Proost

Waar ik ook kijk vandaag zie ik jouw naam. Ik zou willen zeggen dat ik je aanwezigheid voel, maar dat weet ik eigenlijk niet. Niet zeker in elk geval. Mijn rationele ik neemt het over op het moment dat ik kippenvel voel als ik aan je denk. Of je stem hoor in mijn hoofd.

Gek is dat, ik geloof zonder enige twijfel in leven na de dood. In een bewustzijn, waar we allemaal één zijn. In eeuwige liefde. En toch, als het om de manifestaties van datzelfde bewustzijn gaat doe ik de verschijnselen af als toeval. Of als: ik zal het wel verkeerd zien.

De veertjes die plots voor mijn voeten verschijnen als ik het universum of een specifiek persoon die over is gegaan vraag om een teken. Het gevoel, in mijn hart, dat ik als niets anders dan pure liefde kan omschrijven, als ik aan iemand denk die niet meer hier is, maar daar, aan die andere zijde. Kippenvel, de goede variant, dat over mijn ruggengraat kruipt. De regenboog die vorige week plots achter mij verscheen op het gordijn, waar het onmogelijk kon verschijnen.

En nu, nu voel ik jou. In alles, overweldigend. Juist nu. Juist vandaag.

Vijftig zou je worden. We lachten erom, toen ik vijftig werd. Het was voor jou nog een paar jaar verwijderd. Jaren die jou ingehaald hebben.

En nu vier je vast deze dag op jouw plek daar in de wolken. Op een bezemsteel scheer je langs de regenboog. Een wijntje in de ene hand en een groot stuk taart in de andere. Een grote lach op je gezicht, het gevecht op aarde achter je gelaten.

Vorig jaar was de eerste verjaardag zonder jou, nu is het de alweer tweede. Tijd vliegt net zo hard als die bezem van jou.

Proost lieve Mel, op jou.

En op het leven, dat geleefd moet worden. Soms met pijn in het hart, maar vaker met liefde. Met gelach en gekkigheid. En als de lampen vanavond knipperen, weet ik dat jij het bent.

Een goed gesprek

Het is een soort ritueel geworden, in de ochtend. Als ik mijn eerste (en tweede) kopje koffie pak kijk ik naar de foto van mijn vriendin, die achter mijn koffiezetapparaatje staat. Het is de foto die op haar rouwkaart afgedrukt staat. Een foto waarop ze, zichtbaar genietend, met haar ogen gesloten, vaart over de oneindige wateren. Hoe passend bij de situatie van nu. Ze ziet er zen uit, rustiger dan ik haar ooit gezien heb. Ik stel me zo voor dat dit is hoe ze haar reis daar boven aflegt.

Iedere ochtend wens ik haar in gedachten een goede morgen. Vraag ik haar advies over de zaken die ertoe doen. Ik spreek haar nu vaker dan dat ik haar sprak toen ze hier nog was, al is ze er nog steeds, alleen op een andere manier. Verschillende onderwerpen komen voorbij, en ik hoor haar antwoord geven op de haar kenmerkende manier. De wereld is niet hetzelfde zonder haar ietwat sarcastische opmerkingen, die tegelijk eindeloos liefdevol waren, tegen mij tenminste. En toch is de wereld ook niet echt anders. Alleen wat leger, en toch ook weer niet. Ze is er iedere ochtend, bij mijn kopje koffie. In de loop van de dag, als ik langs het aanrecht loop.

Altijd bij me, zo dichtbij, slechts een gedachte ver…