Angst, nummer één

Ik heb dit blog al tig keer geschreven en weer herschreven. Op de een of andere manier lukt het me niet om dat wat ik wil zeggen over te brengen op papier. Raar, want meestal is mijn eerste versie degene die ik plaats. Ik ben niet zo van het constant herlezen en verbeteren, ik schrijf wat ik denk en dat plaats ik vervolgens ook. Vreemd dat het op dit onderwerp dan toch zo anders voelt.

Deze weg delen voelt ontzettend veel persoonlijker en daarmee ook kwetsbaarder. De weg naar gezondheid is lastiger te beschrijven dan de weg de andere kant op. En tegelijk geeft dat aan dat ik hier blijkbaar te maken heb met ontzettend veel weerstand. En die weerstand moet ik loslaten. Maar dan moet ik eerst ontdekken op welke onderwerpen die weerstand nu precies zit. En waarom die daar zit. Ik moet een aantal dingen loslaten alvorens ik de weg vrij kan maken richting een leven met minder beperkingen.

Daar gaan we dan, we beginnen maar eens met het hoofdstuk angst. En daarmee bedoel ik niet dat ik nou zozeer bewust ergens bang voor ben, zoals voor spinnen (die ik ontzettend eng vind, maar die ik wel in leven wil houden), of hoogte (al bang op de eerste tree van de keukentrap). Het gaat hier om een onbewuste angst, of onbewuste angsten eigenlijk, want het zijn er meer dan één. Het worden dan ook meerdere stukjes, want ik doe niet aan ellenlange epistels (al vinden sommigen mijn stukken tekst sowieso al lang).

De eerste die ik aan wil kaarten komt voort uit een reactie op mijn bericht van gisteren. Alleen het idee al dat we misschien (ik wil mensen vrij laten in hun eigen ideeën) deels (of volledig, afhankelijk van aan wie je dit vraagt) verantwoordelijk zijn voor onze eigen gezondheid (en daarmee dus ook voor ziekten) roept bij veel mensen weerstand op. En dat snap ik, want het is nogal wat, wat dit impliceert.

Ik maak er even een stel nou datje van, want dat schrijft makkelijker. Stel nou dat we inderdaad zelf verantwoordelijk zijn voor onze aandoeningen, dat we ze op enige manier zélf gemanifesteerd hebben. Onbewust, want ik denk dat niemand zichzelf bewust zoiets aan zal doen, al geloof ik ook weer dat sommige dingen bij ons levenspad horen, zie, nu al lastig. Ok, stel nou dat we onze aandoeningen zélf onbewust gemanifesteerd hebben. Hoe zouden we hier dan mee omgaan?

Mijn eerste reactie hierop zou met schuldgevoel zijn. Ik zou me schuldig voelen. Ik voelde me ook schuldig toen ik me dit bedacht. Ik voelde me schuldig richting mezelf, maar vooral ook naar mijn omgeving. Ik voelde het alsof ik hen dit had aangedaan. Onzinnig, weet ik ook, en onnodig, want ik heb het mezelf niet bewúst aangedaan.

Het is wel een interessant vraagstuk, want stel nou dat het inderdaad zo werkt, waarom zou ik dit dan gemanifesteerd hebben? Het kan nooit kwaad ons dit af te vragen toch? Ik bedoel in het ene geval geloof je hier geen reet van en krijg je met deze vraag alleen wat inzicht in je eigen denkpatronen en in het andere geval levert het je zelfs misschien enige vooruitgang op.

Dus, stel nou dat ik een aantal van de gevolgen van mijn aandoening zelf gemanifesteerd heb. Wat wil dat zeggen? Wat wil mijn lichaam (of mijn geest, of mijn ziel) mij hiermee vertellen? Op welk front of welke fronten ervaar ik dan weerstand bijvoorbeeld?

En daarmee ga ik even terug naar die angsten, sorry, beetje warrig verhaal vandaag. Het is ook zoveel en zo groot, lastig in woorden te vangen. We hebben hiermee wel direct een goede angst te pakken, die voor de reacties van de mensen om ons heen.

Stel nou dat we onze aandoening onbewust gemanifesteerd hebben en stel nou dat we gezond kunnen worden door daarin te gelóven. Je leest het direct in de reacties, dat kan niet zo zijn. Hoe kun je jezelf nu gezond ‘geloven’? Maar stel nu dat het wél kan? Stel dat we onszelf gezond kunnen maken door er voor de volle honderd procent in te geloven? Dat zou toch fantastisch zijn?

En daar komt het, je omgeving zou je direct voor gek verklaren. Niet meer in jouw aandoening geloven. Denken dat je je eerder aangesteld hebt. Of gelogen hebt. Jezelf gezond denken is alleen door deze (zeer realistische!) angst al ontzettend lastig!

Probeer het maar eens, laat al die gedachten van iedereen om je heen, of alle gedachten die jij denkt dat de mensen om je heen hebben, los en vertrouw volledig op jezelf en op datgeen wat jíj gelooft. Dat vergt ontzettend veel moed!

Als we deze weerstand nu eens collectief los zouden laten. Als we nou eens gewoon dolblij zouden zijn voor het wonderbaarlijke herstel van deze persoon. Als we nu zouden gaan geloven dat er een mogelijkheid is dat dít kan. Dan zouden we misschien de deur voor heel veel mensen op een kier kunnen zetten.

