Lastig onderwerp… Dit gaat niet om welke tv ga ik kopen of welk merk appelsap is lekkerder, zelfs niet om wie heeft een slanker lijf of grotere tieten, nee dé graadmeter der klachten. De graadmeter waarvan we allemaal willen geloven dat die er niet toe doet, of dat wij daarboven staan, we vergelijken niet. Maar… dat doen we wel, diep van binnen heeft iedereen toch stiekem een beetje een soort van waardeoordeel, we willen er alleen niet voor uitkomen. Het is niet aardig van ons vinden we dan, maar we doen het toch.
Het is eigenlijk logisch dat we het doen; we spiegelen ermee, we bepalen waar we staan, ben ik er beter of slechter aan toe. Het maakt dat je je goed voelt over dingen, of niet goed, dat kan ook. We proberen het te verbergen, het is maatschappelijk niet geaccepteerd of wenselijk, maar we doen het toch. Het vergelijken is er in verschillende opzichten en gradaties.
De eerste is hoe voel ik mij als ‘kneus’ ten opzichte van de gezonde persoon met een ‘kneuzerigheid’. Iemand breekt z’n arm, het schiet in z’n rug (iedere vergelijking met iemand, dood of levend is puur fictief, of welke onzin staat er bij films, geldt ook hier, dus voel je vooral niet aangesproken), kortom iemand heeft een tijdelijk gebrek. Dat wordt vergeleken, dat is overigens niet omdat we (eh laat ik vooral voor mezelf praten voor anderen om het hardst gaan roepen, dat doe ik niet hoor!), eh omdat ik dus, dat niet lullig voor je vindt of omdat ik niet meeleef, of niet snap dat het pijn doet, maar omdat er ergens diep van binnen soms best een stemmetje zegt, dat valt best mee toch, soms gevolgd door, ruilen?
Dat laatste hangt dan weer af van de gradatie van het ‘beklag’. Waarmee ik weer niet wil zeggen dat klagen niet mag (nou ja als het over mezelf gaat geldt dat dan weer wel, dat maakt de simpele vraag, hoe gaat het, helemaal niet zo simpel), maar eh serieus, het valt toch best mee, is in mijn achterhoofd soms best een lastig stemmetje.
Dat maakt mij dan misschien een kreng, een jaloers secreet of whatever, maar ik kom er eerlijk voor uit (heel veel zullen dit niet eens aan zichzelf durven toegeven). Onbewust is er dan een soort van ‘vergelijk’ (informatie die je verder vooral moet negeren, want ik probeer echt oprecht betrokken te zijn bij mensen en ik ben juist erg blij dat het wat dat betreft met je verder goed gaat enzo (pfff ik wil niet op tenen stampen met dit onderwerp)), maar heel eerlijk denk ik dat iedereen dit weleens ervaart, ook of misschien wel juist bij de simpelere kneuzerijtjes. Het maakt ons menselijk, evenals blijkbaar het taboe wat erop rust.
Dan heb je de vergelijken bij ons ‘kneuzen’ onderling, jazeker zijn die er, dat weet ik zeker. Soms als in soort van positieve jaloezie, goh ik zou willen dat ik dat nog kon, maar ook andersom, jemig wat bagger voor je! Gemeend, beide kanten op. Het maakt het zo lastig, je probeert jezelf ook soort van te plaatsen in zoveel dingen. Ben ik al toe aan een rolstoel is er zo eentje, de één vindt dat al zonder het gevecht geleverd te hebben, de ander loopt letterlijk veel te lang door. Maar ook wanneer ben je soort van geïnspireerd tot gebruik van een hulpmiddel en wanneer ben je er echt aan toe? Op de arts kun je hierin niet zomaar vertrouwen, zij weten het ook niet. Hoe moet je daarin de ‘gulden middenweg’ vinden zonder jezelf te spiegelen aan gelijkgestemden, aan lotgenoten?
Soms voel ik mij momenteel in dat opzicht wat tussen de wal en het beruchte schip vallen. Eerder was ik één van de ‘minder serieus aangedane personen’. Inmiddels ben ik flink afgegleden op deze schaal en voel ik mij als onze kater Max in het konijnenhok (identiteitscrisis?). Ik behoor tot de groep ‘bijna bedlegerig’, met de aantekening dat ik (gelukkig!) mijzelf nog prima kan verzorgen, af en toe nog buiten kom en nog een hobby kan en mag hebben (buiten deze psycho blogs). Ik behoor hiermee niet meer tot de lopers en fietsers, niet meer tot de ‘ik kan zelf nog rollers’, maar ook niet tot de échte bedliggers (nogmaals daar ben ik blij om!).
En daar komt die ‘crisis’ weer om de hoek, je past niet meer in het ene hokje, maar ook niet in het andere. Je kunt teveel voor de ene groep en te weinig voor de andere groep. Je valt tussen wal en schip, tussen bed en rolstoel en dat merk je, onder andere in reacties. Er is een soort van ongeschreven schaalverdeling, die is er vast niet bewust, maar hij is er wel. Niet ‘erg’ genoeg voor de ene en juist ‘te erg’ voor de ander. Je zit op de wip, zonder de balans, te hoog of te laag, verloren in het vergelijkend warenonderzoek…