter het uiterlijk. Naar de mens achter de beperkingen, dat ook.

Ik vraag me met enige regelmaat af hoe je dit kunt bereiken. Is het goed de aandacht op bijvoorbeeld de beperkingen te richten of bereik je daarmee juist het tegenovergestelde? Neem een prachtige foto van een meisje met een handicap. In het geval van deze bewuste foto was deze geselecteerd voor een prijs. In de reacties stond dat ‘speciale mensen ‘in’ waren en ze daarom wel zou winnen’. De foto zelf was prachtig: mooi licht, goede styling, echt gewoon een mooie foto. Zou de foto dan toch winnen door de handicap en de medelijden factor of omdat het gewoon een mooie foto is? Of misschien wel door een combinatie van beide? De medelijden factor is altijd aanwezig, speelt eigenlijk hoe dan ook mee. Dat ervaar ik zelf ook.

Moet je om inclusie te bereiken hier nu de nadruk op leggen of juist niet? Eerlijk is eerlijk, het is makkelijker scoren. Neem een foto van een mooie vrouw zonder arm of been, of een mooie vrouw in een rolstoel. Hoe je het wendt of keert, niet iets waar de gemiddelde medelander dagelijks mee in aanraking komt. De medelijden, of medeleven (ander woord, groot verschil) factor is daar, ligt om de hoek. Geen sociaal verantwoorde zin misschien, maar vaak wel waar. Om inclusie voor elkaar te krijgen moeten er meer mensen met een beperking in het zicht komen van deze gemiddelde medelander. Zo wordt het een normaal beeld en niet langer een uitzondering.

Hoe bereik je naast het meer en beter in beeld brengen van mensen met een beperking, in de breedste zin van het woord, een inclusieve samenleving? We moeten ons denk ik allereerst bewust worden van onze omgang met verschillende mensen. Hoe zou jij het vinden om keer op keer dezelfde geintjes te horen? Over je handicap of over bijvoorbeeld je haarkleur? Ik werd vroeger simpel van de domme blondjes grapjes, onschuldig, maar toch vaak met een venijnig, denigrerend ondertoontje.

We leven in een kleurrijk land in vele opzichten. We leven gelukkig ook in een vrij land. Je mag overal over discussiëren, tot vervelens toe. Links, rechts, homo, hetero, bi, kleur, handicap, we heen iets gemeen. We zijn allemaal mens. Mensen met hoop, mensen met dromen. Mensen met verdriet, met vreugde en bovenal mensen met een hart. Om samen te slagen moet je je openstellen voor de ander. Je moet je inleven in de ander. Inleven in een situatie die voor jou misschien volkomen normaal is, maar voor de ander niet.

Inclusie is mooi. Inclusie is een plaats voor iedereen. Voor alle vormen en alle maten. Voor alle kleuren, geaardheden en handicaps. Samen vormen we het complete beeld.

Fotografie Petra Hoogerbrug voor Libelle, en gewoon omdat ik deze foto gewoon echt heel mooi vindt 😉

In de herhaling…

Boerenverstand

Ok, nog eentje dan, dan hou ik hier voorlopig over op, beloofd. Alhoewel, ik ben ontzettend wispelturig, dus je weet het nooit, maar ik ga mijn best doen. Soms denk ik dat ik het liefst in Den Haag zou zitten, maar meestal realiseer ik me dat dat veel makkelijker gezegd is dan gedaan. Het is nog niet zo simpel, dat besturen. Je moet rekening houden met ontzettend veel belangen. Ik weet wel wat ik belangrijk vind, maar realiseer me dondersgoed dat dat recht tegenover de wens van een ander kan staan.

Wat is eerlijk? Wat is belangrijk? Wie gaat voor, mens? Natuur? En wat versta je onder natuur? Hoe ver mag de mens gaan in zijn drang naar bestaan? Is vooruitgang altijd slecht? Of goed? Hoe bepaal je welke belangen dat zijn, van belang? Hoe weet je als gewone burger welke belangen nu écht tellen in een kapitalistische wereld. Hoe weet je welke leiders echt het beste met je voorhebben?