Ons eigen ongeloof houdt ons echter al tegen voor we het zouden durven proberen…

En ik weet hoe het werkt. Ik leef met en in deze gedachte, al maanden. Ja, ik maak stappen. Ja, ik geloof. En ja, ik ervaar deze weerstand. Bij mezelf, en bij anderen. En dit is dan ook het eerste wat ik los moet gaan laten.

Lijkt eenvoudiger dan het is…

Op weg naar gezond,deel 1

Zoals jullie inmiddels (denk ik) wel weten, volg ik sinds een jaar een aantal cursussen op het gebied van manifesteren. Ik leerde over de wet van de aantrekkingskracht bij Kim Munnecom en probeer mijn gezondheid te verbeteren door van alles en nog wat los te laten met behulp van Arrezina. Ik heb een coach die me helpt met een therapie op het kwantumveld (touch of matrix) en ik doe mee met de OMGame van Lou Niestadt. Daarnaast heb ik de online hulp van Michael Pilarczyk en kijk ik filmpjes van alle grote namen op dit gebied (Abraham Hicks en Joe Dispenza o.a.). Ik luister naar podcasts en heb de wetten van het universum stuk voor stuk uitgeplozen. Ik heb echt tientallen boeken gelezen en lees en leer iedere dag bij.

Ik boek echt wel succes, maar het grote succes, dat op het gebied van mijn gezondheid, blijft uit. Ik voel me absoluut beter dan een paar jaar geleden (iets waar ik ontzettend blij mee ben!), maar er zijn nog steeds grote drempels op de weg naar dat wonder waar ik stiekem op hoop (en wat ik eigenlijk ook verwacht). En die drempels, die veroorzaak ik zelf. Het zijn mijn eigen beperkende gedachten die mij tegenwerken.

Het is tijd voor de grote transformatie, ik ben er klaar voor. Ik wil nu echt gaan uitpluizen hoe het zit met die drempels. Met die overtuigingen. En dat proces, wil ik gaan delen middels een serie blogs.

Even terug naar het begin.
Wat is manifesteren eigenlijk?

Manifesteren is niets anders dan creëren. Het is het (op)bouwen van jouw leven, het laten uitkomen van je verlangens. Wij mensen zijn grenzeloos in wat we kunnen, alleen zijn we vergeten hoe.

Ik denk dat iedereen het wel kent, soms heb je een gevoel, een intuïtief weten. Je bedenkt iets, direct gevolgd door een actie en je weet gewoon dat het je gaat lukken. Je bubbelt en je bruist, en binnen no time is het resultaat daar.

Dát is manifesteren! Ik heb het gedaan, het is op veel vlakken gelukt. Onbewust, dat wel, maar het lukte.

Manifesteren is simpel, tenminste, in theorie is het simpel. Het omvat ‘slechts’ drie stappen; je zet een intentie, een verlangen (geeft een bestelling door aan het universum), onthecht, je laat alle eventuele belemmerende overtuigingen gaan en vertrouwt er volledig op dat dit verlangen naar je toekomt, en daarna laat je het los. Er gaan toevalligheden gebeuren, de juiste mensen komen op je pad, er gaan zich mogelijkheden voordoen. Probeer het niet te sturen, soms komt een kans in de vorm van een uitdaging. En soms moeten dingen eerst erger worden voor ze beter worden. Vertrouw erop dat het universum altijd het beste met je voorheeft. En blijf ondertussen vooral niet gewoon op je kont zitten wachten, leef je leven, geniet ervan en onderneem actie als de mogelijkheden zich voordoen, want ze gaan komen. Echt!

Makkelijk toch?
Iedereen kan het.

En toch mislukt het voor de meeste mensen.

Ik heb serieus honderden video’s bekeken, meerdere cursussen gevolgd en gemediteerd tot ik een ons woog. Ik ga vooruit, maar toch mist er iets. Mis ík iets. En dat iets creëer ik zelf. Iets in mij houdt de manifestatie van een goede gezondheid tegen. Er is weerstand, weerstand in mij.

En dus is het tijd om mezelf eens goed onder de loep te nemen. Om mijn gedachten en de onbewuste belemmeringen erin eens echt goed op een rijtje te zetten. Daarvoor moet ik in gesprek gaan met mezelf, en dat is echt geen simpel gesprek. Ik zal mijn angsten en mijn belemmerende gedachten onder ogen moeten zien. En dat proces wil ik met jullie gaan delen.

Dit is best een kwetsbaar iets en ik vind het dan ook echt wel spannend om dit te delen. Maar ik denk dat ik hiermee wél anderen kan helpen, als je ervoor openstaat tenminste, want voor veel mensen is deze gedachtegang een stap of wat te ver. Alles eerlijk en open delen was echter mijn intentie toen ik begon met dit blog. Ik wilde mensen meenemen in mijn wereld, in mijn leven en daar hoort dit stuk zeker ook bij. Jullie hebben meegelezen met de achteruitgang, met de beperkingen, met de de uitdagingen. En nu is het tijd me te richten op de ommekeer. Geloof mij, ik vind dit écht wel spannend! Zeker omdat mensen best veroordelend kunnen zijn, maar dat is dan meteen ook één van de angsten die ervoor zorgt dat ik mezelf tegenwerk op mijn pad naar gezondheid.

In de volgende serie columns ga ik jullie dus meenemen in mijn proces, in mijn weg naar het manifesteren van genezing, van heling, want ik geloof dat dat mogelijk is. Ook als je EDS hebt, ook als je chronisch ziek bent. Het is een weg vol angsten, vol onbewuste en bewuste overtuigingen, die wel of niet kloppen. Vol weerstand in mij, maar ook vol weerstand in mijn omgeving.

