Te veel

Ik hou een manifestatie dagboek bij. Nog niet zo lang, een week ofzo, maar ik probeer mijn gedachten een beetje te ordenen. Te ontdekken wat ik nu eigenlijk wil, wat mijn dromen zijn enzo. In dit dagboek schrijf je waar je dankbaar voor bent, iets dat je na laat denken over kleine dingen. Geluk zit daar tenslotte in, in die kleine momenten. Nu ben ik daar al aardig geoefend in, bijkomstigheid van een leven dat draait op die kleine momenten, maar ik ontdek dat ik nog best grote dromen heb. Ik heb nog best veel grote dromen ook en ik heb ook heel sterk het gevoel dat veel van die dromen eigenlijk best binnen mijn bereik liggen.

Ik ben verre van dom en heb een aantal vaardigheden die me ver zouden kunnen brengen. Het probleem (ach noem het een probleem) is alleen dat ik slecht kan kiezen. Ik wil dus echt alles en dan ook nog eens alles tegelijk. En ik heb de eigenschap om ergens echt vol enthousiasme in te duiken, maar ook snel af te haken. Ik kan heel vurig branden, maar ook weer snel uitgeblust raken. En dit zijn geen simpele projecten. Dit zijn serieuze uitdagingen, maar het zou zo gaaf zijn als het zou lukken!

Ik heb sowieso een drietal projecten die al jaren in mijn hoofd zitten en die er nu uitmoeten. Iets dat ik opschreef in dat dagboek liet de radertjes draaien, in volle gang. Grappig, ik typte al een complete oproep voor mensen om me te helpen, maar draaf daar al in door. Want ik moet eerst zélf dingen op een rijtje zetten. De projecten zijn niet klein, ik doe niet aan klein. Ik droom groot, heel groot. Wereldveranderend groot, al zal dat misschien niet in een keer lukken. Ik ben vasthoudend, drammerig bij tijden, overenthousiast. Ik start als Max Verstappen, maar moet ook oppassen de focus niet kwijt te raken en mezelf weer af te laten leiden met iets anders. Een gevaar dat bij mij altijd op de loer ligt en niet alleen omdat ik zo afhankelijk ben van de staat van de dag.

Ik heb ergens de afgelopen maanden mijn drive terug gevonden. Ben jaren dat balletje energie in mijn binnenste kwijt geweest, maar het is terug. Ik hoop om te blijven, want, man wat heb ik het gemist. Ik was het spoor compleet bijster. Was mezelf bij vlagen helemaal kwijt. En nu? Nu stuiter ik weer als vanouds door het huis heen. Mijn lijf fluit me nog steeds terug, maar mijn hart staat weer aan. Anders kan ik het niet uitleggen. Het vuurtje was gedoofd (en terwijl ik dit typ weet ik ook waar het gebleven is, wat grote teleurstelling en het gevoel van falen met je kunnen doen), maar ik ben er weer!

Mijn huidige probleem is dus dat ik (als vanouds) te veel wil. Ik heb drie projecten in mijn hoofd en ik wil ze allemaal! Twee hebben een link, hebben te maken met wat ik al jaren doe. Eentje staat er compleet los van. De brainstormsessies hiervoor gaan binnenkort van start. Het staat in de kinderschoenen, maar wat heb ik er veel zin in! De andere twee ga ik uitwerken en misschien ga ik wel een beroep op jullie doen. Als ik wil, wil ik nu. Zie mij stampvoetend zitten, ik wil het. Ik wíl het! Maar het kost tijd. Het kost een gedegen voorbereiding en het kan niet snel. Ik heb de connecties, ik heb de wil en ik weet dat ik het kan. Mijn God, wat is dit spannend. Ik heb weer een doel. Ik weet weer wat ik moet doen. Ik heb de zin teruggevonden!

Wereldverbeteraar

Ik weet dat deze stukjes veel minder gelezen worden, ik weet alleen niet waarom. Is het omdat ze voor veel mensen een ver van hun bed show zijn? Is het omdat sommige mensen liever de andere kant op kijken? Is het omdat mensen ze (mij) irritant vinden, omdat ik mijn drammerige kant erin kwijt kan? Of ligt het aan het algoritme van Facebook? Waarom blijf ik dit schrijven terwijl ik weet dat het amper gelezen wordt? Zou ik me niet moeten focussen op de cijfertjes, zoals zoveel columnisten, bloggers, influencers en ander gespuis op het internet doen?

Heel eerlijk, de cijfers doen me niet zoveel. Geloof het of niet, ik ben gewoon een oprechte wereldverbeteraar, of dat probeer ik althans te zijn. Het boeit mij namelijk heel veel, onze planeet. Niet omdat dat beter oogt, maar omdat ik me steeds meer realiseer wat onze impact is op onze planeet. En dat dat anders moet, op zo ontzettend veel fronten. Dat laatste, dat van die vele fronten vind ik een lastige. Ik wil namelijk zoveel zeggen, maar versplinter in de keuzes. Net de Nederlandse regering dus. Van alles een beetje zegt niet genoeg, maar mijn hoofd kan zich nu eenmaal slecht focussen op slechts één ding tegelijk. Je hebt mensen die heel hard roepen dat we het als mensheid verkloten en die daarna hun schouders ophalen en gewoon doorgaan met hun makkelijke en comfortabele leven. En dan heb je mij, ik voel teveel. Kan me er gewoon niet bij neerleggen.

