Één van de meest lastige dingen in het leven van een kneus is het leren omgaan met dingen die je niet meer kunt. Al vrij jong moest ik voor het eerst afscheid nemen, van het korfballen. Ik was een jaar of twintig, korfbalde sinds mijn negende bij dezelfde vereniging en vond het altijd super leuk. Helaas vonden mijn knieën, en later mijn rug, het minder geslaagd. Ik kreeg steeds vaker last van blessures en moest mijn voetbalschoenen aan de wilgen hangen (jaja korfballen deed je in ‘mijn tijd’ nog op voetbalschoenen, dat maakte de sport toch een beetje stoerder). Ik vervolgde mijn carrière als coach, ook leuk, maar ik stond toch liever ín het veld dan langs het veld.
Dan zoek je toch gewoon een andere sport? Juist, dat deed ik, ik ging naar de sportschool, aerobics (ongeschikt), spinning (onwijs leuk, maar wederom ongeschikt voor mijn brakke lijf), zumba, tai bo (of hoe het dan ook heette), aan de gang met gewichtjes, zwemmen, ik heb van alles geprobeerd.
Ik had één passie na het korfballen en dat was linedancing. Mijn schoonzus en ik waren bloedfanatiek en struinden alle festivals in de buurt af. Eerst in vol ornaat; met cowboyhoed, leren broek en laarzen, later in de moderne variant. Maar ook hier gooide het brakke lijf uiteindelijk roet in het eten, de knietjes werden steeds wiebeliger, draaiden kanten op waar ik niet heen wilde en ik moest weer een vorm van beweging opgeven.
In de tussentijd had ik het fotograferen ontdekt, ik volgde de fotovakschool, specialiseerde me in mode en portret en opende naast mijn werk mijn eigen studio. Het was geweldig, ik organiseerde met een visagiste samen kinderfeestjes, deed wat fashion shoots en genoot volop. Je raadt het al, mijn hoofd vond dit alles geweldig, maar mijn lijf zei steeds harder nee, sterker nog, het schreeuwde nee, tot ik er letterlijk bij neerviel. Mijn rug en handen wilden niet meer, ik stortte volledig in en kwam met een dubbele hernia op de OK terecht. Van daaruit werd het niet beter, om een lang verhaal kort te maken, ik moest wéér afscheid nemen van twee van mijn grootste hobby’s; werken en fotograferen.
Werken doe ik inmiddels niet meer en ik fotografeer nog maar zelden, mijn mooie, professionele camera is super, maar zwaar en ik, ik wil (nog) geen concessies doen met een ‘mindere’, tja blijf een zeurpietje. Misschien komt er ooit een tijd dat het weer lukt, ik hoop het! Ook vormgeven zit er zelden meer in, mijn schouders en de computer zijn geen goede match meer.
Wat doe je dan? Ga je bij de pakken neerzitten? Nee! Je zoekt tot je iets vindt dat je nog wel kunt, in mijn geval schrijven. Ik schrijf alles van me af, in dit blog, in mijn gedichten en wie weet ooit nog in een boek (een droom). Ik maak samen met mijn moeder leuke cadeautjes, toch nog een beetje vormgeven en ik maak wenskaarten, althans de eerste negen zijn een feit. Ik heb nog zoveel dromen, zoveel plannen.
Ik heb van veel dingen afscheid moeten nemen, maar ik heb ook veel terug gekregen. Het cliché klopt, voor elke deur die sluit, opent er een ander. Mijn advies is dan ook, open je ogen, kijk om je heen naar deze mooie wereld, geniet van het leven en haal eruit wat erin zit.
Ook als kneus is het leven de moeite waard!