Ik ben heel benieuwd of er hier volgers zijn die dit experiment samen met mij aan durven te gaan. Die eerlijk gaan durven zijn naar zichzelf over hun eigen gedachten en overtuigingen.

Dit is een experiment dat je ontzettend veel kan brengen, als je het maar durft…

Ik trap morgen af, doe je mee?

Een gesprek met God

Het afgelopen jaar heb ik mij verdiept in de wetten van het universum. Ik denk na over de wereld, over macht, ongelijkheid. Over anders zijn en buiten de hokjes vallen. Ik realiseer me steeds vaker dat we als mensheid inzetten op de verkeerde dingen. En dat we zelf ontzettend veel invloed kunnen uitoefenen op onze eigen realiteit.

De beste discussies, uiteenzettingen en overdenkingen vinden nog altijd plaats in de woonkamer van mijn ouders, waar ik (vooral met mijn vader) de wereld bespreek zoals wij die ervaren. Wij denken diep en houden ervan tegen hokjes en soms wat heilige huisjes aan te schoppen. Hij heeft wat dingen (zeker op het gebied van religie) waarvan hij nu denkt dat hij dat anders had moeten doen, ik ben blij dat mijn ouders mij en mijn broertje altijd vrij hebben gelaten overal onze eigen weg in te zoeken. En dat we open en eerlijk kunnen en mogen praten over die weg, ook als die weg een andere richting uitloopt dan verwacht, of gehoopt wellicht. Dát is vrijheid, echte vrijheid.

Niet waar ik persé heen wilde met dit verhaal, al ligt het wel op dezelfde lijn. Ik onderzoek dus, vooral mijn eigen binnenwereld. Manlief kan weinig met mijn universele gepraat, het is voor hem een brug of wat te ver, en dat geeft niet. Ik voel echter dat ik op het punt sta een grote transformatie te maken.

Ik word voor mijn schrijfsels enorm getriggerd door de dingen die ik lees, voel of hoor. Zo ook nu. Ik lees een boek van Neale Donald Walsh, ‘Wat God zei’, een boek over religie, over de tijd voor een nieuwe afslag in religie. Een gedachtengang die ik heel goed kan volgen.

Ik ben best religieus opgevoed. Van huis uit gereformeerd, bidden voor het eten, lezen uit de bijbel en op zondag naar de kerk. Mijn ene opa en oma waren zeer streng gereformeerd, de andere niet echt praktiserend. Ik voelde me eigenlijk al op jonge leeftijd verscheurd tussen dat wat ik voelde en dat wat ik leerde. Als puber had ik eindeloze discussies met onze dominee, ik begreep gewoon veel van de dogmatische regeltjes niet. Vond ze hypocriet.

Naarmate ik ouder werd kwam er steeds meer ruimte voor mijn eigen inbreng. Mijn gevoel leidde mij weg van het instituut kerk, weg van religie en op weg naar een andere vorm van spiritualiteit. Ik geloof, nee ik vertrouw op dat gevoel dat er veel meer is dan dat wij kunnen zien. We kunnen het voelen, als we ervoor open durven te staan.

Het instituut kerk predikt over liefde, maar geeft ook haat. Spreekt al over vergeving van de zonden voor er überhaupt een zonde is gepleegd, als er al zoiets als zonde bestaat. Waarom zou een almachtige God de mens zondig ter wereld laten komen? Waarom?

Wij mensen zijn bang voor het onbekende en vanuit die angst creëren we drempels. Hokjes. Muren. Religie geeft een houvast, een soort van zin aan het leven, maar religie geeft ook zin aan het zogenaamde kwaad. Al denk ik dat dat weer vooral te danken is aan de interpretatie die mensen geven aan de aloude geschriften.

Het is lastig in gesprek te gaan over religie, het ligt vaak gevoelig, veel mensen voelen weerstand, voelen een andere denkwijze als een persoonlijke aanval, maar dat is het niet. Hoe fijn zou het zijn als we respectvol zouden kunnen discussiëren, ook over een onderwerp als dit? Er is geen één duidelijke manier waarop de wereld werkt, er is niet één waarheid. Iedereen kijkt op zijn eigen unieke manier naar de wereld. Iedereen kijkt met ogen die gekleurd zijn door de eigen ervaringen. Gekleurd door opvoeding, door scholing, door de mensen die zich om je heen bevinden en hun visies. Iedereen probeert op zijn eigen manier te leven, te overleven soms. Dat maakt de wereld zo uniek. En tegelijk ook vervreemdend. En soms een beetje eng.

Jouw visie hoeft de mijne niet te zijn. We zijn verdwaald geraakt in ons hoofd, overdenken alles. Trekken conclusies voor anderen, op basis van interpretaties van anderen. We zijn weggeraakt van het voelen. Weggeraakt van dat ene gevoel dat alles is. Liefde. In het boek dat ik lees staat het duidelijk omschreven ‘We zijn allemaal één. Onze manier is niet beter, onze manier is slechts een andere manier.’

Misschien moeten we eens goed nadenken over de leer die zoveel mensen aanhangen. Er is veel goeds over te zeggen, maar in de naam van al dat goeds sneuvelt er ook veel. Je hoeft alleen maar naar het nieuws te kijken om die conclusie te kunnen trekken.

Als iedereen de ander goed(s) toe zou wensen, zou er geen kwaad meer zijn. Zo simpel is het.

Het is niet nodig een ander iets te ontzeggen, te misgunnen, er is genoeg voor iedereen. We kunnen de keuze maken het anders te verdelen. Iedere gedachte genereert energie, en gedeelde gedachten vermenigvuldigen dat proces.