Maak ik dan alleen maar de juiste keuzes? Nee, verre van helaas. Ook ik ga met meer dan enige regelmaat de fout in. Kan mezelf daarna wel slaan zelfs soms. En mijn foute keuzes vallen echt nog wel mee, we hebben het over een bestelling bij bol.com, omdat dat voor mij zoveel makkelijker is dan naar de stad gaan. En gemak dient de mens, zie daar waarom het zo moeilijk is ons gedrag aan te passen. Toch ben ik mij echt enorm bewust van de consequenties van mijn gedrag en hou ik mezelf voor dat iedere dag een nieuwe kans biedt om het beter te doen. Iets anders dan schouderophalend doorgaan.

Ik heb het volgens mij al vaker geschreven, ik voel een enorme drang iets te doen. Ik loop alleen heel erg vast in de manier waarop. Eigenlijk is dit wat mij het beste ligt, erover schrijven. En al voel ik mij soms een roepende in de woestijn, ik moet het blijven delen.

Van de week was ik even in de dierentuin, ik heb een abonnement en het is hier vlakbij. Camera mee, even de tijd nemen wat mooie plaatjes te schieten. Ik heb altijd een dubbel gevoel bij een bezoek aan de dierentuin. Ik kan enorm genieten van de dieren, maar ben me ook enorm bewust van het feit dat dít is waar we op af stevenen. Dat dieren in het wild zwaar onder druk staan. Omdat wij mensen steeds meer ruimte innemen. Omdat we het leefklimaat verpesten. Omdat we doen wat mensen doen, zichzelf bovenaan plaatsen. Dat doet pijn, écht pijn. Waarom lukt het ons niet een stapje terug te doen en te zien waar we mee bezig zijn? Waarom lukt het niet de handen ineen te slaan en daadwerkelijk iets te doen?

Je kunt zeggen dat je als individu toch niets te vertellen hebt. Dat het aan de regeringen is. Maar kom op, alleen hier in Nederland zijn we al met miljoenen mensen. Miljoenen mensen die samen echt wel een vuist kunnen maken en iets kunnen bereiken. Waarom willen mensen alleen op de been komen voor zichzelf, ok en voor de boeren om ervoor te zorgen dat zij de ruimte krijgen ten koste van dat wat het allerbelangrijkst is, de natuur? Is het dan echt zo moeilijk te bevatten dat er zonder dat laatste geen ruimte meer is voor een toekomst?

Een soort van jubileum?

Vandaag is het precies een jaar geleden dat ik (voor de zoveelste keer) een knoop doorhakte. Ik was klaar met mijn aandoening, ik was klaar met het steeds opnieuw aandacht besteden eraan eigenlijk, want hoewel ik dan wel heel erg klaar kan zijn met de rare fratsen van mijn lijf, die rare fratsen zijn (helaas) nooit klaar met mij. Ik gooide een column de wereld in. Een column waarin ik schreef te gaan stoppen met schrijven over EDS. Ik wist het al niet meer, maar gelukkig zijn daar de herinneringen op Facebook. Ik herlas het stukje zonet en ook de reacties daarop. Zo ontzettend veel ontzettend lieve reacties! Reacties die me met terugwerkende kracht heel veel goed doen!

Eigenlijk is vandaag dus een soort van jubileum. Het ik stop en hou van nu af aan mijn kop jubileum. Al kan ik dat dus helemaal niet, dat mijn kop houden. Ergens in mij zit een enorme drang tot delen, tot het uiten van mijn mening, tot schrijven. Het afgelopen jaar ging het wél een stuk minder vaak over EDS en een stuk vaker over mijn visie op onze samenleving. En over de impact die een erfelijke aandoening heeft op mij als moeder, want vorig jaar was natuurlijk best heel pittig voor ons als ouders. En voor ons als mantelzorgende kinderen. Ik geloof dat mijn ik stop en hou mijn kop fase niet eens zo lang heeft geduurd. Ach, ik blijf mezelf, een wispelturige tante. Eigenheid ten top. Maar goed, deze jubileumachtige dag geeft me dan wel de mooie gelegenheid voor een hoopvol bericht.

Drie jaar geleden raakte ik rockbottom, ik was fysiek op mijn slechtst. Kreeg ten gevolge daarvan een enorme bak hulp in huis en maakte mij best wat zorgen om mijn systeem. Ik ging met enige regelmaat volledig knock-out en werd daar eerlijk gezegd soms best moedeloos van. Ik moest hard werken om de zonnige kant te blijven zien, heb ook best met wat nare gedachten gekampt. Heb ook heel erg mijn best gedaan deze verborgen te houden voor anderen. En toen volgden een heleboel heftige dingen elkaar op en zijn het misschien wel juist die dingen geweest die maakten dat ik mijzelf terugvond. Ik ben zo ontzettend dankbaar voor het leven. Zo dankbaar voor de mensen in het mijne, voor alle mooie momenten die mij gegeven zijn. En ik meen het, oprecht!

Daar waar ik drie jaar geleden niet had gedacht nog vooruitgang te kunnen boeken, blijkt dat het met de nodige hulp toch kon. En zo kan ik inmiddels toch weer dingen zelf doen. Is daar de zeer voorzichtige hoop dat ik zelfs met ondersteuning een klein rondje met de handbike kan gaan fietsen. Ben ik als een kind zo blij als ik met een zeer grote grijns op mijn gezicht een piepklein rondje rond het blok kan maken. Het is een begin! Ik heb paardgereden (al is dat helaas voor mij voor nu toch geen blijvertje omdat mijn nek er niet goed op reageert), ik word weer wat stabieler qua balans. Ik lig wat minder, loop iets meer. Ik kan mijn dagen weer vullen met wat lezen, zonder dat ik aan het eind van de bladzijde moet herlezen wat er stond. Ik heb meer energie. Het lijken misschien kleine dingen, maar ze zijn zo groot!

