Ik zorg.
Gister had ik een afspraak met dok. We gaan voorzichtig starten met het verkennen van een mogelijk zorgplan. Ik kan heel hard roepen dat het allemaal prima met me gaat en dat ik geen zorg nodig heb, maar ik hou alleen mezelf voor de gek. Ik moet inzien dat ik mezelf niet alleen kan redden en dat het fysiek eerder achteruit gaat dan vooruit. Ik heb daar wat ‘issues’ mee. Ik zit nog steeds in gevecht met het willen en het kunnen. Ik heb al heel veel geaccepteerd, maar als het op hulp aankomt gooi ik consequent mijn kont tegen de krib. Een gesprek met dok moest hier verandering in brengen.
Dok is volledig op de hoogte van alles wat er momenteel speelt aan zorg en geeft al vrij snel kort en bondig weer dat ik voor veel mensen zorg, maar niet zo goed voor mezelf. Ik heb een schuldcomplex, een enorm plichtsbesef en zorg accepteren staat in mijn hoofd zo ongeveer gelijk aan gaan liggen en blijven liggen. In mijn hoofd mag ik niets leuks meer doen en alleen nog maar patiënt zijn. Ik wil geen patiënt zijn, ik wil gewoon mezelf zijn. Ergens heb ik dat opgelopen, dat gevoel dat leuke dingen doen en geld ontvangen van de overheid niet samen gaan. Dank aan onze marktverwerkende samenleving!
Januari was een pittige maand voor ons, zeker op emotioneel gebied. Mijn schoonvader werd in de eerste week opgenomen in het ziekenhuis en het was een serieuze opname. Hij heeft aangeklopt bij de hemelpoort, aldus de verpleger op de afdeling. Gelukkig is hij onverrichter zaken teruggekeerd en is hij nog bij ons, maar logischerwijs geeft het toch behoorlijke zorgen. Ook mijn eigen vader ging de medische molen in, een tia. Mijn vader en ik zijn twee handen op één buik en ook dit gaf zorgen. Ik ben een spiritueel mens, ik geloof echt dat dingen gebeuren om een reden en dat dingen zo moeten zijn, maar ik ben naast een spiritueel mens ook een mens en dat menselijke mens heeft ook zorgen.
Ik zorg. Ik zorg op mijn manier voor mijn mannen. Ik zorg op mijn manier voor het huishouden. Ik zorg op mijn manier voor de mensen om mij heen, voor vriendinnen, voor lotgenoten, voor de stichting waarvoor ik mij inzet. Ik zorg voor heel veel mensen en in die zorg vergeet ik mijzelf en daarmee, volledig onbedoeld en onbewust ook mijn gezin. Als ik niet goed voor mijzelf zorg, zorg ik ook niet goed voor hen.
Ik zorg. Ik ga zorgen, ik ga beter zorgen. Ik ga voor mezelf zorgen en daarmee staat de deur voor hulp, voor meer hulp nu op een kier. Ik werk aan het moment dat ik hem met volle overtuiging open kan schoppen. Het moment dat ik eindelijk inzie dat ook ik zorg verdien en dan vooral van mijzelf.