Laten we denken aan mooie dingen, aan goede dingen, laten we liefdevolle gedachten uitzenden. Stel je voor hoe de wereld eruit zou kunnen zien zonder oorlogen, zonder angst.

Als we dat allemaal wensen, zou het zomaar waar kunnen zijn…

Zonder woorden. Het gebeurt me niet vaak, maar er zijn van die momenten dat woorden absoluut tekort schieten. Deze week zit vol van die momenten…

Waar te beginnen? Het begin was ergens vorig jaar, oktober om precies te zijn. Een telefoontje van mijn vriendin. We hadden elkaar al een tijdje niet gezien, zo gaat dat soms in een vriendschap. Zij had net een nieuwe baan, en een nieuwe liefde, dan lopen levens even niet synchroon en dat geeft niet. Er is tijd genoeg om de banden weer aan te trekken. Later. Denk je.

Het is een lang verhaal, dat zich afspeelde in slechts een paar maanden tijd. Ze was ziek. Ernstig ziek. Ze heeft ontzettend veel moeten doorstaan, maar ze vocht als een leeuw. Kuur na kuur bleef ze positief, het was nog geen tijd, ze was nog te jong.

Het valt je misschien al op, ik schrijf in de verleden tijd. Zo snel gaat dat soms, zo snel haalt het iemand in. Zaterdag werd ik gebeld, of ik haar nog wilde zien. Hoe doe je zoiets? Afscheid nemen, wat zeg je tegen iemand die gaat sterven? Iemand die slechts anderhalve week daarvoor nog vol vechtlust zat? Ik snap het volledig, de keuze te stoppen met de behandelingen. Een mens kan veel verdragen, maar er komt een moment dat het klaar is. En dat moment was daar. Zo kom je ‘gewoon’ op bezoek en zo sta je een week later aan iemands sterfbed.

Gisteren is ze overleden, 48 jaar jong. Mijn lieve, sterke, stoere vriendin. Ik heb een dubbel gevoel, het is beter zo. Het is goed. Ze heeft genoeg geleden, ze heeft rust. En tegelijk is daar natuurlijk dat andere gevoel. Dat gevoel dat je overvalt als je haar naam ziet in je whatsapp lijst. Die naam zal steeds verder naar onder zakken, er gaan geen berichten meer komen. Tenzij ze dat voor elkaar krijgt, ze heeft altijd gezegd dat ze zou komen spoken.

Op deze momenten word je met je neus op de feiten gedrukt, je moet genieten van het leven. Iedere dag je momenten kiezen. En we weten het allemaal, we vergeten het alleen in de dagelijkse beslommeringen. Leef nu. Geniet nu. Je weet nooit wanneer jouw tijd op is…

Lief vriendinnetje, tot ooit ❤️

Onrust

Het kan me zomaar ineens overvallen, dat steekje van onrust. Dat gevoel van dat wil ik ook, dat gevoel van waarom lukt míj dat niet. Wéér niet. En vooral dat laatste, dat doet pijn. Want het ging toch goed, het gaat toch goed. Maar wat goed voor mij is, is voor veel meer mensen nog steeds een wat mager resultaat. Terwijl ook dat magere resultaat van mij weer een enorm goed resultaat kan zijn voor anderen. Alles is relatief. Ook gezondheid.

Dat. Dus.

Ik ben een beetje rusteloos. Twee weken geleden ben ik gestart met hormoontherapie, om een week later serieus gillend de pleister weer van mijn lijf te trekken. Ik werd gek. Ziek. Dreef in het zweet, zonder ook maar een voet te verzetten, niet meer voeten dan anders tenminste. Niet. Grappig. Echt. Niet. Grappig. Dus weer gestopt. Blijkbaar was de startdosis iets te hoog voor mij. Of er speelde meer, waarschijnlijk zelfs. Prednison is ook een hormoon, en dat gebruikte ik ook. Dus eerst maar weer terug naar de basis. Wat dat dan ook maar weer is.

In mijn pogingen de gesteldheid van lijf en geest onder handen te nemen worstel ik weer eens met mijn grenzen. Ik hou van een uitdaging, zie mogelijkheden, dénk mogelijkheden, maar ontstekingen steken toch gewoon de kop op en mijn benen worden nu geteisterd door zenuwpijn. Ik vind het weer moeilijk de balans te vinden en de weer verworven stap terug voelt als een nederlaag. Hoe hard ik ook meen te geloven in het helende vermogen van mijn eigen lijf.

Lief zijn moet ik.
Lief zijn voor mijzelf.
Geduld hebben met mezelf.
Man, wat is dat lastig.

Ik heb een enorme behoefte aan bewegen, het lijkt wel alsof twaalf jaar stilstand gecompenseerd moet worden. Het willetje is er weer, maar het kunnen is nog niet ontwaakt. Bevindt zich nog in een soort van schemertoestand. Ik wil teveel. Te snel. De energie ondervindt nog blokkades.

Ik voel me rusteloos. Aan de ene kant geconfronteerd met de harde realiteit vanwege mijn ernstig zieke vriendin, waarbij weer blijkt dat je zo dankbaar mag zijn dat een haperend stel ledematen het enige is dat je mankeert en aan de andere kant de confrontatie met mensen die je festivals ziet bezoeken, of campers in ziet pakken, terwijl jij voor de zoveelste keer weer een vakantie af moet zeggen, omdat jóuw lijf het niet redt. Weer niet.