Net toen ik me had neergelegd bij het feit dat het was wat het was, was daar meer. En ik laat het komen hoe het komt. Ik laat de verwachtingen los. Als dit het is, ben ik blij. Als er meer volgt spring ik letterlijk een groot gat in de zonnige lucht. Ik heb geleerd. Ik heb soort van geaccepteerd. Ik ben dankbaar voor wat is en ik mag van mijzelf mijn eigen ruimte innemen (geloof mij maar, dat was een dingetje). Ik droom van een toekomst vol interessante gebeurtenissen. Ik droom van een toekomst waarin ik meer van de wereld (en met name van Europa) mag zien. En ik hoop jullie daarin mee te kunnen nemen.

Ik hoop dat ik mag inspireren, dat ik mag laten zien dat je ook met beperkingen vol in het leven kunt staan. Dromen waar kunt maken (en ik heb nog wel wat dromen te verwezenlijken). Dat ik mag laten zien dat wat onmogelijk lijkt toch mogelijk kan zijn.

Vandaag vier ik een jubileum van hoop. En ik hou pas mijn kop als ik ooit stop.

Verantwoordelijkheid

Ik heb moeite dit stuk te beginnen. Niet omdat ik niet weet wat ik wil schrijven, of moet schrijven eigenlijk, want er zit een enorme drang in mij om deze boodschap over te brengen, maar omdat mensen die eenzelfde drang bezitten vaak weggezet worden als drammers. Of als woke, of als al het andere dat de mensen een naam geeft puur omdat mensen het niet willen horen. Omdat de boodschap niet leuk is, omdat deze een grote invloed heeft op het leven van sommige mensen. En toch moet het. De wereld is niet eerlijk. De verdeling is niet eerlijk. En ik kan mijzelf niet recht in de spiegel aankijken als ik niet mijn steentje bijdraag. Hoe klein dat steentje dan ook is.

Gisteravond keek ik naar een documentaireserie op Netflix (Tales by light, aanrader!), een serie waarin een aantal fotografen gevolgd wordt. Fotografen die hun steentje bij willen dragen aan een betere wereld. De eerste drie afleveringen heb ik met tranen in mijn ogen gekeken. Kinderen in Bangladesh die werken in mijnen. Kinderen die met blote voeten over een enorme berg afval lopen om daar bakjes van plastic te verzamelen. Kinderen die rakelings langs een trein rennen voor een plastic vorkje. Om geld te verdienen, om te kunnen overleven in een tentje langs diezelfde rails. Kinderen die in bakken roeren met chemische rotzooi om ballonnen te kleuren. De ballon heeft iets magisch, had iets magisch, want die magie, die is na het bekijken van deze aflevering weg. Het is triest, in- en intriest, dat mensen, kinderen, zo moeten leven in deze tijd.

Aflevering drie vertelt het verhaal van een fotograaf die gezien heeft hoe de haaien in Indonesië precies daarnaartoe zijn gegaan, naar de haaien. Een totaal vernietigd ecosysteem, met de mens als grote verantwoordelijke. Gelukkig was het op dit stukje van de wereld nog niet helemaal te laat en zijn de haaien na ingrijpen deels teruggekeerd, maar in het overgrote deel van de wereld maken wij er als mensheid een enorme puinhoop van. Ja, dat weten we wel. Dat wist ik ook wel, maar ook ik ben blijkbaar heel goed in het buitensluiten van de gevolgen. Kan mijn ogen sluiten en denken dat ik er weinig aan kan doen. Nee! We hebben een verantwoordelijkheid. Voor andere mensen, voor andere landen, voor de dieren, voor onze planeet. En iedereen kan daarin zijn steentje bijdragen. Door je bewust te zijn van jouw voetafdruk. Door te zorgen voor de ander. Door je bewust te zijn van je gedrag. En door verder te kijken dan je neus lang is en je eigen portemonnee reikt.

Ik ben een linkse rakker, een trotse linkse rakker. Noem me woke, noem me een klimaatdrammer, I don’t care! We hebben een verantwoordelijkheid naar de wereld en het wordt hoog tijd dat we die nemen. En dan kun je wegkijken van de stikstofproblemen, van ons ecosysteem, dat we echt compleet aan het verkloten zijn, maar het haalt ons uiteindelijk in. Wij mensen zouden het vermogen moeten hebben na te denken over de toekomst van onze planeet en toch denken we slechts aan onszelf. Denken we in vakjes van landen, begrenst door ons onvermogen te delen. Met angst voor het onbekende. Hokjesgeest ten top. Schieten we de wereld aan flarden, met als enige en grootste winnaar de wapenhandel. Draait alles toch weer om de pegels.

We leven op een planeet die ons alles geeft dat we nodig hebben en we ruilen die in voor iets ongrijpbaars. Waarom zou ik het beter mogen hebben dan die ander? Waarom zou ik het beter wíllen hebben dan de ander? Iedereen op deze planeet zou het goed kunnen hebben, of in ieder geval béter, als we het concept delen zouden begrijpen en zouden uitvoeren. En ja, dan kun je heel makkelijk roepen dat jij in je eentje dat niet kunt veranderen. Dan kun je rustig doorleven in je eigen wereld, met je ogen dichtgeknepen. Dan kun je lekker liberaal zijn en roepen dat iedereen dan maar wat harder moet werken. Zeg dat tegen die kinderen, die zich uit de naad werken langs de spoorlijn. Zonder kans op een toekomst.

