Mooi woord, druk. Veel betekenissen ook, zeker voor mij. Ik ben druk (ook daarin al twee verschillende betekenissen), ik maak me druk, ik voel me bedrukt, soms verdrukt, ingedrukt. Ik voel dé druk. Ik ben dus druk met het woordje druk.
Een klein woord groot gemaakt
Hoezo zul je je afvragen, waarom nu, waarom überhaupt schrijven over een woord. Omdat het me bezighoudt en ik precies daarover schrijf. Al de hele week maak ik me druk over iets waar ik goed in ben, me ergens in laten praten. Ik wil oh zo graag nuttig zijn en dat maakt dat ik slecht nee kan zeggen. Erger nog, dat ik mezelf aanbiedt, als hulp dan hè, haal je vooral geen gekke dingen in je hoofd.
In de loop der jaren heb ik veel geleerd, in de zin van dingen doen. Ik ben best handig op de computer en weet mijn weg met woorden. Flyers maken en teksten schrijven zijn vaak nodig bij bijvoorbeeld verenigingen en laat ik nu graag met mijn grote mond roepen dat ik wel wil helpen. Dat willen zit diep in mijn systeem, helaas loop ik altijd vast op het kunnen. Op zich nog geen probleem want de meeste mensen in mijn omgeving zijn goed op de hoogte van mijn beperkingen en hebben daar alle begrip voor. Ikzelf ben degene met het minste begrip voor mijn eigen situatie. Het gevolg is dat ik dus mijzelf onder druk zet. Constant loop ik tegen mijn grenzen aan door mijn willetje, gevolgd door mijn grote mond.
Help!
Ik wil helpen, ik wil van nut zijn en vervolgens voel ik een immense druk tot presteren. Afzeggen vind ik moeilijk en toch moet ik voor mezelf kiezen, ik kan de consequenties van het over de grens gaan fysiek simpelweg niet meer aan. Ik sta onder druk, door de druk die ik mijzelf opleg. Met de beste wil van de wereld prijs ik mijzelf op zeer enthousiaste wijze aan, om vervolgens met mijn staart tussen mijn wiebelende benen weer verstek te moeten laten gaan. Wat levert dit me uiteindelijk op? Niets dan frustratie. Een botsing tussen willen en kunnen die ik kan voorkomen door gewoon mijn mond te houden en te accepteren dat ik op deze manier nog minder van nut ben dan voordat ik mijn grote mond opentrok (lees hier mijn psychologisch dilemma én de bijbehorende oplossing die vaak tot dovemansoren gericht is). De druk die ik mijzelf zo opleg is nog groter dan de druk toen ik nog werkte.
Onrustig gesust
Ik ben druk in mijn hoofd, nooit een momentje rust in mijn kop. Het gaat maar door, ideeën buitelen constant over elkaar heen. Ik wil een fotoshoot met lotgenoten om vast te leggen hóe EDS eruit ziet. Ik wil de fotograaf zijn, de regie hebben én zelf ook op de gevoelige plaat. Ik wil de nabewerking doen, exposeren en erover schrijven.
Ik wil als cat-roll model (catwalk maar dan rollend) op leeftijd meevechten voor erkenning. Ook daar had ik zo’n verkeerd plan momentje. Ik had mij zeer enthousiast aangemeld bij de Libelle zomerweek; de kneus op de catwalk, rolmodellen horen daar ook was mijn betoog. Met succes trouwens, ik werd uitgenodigd mee te rollen! Stuiterend lag ik op mijn bed, dit varkentje ging ik wel even wassen! Vergetend dat ik daar zeven dagen aanwezig moest zijn, vergetend dat er ook doorpas en oefendagen bij kwamen en ik dus twee weken druk was. Hoe graag ik dit ook wilde, het kon niet, fysieke onmogelijkheid, ook al door de afstand. Met hangende pootjes moest ik afzeggen, ik wil zo graag, maar kan het niet.
En toch leer ik het nooit, ben ik nog niet uitgerold, toch volgt in mijn hoofd een nieuw project, toch zal ik het doen is het niet links om dan wel rechts, of dwars rechtdoor. Toch zal ik mijn bedrukte gevoel, mijn verdrukte ideeën waarmaken. Ik geef niet op, ooit versla ik de druk en maak ik me druk om iets wat lukt. Mijn gevoelens in druk, dat is al gelukt. Alles wat lukt, draagt bij aan het kleine geluk…