En het gaat best goed, daar ben ik oprecht dankbaar voor. Het is anders dan een paar jaar geleden, maar toch ook weer niet. Want nog steeds is mijn hoofd optimistisch, maar heeft mijn lijf realistisch gezien nog steeds best behoorlijk wat uitdagingen. En ja, ik zíe wat ik wél kan. En ik zíe hoe fijn dat is. Maar ik voel óók de prijs van mijn grenzeloze enthousiasme. En soms is die gewoon even wat lastiger in de omgang.

Op zo’n dag als vandaag.
En dan laat ik het maar even voor wat het is.

Alle duiveltjes, alle engeltjes, de realisten en de optimisten. Ze zijn in gevecht, in mijn hoofd.

Vandaag lukt het me even niet om de stem van mijn innerlijk te horen. Vandaag voert de stem van mijn hoofd de boventoon. En vandaag mag ik even balen. Vandaag irriteert de zenuwpijn me dusdanig dat ik hem niet kan overstemmen.

Vandaag leg ik me erbij neer.
En morgen, zien we dan wel weer.

Healing day

Ik denk dat iedereen die kampt met een chronische aandoening (op welk vlak dan ook) bekend is met de ‘boetedagen’. De reactie die je lijf geeft op iets wat je gedaan hebt, meestal iets leuks, iets uitdagends. En iets uitdagends kan voor een gezond iemand iets heel simpels zijn, een klein rondje lopen bijvoorbeeld. Of een dansje van een paar minuten, even in de tuin gewerkt. Of zelfs gewoon een keer de was opgehangen of afgewassen. Kleine dingen die ons onnoemelijk trots kunnen maken, maar ook grote consequenties kunnen hebben. Die we vervolgens zien als straf. Boete. Terugvallen…

Jaren geleden al had ik hier een goed gesprek over met dok. Ik ben nogal eens grensoverschrijdend, zonder anderen daarmee lastig te vallen, tenminste niet op de manier waarop dit woord momenteel vaak de bladen haalt, maar door mijn eigen fysieke grenzen niet goed genoeg te bewaken. En ook dat is discutabel, want om je grenzen te erkennen moet je ze eerst herkennen. En het verschilt nogal eens waar die grenzen liggen, bij mij tenminste. De ene dag is de andere niet.

Ik ging best goed, nou ja, eerst een paar weken niet en toen weer wel. En nu weer niet. Nou ja, minder. Teveel en te snel op proberen te bouwen, ik werd weer eens ongeduldig. En het wisselende weer helpt ook niet mee. Dus, ontstekingen, prednison, rust. Terugval, shit happens. Niet alleen mijn gedachtengang toch?

Ik spring weer eens van de hak op de tak in dit stukje, maar zo werkt mijn brein nu eenmaal. Ik had het er dus al eens over met dok. Over die boete en vooral over mijn woordkeus in deze. Boete klinkt negatief. Dok zei dat ik beter kon omdenken, ik had namelijk iets leuks gedaan. Een keuze die ik weloverwogen gemaakt had. De consequentie is minder leuk, maar ik wist dat die er mogelijk zou kunnen zijn.

Van de week kwam in mijn cursus ook deze gedachtegang naar voren. Mijn goeroe was zelf ook chronisch ziek en gebruikte dezelfde woorden. En woorden zijn belangrijk, je woordkeuze doet ertoe. Woorden zijn energie en die energie is van invloed. In plaats van te zeggen dat je een boetedag hebt, kun je jezelf ook een healingdag gunnen. Of een healingweek (mijn lijf is niet in één dag weer op orde, dat heeft weer even tijd nodig), of maand.

Gúnnen, je lichaam heeft het nodig. Mijn lichaam heeft het nodig. En ik vind het best lastig, want terug in bed heeft consequenties. Ik werk hard om mijn spierkracht te herwinnen en je bent het zo weer kwijt. Maar ik vertrouw erop dat het uiteindelijk goed komt, als ik mijn lichaam écht leer kennen. Als ik niet grenzenloos blijf doordenderen maar echt leer luisteren naar wat het mij vertelt.

Ik heb mijn lichaam in de steek gelaten. Het kan niet op mij vertrouwen. Mijn lichaam voelt zich niet veilig en dat heeft weer consequenties voor mijn zenuwstelsel gehad. Dat gevoel van onveiligheid, door trauma’s, op welke manier dan ook, vertaalt zich daarin.

En dus probeer ik liever te zijn. Probeer ik te luisteren in plaats van te overschreeuwen. Probeer ik mijn grenzen te bewaken in plaats van door te denderen. En probeer ik in andere bewoordingen te denken, want ook taal is energie. Jouw woordkeuze is belangrijk.

Nu kun je denken dat dit bullshit is en dat snap ik, maar ik zou zeggen probeer het eens. Wat je altijd gedaan hebt heeft je niet geholpen, anders was je niet waar ik ook ben. Ik ben ervan overtuigd dat ik een grote stap kan en mag gaan maken, maar daarvoor moet ik eerst met mezelf aan het werk. En dit is een eerste stap.

Ik heb dus geen boetedagen. Ik gun mezelf healingdagen. Dagen waarin ik de rust kan en mág nemen. Waarin ik extra lief voor mijn lijf mag zijn. Gewoon even mag Netflixen en niet hóef te lopen (ik ben nogal dwangmatig in mijn vooruit moeten en willen gaan). Dagen waarin ik niets moet en van alles mag. Dagen waarin ik de tijd mag nemen om te herstellen.