Ik kan dat niet. Ik kan mijn ogen niet langer sluiten. En dan maakt mij dat maar een drammer. Een woke en linkse idealist. Ik weet nog niet wat ik eraan ga doen, maar mijn ogen zijn wagenwijd open. En ik verspreid op mijn manier deze boodschap. Denk na over de toekomst. Niet alleen voor jezelf, maar voor je kinderen, voor de rest van de wereld…

Foto Pixabay

Wensen

Ik zit in mijn stoel, kijk naar een slapende hond. Hij heeft zich geïnstalleerd op mijn bed, zijn lievelingsplekje. Hij matcht prachtig bij de dekens, ach, waar matcht hij niet bij. Rechts van mij de kerstboom, als lichtend voorbeeld, waarvan, tja, dat vraag ik me ook af. Terwijl gedachten afdwalen naar alle ellende in de wereld, tik ik mezelf op mijn vingers. Ik lees geen krant, kijk geen journaal, trek me alles teveel aan. Ik kan de wereld niet veranderen, helaas. Dat wil niet zeggen dat ik geen verantwoordelijkheid neem voor mijn eigen acties, ik hou het gewoon klein, probeer dat tenminste. Help op kleine schaal, leef steeds bewust, hoop op mijn manier toch een beetje verschil te maken in het leven van anderen.

Bijna kerst, de ellendige decembermaand is daar. Niet mijn idee hoor, wel dat van mijn mannen. Teveel dingen in een maand. Verjaardagen (mijn grote zoon is van de week eenentwintig geworden, manlief wordt vijftig, paps wordt vijfenzeventig), kerst, chaos in de winkels en verplichtingen die geen verplichting zijn, maar toch zo voelen. Voor hen, niet voor mij, nou ja, misschien een beetje toch. Ik heb weinig met de feestdagen, maar hou van de lichtjes. Hou van gezelligheid, al drukt het me met mijn neus op het feit dat ik ook graag gezellig aan tafel zou zitten. Spelletjes doen, natafelen, het zit er meestal niet in met mijn systeem. En met mijn energieniveau. Hier heb ik wel wat issues mee hoor, iets met spijt en schuldgevoel. Ik weet het, niet mijn fout, niet mijn keus, maar toch.

Bijna kerst, bijna nieuwjaar. Alweer eentje bijna voorbij. Tijd om te reflecteren en om even na te denken over hoe verder. Plannen, dromen, ze zijn er, beide. Ik droom al jaren van een boek. Ik ben trots op de exemplaren die ik al geschreven heb, maar zou zo graag een écht boek schrijven. Een roman ofzo. Ik lees graag, al wil ik zoveel doen op een dag dat het vaak allen blijft bij dat uurtje lezen in bed, terwijl mijn ogen bijna dichtvallen, maar mijn boek zo spannend is dat ik het liefst de hele nacht doorlees. Zo’n boek wil ik schrijven. Een boek dat je gewoon uit wilt hebben, maar waarvan je baalt als het uit is. Zo’n boek waar de hoofdpersonen voelen als vrienden (of vijanden, afhankelijk van hun rol in het boek). Daar droom ik van. Een hele opgave met een vreselijk chaotisch hoofd dat zich niet eens kan herinneren wat ik de dag ervoor heb geschreven. Ik schrijf niet voor niets liever columns. Nog zo’n droom trouwens, iets doen met die columns. De droom te schrijven voor Libelle of Margriet, ze weten niet wat ze missen (en dat klinkt dan voor mijn gevoel weer zo arrogant). Hoe wring je je ergens tussen als je geen bekende naam of bekend hoofd hebt?

Ik mag de vormgeving doen voor een paar boeken, ontzettend leuk! In mijn hoofd klinkt overigens direct de stem van een keuringsarts (met bril op het puntje van haar neus, mij daaroverheen aankijkend met een verwijtend gezicht), en dat kun je wel? Krijg ik direct het gevoel me te moeten verantwoorden. Ik ga dat niet doen, dit doe ik omdat ik dat leuk vindt. Het kost me twintig keer zo lang omdat ik alles in hele kleine stukjes moet hakken en tussendoor veel pauze (in de vorm van dagen, geen minuten) moet houden. En dan doe ik het dus toch, dat me verantwoorden. Iets dat dat hele proces van ziek worden, afgekeurd worden met je doet. Dat gaat nooit meer over. Altijd kijk je figuurlijk over je schouder.

Ik kijk vooruit, niet achteruit. Al is het verwerken van alles wat er de afgelopen zomer is gebeurd nog echt niet klaar. Zit ik nog met samengeknepen billen als ik op het scherm van mijn mobiel de naam van zoonlief zie. Die angst, die onzekerheid zit diep, dat is niet zomaar weg. Vertrouwen moet je weer opbouwen en dan nog kan dat met een aandoening als epilepsie nooit echt. Je kunt als ouder slechts toekijken en hopen dat alles goed gaat. Je moet je kinderen hun eigen weg laten ontdekken. Mag ze niet (teveel) begrenzen, dat moeten ze zelf leren. Ik worstel daar soms echt mee, help waar ik dat kan. Een ding is zeker, als hij valt zijn wij daar om hem te helpen weer op te krabbelen. Iets dat niet ieder kind heeft, helaas.

Kerst, een periode van lichtjes, van lichtpuntjes, van hoop, van liefde. De hoop op vrede in de wereld moet ik vrees ik laten varen, maar dat doe ik niet. Wie weet, ooit, worden we wijzer. Zien we in dat liefde echt het potentieel heeft de wereld te veranderen. Voor iedereen, en voor mij? Ik wens iedereen fijne dagen, vanuit de grond van mijn hart, maak er iets moois van!

Arbeidsbeperkt.

Normaal zet ik geen punt achter een titel, ik maak een uitzondering voor bovenstaande. Waarom? Omdat deze titel als je niet oppast een punt zet achter heel veel dingen. Een punt die beter een komma zou zijn. Een punt waar veel mensen een punthoofd van krijgen. De arbeidsbeperkte zelf, maar ook de regelgevers in Den Haag. En zonet las ik dat de vakbond ook inziet dat er wat punten op de i gezet moeten worden. En dus een titel met een punt.

