Vanmorgen verzamelde ik al mijn moed en toog naar ons plaatselijke winkelcentrum. Liever ging ik voor groots, maar in mijn uppie is dat helaas niet te doen en iemand meeslepen voelt voor mij vaak als bedelen om mee te gaan, ik wil gewoon soms ‘zelluf’ mijn ding doen, dus ging ik erop uit met mijn scoot.
De zoektocht van vandaag was er eentje naar de perfecte trui; warm (ik ben een enorme koukleum die dagelijks ligt te bibberen onder twee zachte dekentjes), comfortabel (ik moet er dus prettig in kunnen liggen), niet te strak, niet knellend of kriebelend, maar wel een beetje vrouwelijk. Geen hoog eisenpakket toch? Oh en in de goede kleur, ik ben momenteel een bleek vrouwtje met een smal snuutje, het mag wel ietwat flatterend. Ik schrok van mijn eigen spiegelbeeld, daar in de grote spiegel. Ik weet dat het licht in winkels niet echt meewerkt in dit opzicht, maar jemig, ik kan wel een zonnebankkuurtje gebruiken (het is dat gebeurtenissen uit het verleden in dit geval zeker geen goede garantie bieden op mijn toekomst en ik dit dus beter achterwege kan laten).
Natuurlijk heb ik het internet al afgestruind, maar niet gevonden wat ik zocht. Het is vaak te duur of gewoon net niet wat ik zoek. Ik ben een zeikerd, ik wil gewoon de trui die ik twee jaar geleden had en tot op de draad versleten achtergelaten heb, maar helaas die is niet meer in de mode. Daarnaast ben ik in gevecht met mezelf, ik las een stuk over de verzendkosten en wat onze ‘retourcultuur’ doet met ons milieu (waar ik absoluut bewuster mee om wil gaan), niet veel goeds kan ik je vertellen. Mede daarom toog ik dus met mijn krakkemikkig gestel naar de plaatselijke middenstand (ik hou toch graag een gezellig dorpscentrum). Op mijn scoot, knietjes in de steigers, kan ik lopend de winkel in, dat was althans het idee.
Alex (mijn elro) maakt altijd ruzie met de rekken. Ik ben inmiddels best geoefend in het rijden met pookje, maar de ruimte tussen de paden in de meeste kledingwinkels is nog altijd wat smalletjes. Daarnaast leuken ze de boel op met houten stellinkjes met nog leukere accessoires (zijn inderdaad leuk, maar voor mij vooral een sta-in-de-weg). Ik rijd mij dan ook regelmatig vast in de jurken of vesten sectie. Lopen is in dit geval dan ook echt een stuk makkelijker (al hang ik ook met mijn braces met klittenband weleens aan een gebreid truitje). Hoopvol struinde ik door winkel één, stapte op mijn scoot naar twee (een meter of tien verderop), alwaar ik iets wiebeliger een trui paste, om zo ongeveer in te storten in de paskamer van winkel nummer drie. Dit alles vond plaats in een stijf half uurtje, waarvan ik de helft van de tijd moed verzamelde in mijn Ferrari rode bolide.
Drie winkels, wat zijn nu drie winkels? Ik heb de trui gevonden en afgerekend, maar heb bij de kassa de pijp maar aan Maarten gegeven. Terug op de scoot, op weg naar huis gaat het wel door mijn hoofd, hoe graag ik ook langs de rekken struin, ik loop mijzelf ermee voorbij. Mijn heupen branden, mijn ellebogen steken en mijn toch al weinige energie is gezakt tot beneden alle peil. Winkelen met scoot kan ik maar beter beperken tot de supermarkt (al ga ik daar geen mooie trui vinden), waar ik mij gewoon rijdend voort kan bewegen.
Het is niet makkelijk, dat steeds weer accepteren dat iets een stap te ver is. Misschien moeten ze dat in de aanbieding gooien, doe mij maar een pondje acceptatie, en een volle batterij daarbij.