Denk eraan, álles is energie…

Overgang

Ik heb me de afgelopen jaren regelmatig afgevraagd wat er vooraf gegaan zou kunnen zijn aan de enorme achteruitgang van mijn lijf. Waarom ging het jaren relatief goed en waarom kwam er ineens dat punt van ommekeer. Het leek wel alsof mijn lijf van het ene op het andere moment niet meer stabiel kon blijven. Wat veranderde er?

Vorige week vielen er ineens een aantal puzzelstukjes op hun plek…

Het is geen exacte wetenschap, ik weet ook nog niet zeker of dit het echte antwoord op mijn vragen gaat zijn, maar het lijkt alsof de mist begint op te trekken. Dat komt niet door mijn start met manifesteren, niet door zelfontwikkeling en ook niet door de oorzaak buiten mijzelf te zoeken. Het komt waarschijnlijk eerder door iets ogenschijnlijk heel simpels, iets dat heel veel processen binnen het lichaam stuurt, zeker bij vrouwen. Je voelt hem vast aankomen, door hormonen. Of het gebrek eraan.

De achteruitgang in mijn lijf ging gepaard met een aantal achteraf heel duidelijke symptomen. Symptomen die in mijn geval altijd zijn toegeschreven aan een aandoening die vaak voorkomt bij EDS, namelijk dysautonomie. Ik kreeg last van zweetaanvallen, eenzijdig in mijn geval, ik zweette alleen links en dat was raar. Dat ik het tijdens deze aanvallen smoorheet kreeg deed ik af als toeval en ook mijn artsen vonden dat ik nog te jong was voor de overgang, en dus werd alles toegeschreven aan het syndroom dat Ehlers Danlos heet. Ik had meerdere, andere symptomen, maar het kan heel goed zijn dat het een met het ander te maken had, dat het elkaar versterkte. Dit alles had een eerste teken aan de wand kunnen zijn, maar was het niet.

Ik kreeg meer verschijnselen, die (achteraf gezien) ook op de op handen zijnde overgang hadden kunnen wijzen. Ik kreeg ineens last van oorsuizen, veel meer last van gewrichtspijn (maar ja, ik had ook meerdere hernia’s), kreeg al jong te maken met slijtage (maar ja, ook dat is verklaarbaar met hypermobiel EDS). Daarnaast had ik vreselijk last van stemmingswisselingen, ik kon echt van het een op het andere moment iemand wel de nek omdraaien, en kreeg ik last van hersenmist, mijn psoriasis verergerde flink en ik kreeg Lichen Sclerosis. Ik sjouwde van arts naar arts, maar niemand kon verklaren waar al deze klachten ineens vandaan kwamen.

De problemen met mijn darmen werden afgeschoven op de morfine, de slijmvliezen en de droge ogen en mond op Sjögren (komt vaker voor bij EDS). Ik had gewoon pech. Niemand heeft in die tijd ooit de link gelegd met de overgang, die werkelijk al deze symptomen kan verklaren. Een ‘simpel’ tekort aan oestrogeen.

Oververmoeidheid, futloosheid, oorsuizen, opvliegers, koude rillingen, nachtzweten, hoofdpijn (nooit eerder hoofdpijn gehad), meer gewrichtspijn, verhoogde spierspanning, overal ontstekingen, schokken, tintelingen, duizeligheid, hartkloppingen (sinustachycardie), hypoglycemie. Ik had (en heb) het allemaal (en meer). Álles kon toegeschreven worden aan de Ehlers Danlos, aan dysautonomie, maar het kan dus achteraf ook veroorzaakt worden door hormonen.

Ik ging achteruit, mijn leven veranderde meer en meer. In 2015 moest ik stoppen met de pil door longembolieën, mijn klachten werden erger. Ik mocht geen hormonen, te gevaarlijk door het risico voor meer bloedproppen, en ik kwam nu vol in de overgang. Van de maandelijkse ellende ben ik al jaren af. De oudere generatie zegt dat de overgang er nu eenmaal bijhoort (mijn moeder liep ook altijd met een handdoek in haar nek). Ik sleep me al heel wat jaren puffend en kreunend door de watervallen die mijn lijf veroorzaakt. De opvliegers geven een gevoel van bijna paniek (iedereen die dit voelt herkent dit), en ze triggeren mijn dysautonomie, die mijn bloeddruk weer ongecontroleerd laat stijgen en weer dalen. Staat het één los van het ander, of beïnvloedt het elkaar zo erg als ik nu vermoed? Ik heb veel geaccepteerd, heb me bij dingen neergelegd, en me zo goed als voor mij mogelijk door alles heengeslagen, maar ik vraag me oprecht af of we niet iets gemist hebben hier.

En nu start ik na overleg met mijn nieuwe gynaecoloog volgende week met bio-identieke hormoontherapie. Zou het echt mogelijk zijn dat veel van mijn problemen veroorzaakt werden en worden door een gebrek aan hormonen? Zou het echt mogelijk zijn dat ik weer een enigszins normaal leven kan leiden? Dat veel van mijn problemen zouden kunnen verminderen of zelfs verdwijnen? En zou het zo kunnen zijn dat dit ook voor heel veel van mijn lotgenoten geldt?

Het is een beetje een dubbel gevoel, want stel je voor dat ik dit negen jaar eerder had geweten? Aan de andere kant ben ik nuchter genoeg om in te zien dat die kant op denken me echt niets zinnigs brengt.