Arbeidsbeperkt.
Ik ben zo iemand. Iemand met een arbeidsbeperking. Een iemand die alleen al daardoor andere iemanden afschrikt. Ik behoor dan ook tot een behoorlijk enge doelgroep. Ik behoor tot een doelgroep die de maatschappij geld kost. En die de maatschappij te weinig oplevert. Ik ben een prijzig typetje, weet je. Ik kost de zorgverzekeraar alleen al een klein vermogen, aan hulpmiddelen en medicijnen. Datzelfde geldt voor de WMO trouwens. En dan werk ik dus ook nog eens niet. Duur, foei, punt.

Het is niet dat ik niet wil hoor, want ik zou echt ontzettend graag mijn ambitie botvieren op de maatschappij. Ik zie nog altijd legio mogelijkheden, maar ze stranden op allerlei (praktische) bezwaren. Het grootste bezwaar is misschien toch wel mijn zeer beperkte energieniveau. Op de voet gevolgd door uit elkaar vallende ledematen, die zijn best lastig kan ik je vertellen. Zeker omdat ze maar half functioneren. En pijn doen, ook niet prettig. Voor mij dan, want daar heeft een ander dan weer minder last van. Nou ja, noem het maar minder, mijn gesteun en gekreun kunnen mensen denk ik missen als kiespijn. Mijn bed is niet echt handig tussen alle bureaus en het feit dat ik niets goed vast kan houden ook niet. Klinkt alsof ik flink overdrijf (en dat mag ik, want ik ben een vrouw), maar helaas is dit toch echt met meer dan enige regelmaat het geval. Oh, en ik heb wielen, niet handig met trappen en drempels. Ook hier zet ik even een punt. Gewoon om mijn punt te maken.

Ik ben dus zo’n arbeidsbeperkt persoon. Nou ja, ik werk helemaal niet meer, ik ben gewoon een honderd procent Kneus. Arbeidsongeschikt. (Die laatste is weer een punt.) Arbeidsbeperkten zijn kwetsbaar, heb ik niet bedacht, dat lees ik net. Het klopt trouwens wel, want met het verlies van vermogen tot werken verlies je nog veel meer. Je komt niet langer in aanmerking voor een promotie. Ja, tot blijvend arbeidsongeschikt, maar that’s it, geen verdere perspectieven. Als jong gehandicapte betekent dit een leven lang op een minimum loon, minder nog, ik las dat ook dat iets is waarvoor gevochten moet gaan worden. Arbeidsgehandicapten verdienen minder dat het minimumloon. Iets dat er bij mij sowieso niet zo goed ingaat. In onze kapitalistische maatschappij is presteren, omzet draaien het enige dat telt. Alles en iedereen is verworden tot een getalletje. Een getalletje dat meer getallen moet opleveren. Met een euroteken ervoor het liefst.

Ik had zoveel dromen. Dromen die ik in de vuilnisbak kon gooien. Niet omdat ik de capaciteiten niet had, maar omdat mijn lijf roet in het eten gooide. Roet dat verregaande gevolgen had en heeft, want naast het feit dat er geen beloning volgt voor de status van superkneus, heeft het het leven er niet goedkoper op gemaakt. De kachel moet blijven branden, ik ben altijd thuis, mijn systeem doet het niet zo goed op kou, reken uit je winst. De tv staat vaker aan, mijn hulpmiddelen hangen nogal eens aan de lader en mijn zorgkosten zijn een stuk hoger dan gemiddeld. Om het leven een beetje makkelijker te maken hebben we wat handigheidjes aangeschaft, maar ook die zijn verre van gratis. Sterker nog, alles in de hoek van de gezondheidszorg is extra duur. Er is een markt, geen grote, weinig concurrentie, afijn je snapt mijn punt.

Arbeidsbeperkt zijn is duur, in ieder opzicht. De prijs die je betaald om ziek te zijn is hoog. Echt geen aanrader voor de dromers onder ons. Verre van luilekkerland (denken mensen soms). Ik zou willen dat de punten die ik maakte komma’s zouden zijn. Ieder jaar heb ik zo’n dag, zo’n dag dat ik denk, hoop, bid, wens, dat mijn lijf ‘beter’ is. Dat ik het gewone leven weer op kan pakken. Dat ik gezond ben, weer kan, weer mag, maar het blijft altijd slechts de hoop. Ach, hoop doet leven toch?

Even terug naar dat punt. Naar die punt van de titel. Omdat die als je niet oppast een punt zet achter te veel dingen. Een punt die beter een komma zou zijn. Een punt waar veel mensen een punthoofd van krijgen. De regelgevers in Den Haag, maar vooral de arbeidsbeperkten zélf.

Het is dus écht een titel met een punt.

Kwetsen of kletsen

Mijn wereld is anders, compleet veranderd sinds ik mijn benen minder gebruik. Je zou denken dat de verandering vooral mijzelf betreft, maar niets is minder waar. Ook hoe anderen met me omgaan is niet altijd meer hetzelfde als voorheen. Gister mocht ik voor Medireva meewerken aan een video over de vooroordelen die mensen hebben over rolstoelers, nog steeds hard nodig, helaas…

Het eerste dat verandert is je oogpunt, als roller bedoel ik. Waar je je als loper tussen de hoofden begeeft, één of twee kinderen waar je op neerkijkt daargelaten, begeef je je als rolstoeler vooral tussen bewegende billen. Af en toe kijk je in het gezicht van een vertwijfeld kind (dat is raar, een groot mens in een buggy), maar je bent vooral omringd door achterwerken (in alle soorten en maten). Het geeft een soort gevoel van zeeziek zijn, het deinende patroon van de bipsen, denk ik tenminste, want echt zeeziek ben ik nog nooit geweest. Het is soms ook enigszins beangstigend, zeker in bijvoorbeeld een druk pretpark. Vorige week was ik bij de avond van de filmmuziek en ook daar had ik dat gevoel. Het is alsof je je in een doolhof bevindt, met een muur van bewegend vlees (gelukkig gehuld in stof, dat dan weer wel).

