Ik heb tijd zat, zou je zeggen tenminste. Ik bedoel, ik werk niet, heb de hele dag tot mijn eigen beschikking. Zeeën van tijd hoor ik te hebben. Hoor ik te hebben ja, want effectief heb ik altijd zeeën van tijd tekort.
Wat vreet ik dan de hele dag uit? Dat vraag ik mij ook weleens af. Even kijken, om te beginnen ben ik een langslaper. Dat was ook in mijn werkende leven al een probleem. Opstaan is niet mijn favoriete ding op mijn schamele to-do lijstje. Ik ben voor tien uur (in de winter, in zomer gaat mijn biologische klok eigenzinnig een uurtje achteruit) geen mens, echt niet. Ik kan gewoon niet functioneren, het is voor iedereen beter als je de schone slaapster voor die tijd gewoon met rust laat, in bed wel te verstaan. Ik loop anders letterlijk tegen de deur (en muur) aan.
Eenmaal wakker ben ik echt wakker, dat dan weer wel. Ik ben op mijn best tussen laten we zeggen tien en twaalf. Daarna loopt het snel terug met een hoogte (eigenlijk diepte) punt tegen een uur of twee. Ook daar had ik op mijn werk al last van. Tegen twee uur moest ik mij een kwartiertje op het toilet verstoppen. Niet voor het ‘grote’ of ‘drukkende’ werk, nee tegen twee uur vielen mijn ogen gewoon dicht. Geen luciferstokje was bestand tegen de twee uur dip. Op mijn armen gaan liggen aan mijn bureau was geen optie, een power nap op het toilet dan maar. Met mijn hoofd zo ongeveer op mijn knieën probeerde ik mijn energie te hervinden. Het licht was mij genadig en ging na een minuut of wat vanzelf uit. Tegenwoordig lig ik tijdens de middag dip, ben ik alleen dan doe ik mijn oogjes (en snaveltje) maar even toe. Voordeel van beroepskneus zijn, het staat in mijn taakomschrijving; chronisch vermoeid, check!
Als ik geluk heb kan ik na deze halve dag nog iets doen, voor mijzelf bedoel ik. Met een beetje pech blijft het bij koken (of bij manlief appen om iets te eten mee te nemen). Vandaag kon ik nog een paar foto’s bewerken. Fotograferen is en blijft een grote hobby, er komt alleen een stuk meer bij kijken dan op het knopje drukken. Wat ik schiet met mijn telefoon kan ik liggend bewerken, maar als ik een ‘echte’ shoot doe ga ik op pad met mijn grote camera. Die foto’s bewerk ik op mijn laptop, maar dat gaat een stuk lastiger door mijn brakke schouder. Vandaag kon ik dus eindelijk een beetje achterstand wegwerken. Vroeger deed ik dit gewoon naast mijn werk, ‘s avonds of in het weekend. Tegenwoordig mag ik blij zijn als ik eens per maand achter de computer kan kruipen voor dit werk. Een half uurtje, misschien een eigenwijs (en pijnlijk) uurtje en dan is het weer plat. Er moet nog gekookt (of zoals vandaag opgewarmd) worden.
Dat is het dan voor wat betreft ‘iets nuttigs’ doen. In de avond is mijn tijd niet effectief. Dan is het liggen, beetje tv kijken, beetje lezen, de na-het-eten dip overleven tot ik naar bed kan. Gek genoeg leef ik na negen uur soms weer op, maar ik moet toch enigszins op tijd naar bed omdat ik anders nog later opsta. Tijd is dus niet direct effectieve tijd. Van effectieve tijd heb ik lange tijd geleden al afscheid genomen. Al vraag ik mij af of ik ooit heb ervaren wat echt ‘effectieve’ tijd is. De vermoeidheid achtervolgde mij al toen ik nog in de luiers zat.
Ik heb dus te weinig uren in een dag, te weinig uren met een volle batterij. Mijn batterij staat altijd in het rood, opladen gaat op een goede dag tot misschien een donker oranje en daar maak ik dan ook vol gebruik van!
Dat zal best zwaar zijn. Pffff
LikeLiked by 1 person