Ik hoop met heel mijn wezen dat de hormonen een positieve verandering in gang kunnen zetten. Dat er een kans is op een vermindering van heel veel klachten, al zal het best weer even aanpassen zijn. Proberen kan altijd, evenals er weer mee stoppen. De risico’s (in mijn geval op bloedpropjes) zijn besproken en blijken veel minder dan men eerder dacht. Dus, fingers crossed, en ik hou jullie op de hoogte!

PS
Op de afbeelding hieronder vind je de klachten die een tekort aan hormonen door de overgang kan veroorzaken, doe er je voordeel mee…

Loslaten

Het is een terugkerend thema in mijn leven. Loslaten. Ik schreef al eerder dat ik diep in mezelf duik. Ik ben op reis, een reis door mijn innerlijke belevingswereld.

Leerzaam. Hoopvol. Lastig. Mooi.

Langzaam maar zeker laat ik mijn onzekerheden los. Laat ik mijn bijna dwangmatige hang naar controle los. Onderzoek ik waarom ik zo’n behoefte voel naar erkenning -lastig in een tijd die je afhankelijk wil maken van likes-. De vraag of ik wel goed genoeg ben heeft lang genoeg mijn gedachten beheerst. Het is tijd om ze los te laten. Het is tijd te vertrouwen op mezelf.

Ik las net een gedicht van een soort van lotgenoot, een pijngenoot zeg maar. Chronische pijn doet iets met je. Het maakt je onzeker, bang, een staat van zijn die ontvangen lastig maakt. Je moet eerst de tekorten loslaten voor je open kunt staan voor overvloed. Ook als het gaat om gezondheid. Ik weet hoe het werkt en ik weet hoe het klinkt. Ik heb het zelf ervaren, al had ik een paar jaar geleden dit soort antwoorden direct doorverwezen naar het rijk der fabelen.

Vanmorgen had ik een goed gesprek met dok. Gisteren had ik een terugval en een flinke ook. Mijn benen lieten het volledig afweten, zenuwpijn, bliksem, rug vastgeslagen, ik kon geen kant op. Terug mijn bed in, balen, de onzekerheid sloeg toe, probeerde zijn klauwen weer in mijn hoofd te zetten. Ik pakte mijn cursus er maar weer bij.

Loslaten, dat is de sleutel. De onzekere gevoelens geen kans geven, ze mogen er even zijn, om ze vervolgens weer te laten gaan. Ik mag mezelf ook rust gunnen. Ik mag mijn lijf rust gunnen. Rome is ook niet in één dag gebouwd, helen kost tijd. Dok is trots op me, ik ben ook trots. Ik doe het, ik ga vooruit en ja, soms val ik terug. Soms moet ik eerst weer drie stappen achteruit en dat is prima. Het mag er zijn, ik mag het er laten zijn om het vervolgens weer los te laten.

Ik ben helemaal ok met mijn lijf. Ook als dit het is, weet ik dat ik het red. En juist het feit dat ik dat kan accepteren maakt dat er vooruitgang mogelijk is. Ik weet dat het ontzettend wazig klinkt. Dat het te mooi lijkt om waar te zijn, maar dat is het niet. Loslaten is de sleutel. De verwachtingen loslaten. De angsten loslaten. Vertrouwen op de toekomst. Vertrouwen op jezelf, in jezelf. We zijn niet gemaakt om ziek te zijn. We zijn gemaakt om groots te zijn. En ook ik ben daarvoor gemaakt. Er is ergens een blokkade gekomen, en die mag ik loslaten.

Het is maf, de mate waarin ik met heel mijn wezen vóel dat het zo werkt, terwijl mijn hoofd nog wat tegensputtert. Beren op mijn weg zet. Ik laat mijn hoofd maar kletsen. Terugvallen zullen er zijn, en ik zal ze keer op keer liefdevol accepteren en weer loslaten. Ze mogen er zijn, ik mag ze voelen. En dan weer laten gaan. Op naar de volgende piek, want ook die gaat er zijn. En daar mag ik ultiem van genieten en dan ook die loslaten op weg naar de volgende.

Het nummer van Frozen is mijn lijflied geworden, laat het los, laat het gaan…

Moed

Veel van mijn stukjes zijn geïnspireerd op dingen die iemand zegt. Of iets dat ik lees, een quote, een column. Of een foto of iets op tv dat ergens in mijn brein een vakje opent. Of een laatje. Ik zie mijn brein vaak voor me als zo’n oude apothekerskast, heel veel laatjes en soms ben je even de connectie met het juiste laatje kwijt. Of een jukebox, die soms halverwege even blijft hangen, als je twijfelt tussen nummers. Of een typemachine, wanneer je drie toetsen tegelijk indrukt (was ik goed in) en de staafjes met lettertjes in elkaar blijven hangen. Mijn brein functioneert meestal prima, maar zit vaak ook overvol, dan gebeuren dit soort dingen.

Daar wilde ik het niet over hebben, zie, dat heb je met zo’n brein dat dwaalt langs zoveel verschillende opties. Iedere optie biedt weer een mogelijkheid op een stukje tekst, ieder woord geeft zelfs een andere optie, en zo fladderen er duizenden potentiële columns door mijn hoofd. Soms vermoeiend, soms inspirerend. Afhankelijk van de staat van de dag volgt er een samenhangend geheel, of niets, kan ook. Vandaag probeer ik te gaan voor het samenhangende geheel.

Ik lees de Libelle, het is zondagochtend en daar horen bij mij een kopje koffie en de Libelle bij. Roos is een van mijn favoriete columnisten, scherp met humor, love it. Vandaag schrijft ze over een tripje naar Rome. Vandaag is overigens al weken geleden, want ik loop ietwat achter met mijn leeswerk. Haar laatste zin triggert iets in mijn brein: ‘We zijn thuis en dat blijven we voorlopig, omdat het niet anders kan. Dat erkennen vereist ook moed.’

