Hele epistels schreef ik, over hoe de buitenwereld nu eindelijk eens een beetje kon ervaren hoe ik mij voelde. Hoe het isolement voelde, hoe er voor mij weinig veranderde. ‘Boy, was I wrong!’
Het is een nuanceverschil, of zo lijkt het althans. Ik was al redelijk bekend met het verschil tussen willen en kunnen, maar nu komt er nog eentje bij. Het verschil tussen kunnen en mogen en dat is hier bij mij wel een dingetje gebleken. Gister kreeg ik op mijn kop van manlief. Mijn moeder (mantelzorger) kwam even wat boodschappen brengen (zeer gewaardeerd!) en had een nieuw labeldoekje gemaakt als toevoeging op onze collectie kraamcadeautjes. Echt een superleuk ding geworden en in mijn enthousiasme deze eens goed te bekijken trad ik binnen de anderhalve meter afstand. Nee, er staan geen lijnen uitgetekend op de grond hier, maar dat ik te dichtbij kwam was een feit. Manlief stond op het punt naar zijn werk te gaan en wees mij er even op dat ik niet voor niets thuis ‘opgehokt’ zit. Dat ik toch echt wel rekening moest houden met die afstand.
Ik weet dat echt wel, ik doe het normaal ook, maar zoveel mensen zie ik niet op een dag. Voor mij is het geen aanwendsel geworden en dat kwam op dat moment echt keihard binnen. Ineens wist ik waar dat verrekte gevoel van onrust dat me al weken treitert vandaan kwam. Het is niet dat ik normaal zo vaak boodschappen doe, of vriendinnen op de koffie heb. Het is dat het nu gewoon niet mág en wat niet mag wil ik, een overblijfsel uit de peuterpubertijd ofzo. Ineens voelde ik mij intens alleen. Ik ben niet alleen; zoonlief drentelt soms om me heen en manlief is niet vaker weg dan anders. Feitelijk is het dus niet anders, maar zo voelt het wel.
Ik mis mijn vriendinnen, gelukkig komt er eentje regelmatig even gedag zeggen op afstand (zit met dezelfde ophokplicht en gevoelens), maar dan nog mis ik de rest. Ik ben geen knuffelbeer, integendeel, ik ben diegene die je ietwat onhandig op je arm klopt als je in tranen uitbarst, maar nu mis ik de voorzichtige knuffelaar in wording. Ik leerde het, langzaam vorderde de cursus ‘knuffelen voor beginners’. Ik mis de goede gesprekken, ik mis de high tea (al heb ik genoeg chocola verorberd voor een compleet gezin de afgelopen week), ik mis gewoon de mogelijkheid tot zo’n beetje alles en dat heb ik ietwat onderschat.
Nu begrijp ik wat een gevangenis toevoegt aan de straf. Het ontbreken van mogelijkheden, het niet kunnen omdat het niet mag. Ik ben braaf, ik heb geen tralies nodig, ik ontsnap niet op straffe van mijn gezondheid. Maar ik voel me kwetsbaar, ik ben één groot stuk opgehokte kwetsbaarheid…