Nog beangstigender zijn de reacties van sommige mensen. De mensen die denken dat je met het verlies van je beenfunctie ook je hersenfunctie kwijt bent geraakt. De benadering verandert, ineens lijk je teruggezet tot het niveau van een klein kind. Als je geluk hebt, want er zijn ook mensen die over je hoofd met je ‘begeleider’ gaan praten. Je bent letterlijk je stem kwijt. Raar, wat wielen met een mens doen, kunnen doen. Nu ik erover nadenk, bij mannen zijn (een ander soort) wielen vaak een verlengstuk van hun persoonlijkheid, waarom kijken mensen dan zo neer op deze wielen? Is het omdat het de negatieve perfectie benadrukt? Is het omdat men denkt dat we incompleet zijn op de één of andere manier?

Ik ben zelf in het bezit van het monster onder de rolstoelen: de elektrische. Deze heeft een vorstelijke zit als voordeel, maar een meewarige blik van de omgeving als nadeel. Daar wil ik trouwens even heel duidelijk over zijn, wij zijn niet zielig (althans de meesten van ons niet). Mensen zijn op de één of andere manier vaak bang ons te kwetsen. Ik spreek even voor mezelf, ik kan een heleboel hebben en lach vaak als eerste om mijn eigen beperkingen. Het leven is namelijk een stuk zwaarder zonder humor en het is ook een soort van zelfbescherming. Ik draag een pantser (letterlijk overigens, ik heb zoveel braces dat ik soms lijk op Ironman).

Het belangrijkste is oprechtheid, als het je écht interesseert mag je me echt (bijna) alles vragen. Als het je geen moer aangaat, omdat het gewoon privé is, zeg ik dat wel. Wees niet bang voor de mensen op wielen. Wij zijn ook maar gewoon een persoon, met een eigen mening en eigenaardigheden. Wij houden ook van mensen en willen graag gewoon meedoen in de maatschappij. Erbij horen. We bijten niet (al blaf ik wel). Wat mij betreft kun je lekker met me kletsen en hoef je niet zo bang te zijn me te kwetsen!

  • het filmpje is binnenkort te zien op de website van Medireva, waar ook meerdere lotgenoten te zien zijn, in de gaten houden dus *

Beroepskneus

Beetje bij beetje laat je dingen los. Laat je het werken los, accepteer je dat jouw leven anders is dan dat van de meeste mensen om je heen. Dat je lang voor de pensioenleeftijd eigenlijk al gepensioneerd bent. Dat bepaalde dingen voor jou niet meer van belang zijn of van belang zouden hoeven of misschien zelfs moeten zijn. En tegelijk zijn het juist die bepaalde dingen die zo moeilijk los te laten zijn.

Ik heb nu sinds een jaar of zeven een IVA uitkering. Dat is een blijvende invaliditeitsuitkering, het geeft aan dat ik niet langer in staat geacht word te kunnen werken, nooit meer. Deze uitkering krijg je niet zomaar en deze uitkering geeft een bepaalde vorm van rust. Je hoeft jezelf niet langer te ‘bewijzen’ bij het UWV. Je bent een beroepskneus, er is geen verbetertraject meer.

Ik heb het werken los moeten laten. Dat was en is nog steeds een dingetje, een proces. Het is namelijk geen kwestie van niet meer willen, er is niet meer kúnnen aan de orde. Soms zou ik willen dat mensen een kijkje konden nemen in mijn hoofd, om dat proces eens echt goed over te kunnen brengen. Soms zou ik willen dat ik mensen een paar dagen zou kunnen laten leven in en met mijn lijf. Zeker als ik merk dat mensen twijfelen aan mijn capaciteiten als het aankomt op dat werken, of eigenlijk aan het gemis aan die capaciteiten.

Ik ben best een slimme meid (op deze toekomst was ik overigens niet echt voorbereid), ik heb echt wel capaciteiten. Als mijn hoofd het doet kan ik prima meekomen. Als mijn lijf een beetje meewerkt kan ik ook op dat front zeker wel een en ander. Helaas werken zowel hoofd als lijf meestal niet mee, en zijn ze ook nog eens behoorlijk onvoorspelbaar. Dat mensen mij als capabel zien is een plus, maar soms is het ook behoorlijk confronterend. Wanneer er geopperd wordt dat een bepaalde baan best iets voor mij zou zijn bijvoorbeeld. Natuurlijk vind ik het leuk als mensen iets geschikt voor mij vinden. Het is een teken dat ik nog meetel, dat ik iets kan en tegelijk zit daar ook het pijnpuntje. Tel ik dan niet mee zonder betaald werk?

Laten we eerlijk zijn, ‘beroepskneus’ is geen goed betaald beroep. Niet als je parttime werkte, niet als je geen hoge functie -met bijpassend salaris- had. Er is niet zoiets als promotie, er zijn geen schaalverhogingen meer. Mijn ‘baas’ houdt geen functioneringsgesprek. Zo van ‘goed je best gedaan dit jaar, je komt nooit meer te laat’. Er is geen kans meer op een bijbaantje, want stel dat je iets extra’s zou kunnen verdienen, dan kun je ook wel werken. Ik vind dit trouwens een gemiste kans daar bij het UWV, goh wat zou ik over dit onderwerp graag eens babbelen op niveau! Maar dat is een ander onderwerp.