Hoe vaak heb ik dit soort zinnen niet door mijn hoofd laten spoken? Hoe vaak heb ik ze niet al eerder op papier gezet zelfs? Hoe vaak hebben manlief en ik over de jaren niet vakanties af moeten zeggen, concerten voorbij laten gaan, afspraken verzet? Thuis moeten blijven? Keuzes maken moet iedereen, maar dit soort dingen voelen niet als een keuze. Het voelt alsof je gedwongen wordt je leven op pauze te zetten en misschien is dat ook wel zo. En toch begint alles wat je besluit uiteindelijk wel met een keuze. En soms is dat misschien wel de moeilijkste keuze, kiezen voor jezelf. Kiezen voor jezelf voelt vaak als egoïstisch, alsof je door te kiezen voor jezelf de ander iets ontzegt. Ik voelde me vaak schuldig, alsof ik weer eens iets verpestte, voor de ander, maar uiteindelijk is het is dé beste keuze. Het kostte wat tijd, voor ik het zo kon zien, maar het is wel ontzettend belangrijk.

Het is waar wat ze zegt, het erkennen vereist moed, maar het moet. Erkennen dat je bestaat. Erkennen dat je ertoe doet. Besluiten dat je de moeite waard bent.

Kiezen voor jezelf kost altijd moed. Besluiten dat je het waard bent, moet!

Hard werken

Ik las net een stukje over een tv programma, het ging over mensen die een slordige miljoen te besteden hadden aan een huis. Op de vraag hoe ze dat fijne bedrag bij elkaar gekregen hadden was het antwoord ‘met hard werken’. En dat harde werken, daar wil ik het even over hebben.

Wie van mijn generatie is niet opgegroeid met de overtuiging dat veel geld verdienen gepaard gaat met hard werken? De vraag is wat hard werken nu eigenlijk inhoudt, wie bepaalt wat hard werken is? Als je doet wat je leuk vindt, hoef je nooit een dag te werken, werk je dan hard? Stel je werkt op kantoor, stuurt mensen aan, vergadert veel, bent vaak onderweg. Auto met chauffeur, laptop op schoot, werk je dan harder dan iemand die de hele dag op zijn knieën zit om bijvoorbeeld een straat te leggen? Is hard werken gerelateerd aan fysiek werk of juist aan mentaal werk? Is hard werken eigenlijk überhaupt gerelateerd aan werk? Wat heeft uiteindelijk meer waarde, wie genereert meer waarde. De discussie laait steeds weer op, is het de manager of degene die het ‘echte’ werk doet. Mijn linkse gevoel denkt er vaak het zijne van, maar de maatschappij bepaalt in deze door de markt gereguleerde samenleving de vastgestelde waarde.

Ik studeer levenskunst, ja ja, het een serieuze studie. Het gaat gepaard met inzichten over mijzelf, over wat ik onbewust allemaal heb opgepikt, uitzend, aantrek. Niet ieder inzicht is leuk, ieder inzicht is wel zinnig. Ik begrijp beter waarom ik reageer zoals ik reageer op bepaalde situaties. Probeer te ontdekken wie ik nu echt ben, probeer alles wat ik niet ben los te laten. Klinkt makkelijker dan het is trouwens, je hebt geen idee hoeveel angst en zorgen we dagelijks met ons meeslepen. Onze onbewuste overtuigingen beheersen een groot deel van ons zijn.

Ik studeer dus, en het is hard werken, al denk ik niet dat de maatschappij het zo zal betitelen. Ik verkeer in de ‘luxe’ positie hier tijd voor te hebben. Hoe ik daar gekomen ben was ook hard werken trouwens, al had het niets met wat de maatschappij als werken bestempeld te maken. In dat proces kreeg ik meerdere malen te maken met het stempeltje ‘uitkeringsgerechtigd’. Wanneer je met een blijvende invaliditeitsuitkering in dit hokje terechtkomt, ben je uitgewerkt, met alle mentale gevolgen van dien. Me proberen te ontworstelen aan die gevolgen is misschien wel het zwaarste werk dat ik ooit gedaan heb. De meeste mensen hebben hier (gelukkig!) geen idee van. Zij denken dat afgekeurd zijn makkelijk is. Gratis geld. Ze weten niet hoeveel dat gratis geld je echt kost.

Het meest wrange aan deze situatie is nog wel dat je met een beetje geluk (en dus eigenlijk veel pech) levenslang krijgt. Je wordt veroordeeld, door jezelf én door de maatschappij. Heen en weer geslingerd tussen een gevoel van euforie als je op het gebied van gezondheid enige vooruitgang boekt en tegelijk angst voor wat de mensen daar wel niet van zullen denken. Je veroordeelt jezelf, en dat laatste kan je maar zo weer onbewust tegenhouden in de vooruitgang.

Ook zoiets ogenschijnlijk simpels als je gezondheid kan heel hard werken zijn.

Wat is nu de moraal van dit verhaal? Laten we proberen ons te ontworstelen van de overtuiging dat veel geld verdienen hard werken is. Laten we dat oordelen over anderen sowieso eens achterwege laten. Iedereen doet zijn best, iedereen werkt hard op zijn eigen manier en volgt de lessen van het leven op zijn eigen tempo.

Hard werken is zoals zoveel andere dingen slechts een kwestie van interpretatie.