Willen en kunnen

Een van mijn grootste gevechten, het gevecht dat plaatsvindt in mijn geest. Het gevecht dat ik zo moeilijk kan vertalen naar mijn lijf. Op tijd pauze nemen, op tijd stoppen. Luisteren naar het fluisteren. Ik wil wel, maar het lukt niet. Of wacht, daar zit wellicht het grootste probleem; ik wíl niet…

Ik mag een leuke klus doen. Ik mag even terug naar dat waar ik voor geleerd heb. Dat waar ik jaren van droomde mag ik nu doen. Ik zeg geen nee en ga vol enthousiasme aan de slag. Ik geniet, ik zit met een lach van oor tot oor achter mijn laptop. Daarnaast vloek, scheld en tier ik als het niet gaat zoals ik wil dat het gaat, maar dat hoort bij mij. Ik los het weer op en ga door (en door en door). Dat laatste, dat tussen de haakjes is mijn probleem. Ik ben slecht met pauzeren, dat had ik op mijn werk al. Als ik mij stort op een project dan ga ik, meer dan honderd procent.

Ik weet dat ik moet werken met een wekker, met een activiteitenplanner. Ik weet dat ik op tijd moet pauzeren, ik ken de theorie, maar ben oh zo slecht in het in praktijk brengen ervan. Het is dat willetje, dat enorm sterke willetje. Dat stemmetje in mijn hoofd dat zegt ‘nog vijf minuutjes’. Het probleem is dat het dat blijft zeggen, ik negeer mijn gewiebel (dat duidelijk aangeeft dat mijn rug het niet langer trekt), ik negeer de brandende pijn in mijn schouder (die ‘as we speak’ compleet in de hens staat) en buffel gewoon door. Het moet af, omdat ik dat wíl!

Kunnen en ik hebben al jaren ruzie. Kunnen bezorgde me een vaste aanstelling als beroepskneus, oh wacht, níet kunnen was daar debet aan. Willen heeft me jaren op de been gehouden. Willen heeft me tot twee keer toe terug gevochten in het bedrijfsleven. Kunnen, niet kunnen, zag, kwam en overwon uiteindelijk helaas toch. Ik kon willen wat ik wilde, maar mijn lijf gaf er de brui aan. Het grote instorten, het staat me blijkbaar niet helder genoeg meer voor de geest.

Laten we zeggen dat dit project weer goed duidelijk maakt waarom ik niet langer werk. Ik wil wel, maar erger me mateloos aan mijn eigen tempo. Aan de foutjes die ik keer op keer moet corrigeren. Aan mijn lijf dat er steeds de brui aan geeft. En tegelijk ben ik verrekte trots op mezelf, want ik geef het niet op. Het kost me meer, meer tijd, meer energie, letterlijk bloed, zweet en tranen, maar ik doe het wel! Een uitzondering, dat wel, voor iets uitzonderlijks.

Mensen denken dat thuiszitten leuk is, dat je achterover kunt leunen en kunt ‘cashen’. Laat me je uit de droom helpen, het is niet leuk. Het is frustrerend, pijnlijk, strontvervelend, vermoeiend, eenzaam, saai en het levert in verhouding ook nog eens geen drol op. Ik ben dankbaar hoor, voor het vangnet, maar ik had best potentie. En ambitie, maar dat heb ik nog steeds! geloof mij, ooit kennen mensen mijn naam. Ooit maak ik mijn dromen waar. Misschien niet helemaal zoals ik dat vroeger voor me zag, maar ik maak stappen.

Ik ben de schildpad in het verhaal met de haas, ik vorder gestaag, maar ik heb een doel voor ogen. Mijn wilskracht was dan misschien mijn ‘Waterloo’, maar ooit zal ik overwinnen. Het vergt misschien wel meer wilskracht, meer energie, meer tegenslagen, een groter gevecht, maar ooit vind ik de manier en overwin ik mijn hoofd…

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s