Extraatjes zijn er niet in onze branche. Ja, extra pijn, wanneer we iets proberen. Extra vermoeidheid ook, extra veel pijnstillers, extra veel zooi -als ik weer ergens aan begin, maar het niet af kan maken-. Ik dwaal erg af, ik wilde proberen duidelijk te maken waarom een echt beroep uitoefenen niet langer geschikt is voor deze ‘beroepskneus’ (al zegt deze functie eigenlijk al genoeg).

Welke werkgever neemt iemand aan waar je niet van op aan kunt? Ik moet het grootste deel van mijn doktersafspraken al afzeggen omdat ik ofwel niet overeind kan komen, ofwel als ik sta zo weer neer donder. Het gaat nogal wisselend zeg maar. De meeste dagen heb ik het druk genoeg met de dagelijkse dingen als opstaan, eten, aankleden en de hond uitlaten. De meeste dagen lig ik de hele middag gestrekt met een kop vol mist. De meeste dagen is ons televisiescherm mijn beste vriend (al doe ik nu mijn iPhone tekort).

Doe ik dan niets? Nee, ik schrijf een beetje en ik help wat mensen met wat vormgeef dingen. Ik laat Lewis uit en probeer zo ook mijn sociale contacten te onderhouden. Ik fotografeer zo nu en dan en heb geprobeerd een stichting te runnen, maar ook dat bleek helaas gewoon niet haalbaar. Ik vul mijn dagen en alleen daarmee al overbelast ik mijzelf.

Hoe zou ik hiernaast ook nog moeten werken? Ik heb mijn handen al meer dan vol aan mijn gewone leven met mijn eigen uitdagingen…

Een andere kijk

Er broeit iets. Het is tijd voor verandering en iedereen merkt het. Op zijn eigen manier en met zijn eigen waarheid. Mijn waarheid hoeft niet de jouwe te zijn en dat is prima. Voor mij wordt steeds meer duidelijk dat het kapitalisme zijn beste tijd heeft gehad. Of hoort te hebben gehad, want veel mensen zijn bang voor deze veranderingen. Het is tijd. Het universum probeert het al zo lang duidelijk te maken, maar we willen nog steeds niet luisteren. Dat is mijn indruk in ieder geval.

Twee jaar terug in de tijd. Het begin van de corona crisis. Manlief en ik zaten op een bankje voor ons huis in de zon. Het was stil op straat. De lucht was intens blauw, zonder witte strepen. Rust. De meeste mensen waren thuis, het land was in lockdown, echte lockdown. Gek genoeg was er weinig onrust, er heerste vooral saamhorigheid. Samen zouden we de mensen beschermen, samen gingen we dit varkentje wassen. Manlief en ik zaten op een bankje voor ons huis in de zon. Genoten van deze rust. Een rust die voelde als vrijheid. Geen gekte, geen stress, geen angst.

Ik voel het diep van binnen, de drang dat de dingen anders moeten. We zijn een slaaf van het kapitalisme geworden. We importeren kalfjes, gooien ze vol geïmporteerd voer om ze vervolgens weer te exporteren. Waar is de diervriendelijkheid, wie geeft deze dieren, onderdeel van onze planeet, een stem? Kiloknallers geven een gezicht aan onze hang naar vlees. Het maakt niet uit hoe we eraan komen, als we het maar kunnen eten. Zo goedkoop mogelijk. Vliegtuigen, vrachtwagens, we vervuilen op hoog niveau om aan onze trekken te komen. Ik ben geen heilige, ik doe even hard mee aan deze gekte, maar vraag me steeds vaker af waarom. Het is een begin.

Corona legde de vinger op een hele lading zere plekken. In het begin van de crisis zagen we dat. Waren we het erover eens dat we beter om moesten gaan met onze planeet. Zagen we wegen in plaats van auto’s en werd de lucht schoner. Twee jaar later vervalt iedereen in het oude vertrouwde en klagen we vooral over alles wat ons ontzegd wordt. Hebben we als massa nu echt niet om de gaten dat er consequenties zitten aan ons gedrag?

Je hebt de mensen, een behoorlijke groep zelfs, die overal een complot in zien. Ik vraag me steeds vaker af of zij hun eigen rol in het geheel wel duidelijk zien, want iedere persoon op deze aarde heeft invloed op het grote geheel. Als de vleugels van een vlinder ergens anders een tornado kunnen veroorzaken hoe groot denk je dan dat jouw invloed kan zijn? We zitten gevangen in een kapitalistisch net, iets dat we zelf beïnvloeden, waar we ons angstvallig aan vast houden, want stel je toch eens voor dat jij het minder hebt dan een ander?

Nu de coronacrisis voorbij lijkt (pas op hoor, als we veel mensen moeten geloven gaat de wereld nu, na de verkiezingen, weer op slot) dient zich een volgend probleem aan. Zonnebloemolie ,uit de Ukraïne, raakt op. Een probleem voor bepaalde voedingsmiddelen, waar een tekort aan kan komen. Stress bij de fabrikanten en de radartjes der marktwerking draaien op volle toeren. Tekorten stuwen de prijzen omhoog. Zelfde voor gas en benzine. Degene onderaan de ladder krijgen het het zwaarst trouwens, de grootse basis van de piramide. Het leven lijkt sowieso één groot piramidespel, met de rijken aan de top. Niet waar ik heen wilde, we worden weer met onze neus op de feiten gedrukt, maar zien de link nog steeds niet.