Ik ben best naïef, vertrouw vaak te veel en te snel op iemands mooie blauwe (of bruine) ogen. Ben al best vaak op mijn bek gegaan daarmee, maar weiger mijn vertrouwen in de mens(heid) op te geven. Er zijn goede leiders, maar je moet wel goed zoeken. Hoe weet je nu écht dat je de juiste te pakken hebt? Het best passende antwoord daarop zou denk ik transparantie moeten zijn, openheid, iets dat in het huidige kabinet niet echt bovenaan staat. Maar goed, stel dat dat wel zo was, zou ik dan in staat zijn te onderscheiden wat wel of niet correct zou zijn, qua informatie? Ambtelijke taal is (net als juridische) wollig en voor veel mensen onleesbaar. Alleen al omdat je halverwege de eerste bladzijde al in slaap valt. Hoe filter ik, als gewone burger, hier de goede boodschap uit? Daarnaast zijn dossiers doorspekt van wetenschappelijke onderzoeken, die ingezoomd zijn op dat onderdeel dat het gezochte antwoord bevestigd. Geloof mij maar, hier gaat een zeer selectief proces aan vooraf. Wetenschappers spreken elkaar op belangrijke punten tegen en iedere conclusie valt of staat met het onderzochte punt.

En dan hebben we het nog niet over een van de misschien wel grootste kwaden aller tijden, marketing. Het is een zeer dunne scheidslijn tussen liegen en de waarheid selectief vertellen. Feiten worden zo verdraaid dat ze nog nét een klein beetje waarheid bevatten en daarna gebracht als het antwoord op een probleem. Producenten vinden een gat in de markt, marketing doet de rest. En marketeers hebben allang ontdekt dat de politici ook een markt vormen. Goede tekstschrijvers buigen zich over de programma’s, marketeers peilen of de kiezers er warm voor lopen en verfraaien hier en daar de ware bedoelingen. Het begint onschuldig, maar wie eenmaal een beetje de waarheid verfraait staat ook al een beetje open voor een klein leugentje, om bestwil, voor een goed doel, toch? Want jij hebt echt het beste voor voor je land? Of toch ook een beetje voor jezelf? Doen we het niet (bijna) allemaal weleens?

Interpretatie van cijfertjes, van rapporten, van grafieken, van onderzoeken. We vertrouwen erop dat de juiste persoon op de juiste plaats zit, maar is dat ook echt zo? Een minister wordt gekozen voor een portefeuille uit de partijen in de coalitie. Ook als deze persoon de ballen verstand heeft van het onderwerp. Je hoeft er niet voor doorgeleerd te hebben, hoe kun je dan juist beoordelen wat belangrijk is. En dan nog, je hebt macht, hoe vaak moeten we nog voorbeelden zien van wat dat met mensen doet. Hoe moet het dan wel? Tja, dat is een goede, ik weet het niet. En al wist ik het wel, dan nog luisterde er niemand naar mijn mening, waarschijnlijk.

Gister las ik een reactie op Facebook, iets over het klimaat, over stormen en opwarming. Dat het allemaal wel meeviel daarmee. Mijn eerste reactie was negeren en door, maar in de reactie stond een link en ik was toch nieuwsgierig. Je kunt tenslotte alles wel afdoen als onzin, maar dan moet je eerst gekeken hebben of dat echt zo is. Op een aantal fronten moet ik eerlijk toegeven dat ik aan het twijfelen sloeg. Wordt de klimaatagenda misbruikt op slinkse wijze? Ik ben niet in staat de grafieken te interpreteren. Ik vertrouw hierbij op mijn gezonde verstand en ga uit van wat ik zie. Is het warmer? Daar weet ik het antwoord niet op. Maar verprutsen we als wereld onze planeet? Ja, dat is duidelijk. De kap van de Amazone, het verdwijnen van diersoorten, ook in Nederland. Moet er aandacht zijn voor onze omgang met dier en natuur? Ja!

Ik stem mijn hele leven al links. Omdat ik sta voor een gezonde basis voor ieder mens en omdat ik denk dat ons kapitalistische systeem zijn beste tijd gehad heeft, of zou moeten hebben. Is links hiervoor de juiste weg? Ik ben niet tegen ontplooiing van eigen ondernemingen. Ik ben alleen vóór een goede en eerlijke basis. Ik ben voor een eerlijke omgang met dieren, ik ben voor natuur, ik ben voor een wereld die rekening houdt met elkaar. Ik wilde dat ik wist hoe dat allemaal samen kon komen in een wereld als de onze…

PS ik vind deze foto eigenlijk wel toepasselijk, iets met kontendraaiende kwallen, verder overgelaten aan de eigen interpretatie 😉