Ons leven hangt niet af van zonnebloemolie, ook niet van benzine. We hebben onszelf afhankelijk gemaakt van gemak in plaats van ons in te zetten voor duurzaamheid en gezonde voeding. Koekjes en friet zijn geen eerste levensbehoeften. Laten we meer terug gaan naar wat de natuur ons biedt. We zijn in alles voorzien, als we het maar wíllen zien. We kweken bloemen in kassen, waar we waardevol gas verbruiken om deze bloemen te kunnen exporteren. Dat is toch waanzin? Als je dan zo dol bent op koekjes en friet, verbouw de zonnebloemen dan zelf, in eigen land. Scheelt een hoop vervuiling van export. We kunnen overigens beter gewoon stoppen met het eten van die vette zooi. Scheelt ook weer kosten aan de gezondheidszorg.

We hebben een hele lading problemen gecreëerd. Voor onze gezondheid, voor onze natuur en waarvoor? Voor geld. Niet voor geld om van te kunnen leven, maar voor centjes voor de top. Het zijn zij die gebaat zijn bij het kapitalisme, niet wij.

Het universum legt wederom de vinger op de zere plek en wij sluiten onze ogen. Dromen over verre vakanties en dure auto’s, vergeten geluk, dat zo dichtbij voor het grijpen ligt. Of hebben nachtmerries van complotten waarin we marionetten worden van de staat.

Wij hebben de macht van de massa. Wij hebben de mogelijkheid het tij te keren, gewoon zelf in onze hand…

Foto Pixabay

Het kleine groene monstertje

Ik wil het niet. Ik ben oprecht ontzettend blij voor mensen dat ze leuke dingen kunnen doen. Ik gun mensen hun ommetje met de fiets, hun boswandelingen met hun viervoeter. Hun vrijheid en zelfstandigheid, echt! Ik lach mee met meevallers en kansen. Ik gun iedereen het mooiste leven. En toch kan ik het steekje in mijn hart niet onderdrukken.

Vanuit mijn ooghoek zie het lelijke groene monstertje door de kamer schieten. Achter de stoel langs, zich onder de tv verschuilend. Wanneer ik mijn hoofd omdraai om het recht in de ogen te kijken schiet het weer weg. Langs Lewis, alsof het een lange neus naar me wil trekken en me even met die lange neus op de feiten wil drukken. Ik heb niets te klagen. Ik heb zoveel om dankbaar voor te zijn! Ik schaam me voor weer een aanvaring met deze ellendeling, maar ik voel wat ik voel en heb mijn gevoelens lang genoeg onderdrukt.

Het is niet dat ik andere mensen hun kansen niet gun. Het is geen afgunst. Wat het wel is, is dat ik iedere keer als ik zoiets lees geconfronteerd word met zoveel dingen die ik niet meer kan. En achterliggend ook het schuldgevoel weer opgerakeld wordt. De angst die nog altijd diep in mij verborgen zit. De angst dat ik dit mijzelf aandoe. Dat ik met het proberen rekening te houden met mijn lijf juist het tegenovergestelde bereik. Ik weet rationeel heel goed dat dit onzin is, maar al die jaren van anders gehoord hebben, al die jaren van meningen van mensen laten sporen achter. Het is een niet te winnen gevecht, al boek ik vooruitgang.

Het meeste pijn doen de kansen die mensen krijgen en die ze ogenschijnlijk achteloos de wereld in slingeren. Of naast zich neerleggen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ik kan echt een aan manisch grenzende blijheid ervaren als ik de kans krijg een mooi project te ontplooien. Zie geen beren tot ze mijn pad uiteindelijk kruisen en dan nog ga ik ze met een glimlach te lijf. Bied ze een visje aan en kijk toe hoe ze het oppeuzelen. En ook daar kan ik met dankbaarheid naar kijken (tenzij de beer te groot is, ik ben ook maar een mens). Wat ik wil zeggen is dat ik echt ontzettend dankbaar ben voor de kansen die ik krijg! Maar momenteel zijn de uitdagingen echt wel weer dat, een uitdaging. De beren zijn best flink, al zijn ze muizig in vergelijk met de ellende in de wereld.

Ook zo’n punt waardoor ik vind dat ik vooral niet moet mauwen. Ik bedoel, al komt de ellende dichtbij, hij is ook nog ver weg. Ik heb zo te doen met de mensen die middenin de oorlog zitten. Blijkbaar is er nog steeds niets geleerd, geweld is nooit de oplossing. Mijn hart breekt als ik de beelden zie. Ik wil niet wegkijken voor de realiteit, maar doe het wel. Zelfbescherming, ik voel te veel, kan er zo weinig mee. Ja, geven aan 555, om mijn schuldgevoel dat ik niet meer doe af te kopen. Maar wat moet ik doen dan? Ik heb geen invloed op hooggeplaatste mannetjes met veel te kleine pikkies. Mijn hart breekt als ik zie hoe mensen gemanipuleerd worden, hoe verdeeldheid en polarisatie verder uitgebuit worden door lieden die uit zijn op macht.

Het groene monstertje glipte net trouwens via het kattenluikje naar buiten. Het heeft zich verschanst in de schuur. De steek is tijdens het schrijven van dit stukje verdwenen. Zie je, schrijven werkt echt therapeutisch. Ik ben dol, maar dan ook dolblij met het zonnetje. Maar er slechts twee keer per dag buiten van kunnen genieten is karig. Ik zou zo ontzettend graag kilometerslange tochten willen maken met Lewis. En ik ben echt dankbaar voor de ritjes naar het park om de hoek hoor, echt! Maar oh wat lonken de bossen, de stranden. Oh wat zou ik graag…