Proprioceptie, mooi woord is het. Ooit van gehoord? Niet iedereen kent het, het betekent zoiets als weten waar je ledematen zich bevinden in de ruimte en inschatten hoeveel kracht dingen kosten. Niet zo moeilijk, althans zo lijkt het, maar zo simpel ligt het niet, niet bij ons hyperdebieltjes in ieder geval.
Ik had er nooit bij stilgestaan, moest tijdens mijn revalidatie traject een testje doen hoe het met mijn proprioceptie gesteld was. Eerst kijken en dan met mijn ogen dicht bekertjes in elkaar zetten. Ik greep verkeerd. Ook bleek ik niet zonder te kijken te kunnen voelen waar mijn voeten zich bevonden. Ja, aan mijn lijf, maar hoe en in welke richting, no clue. Ik bleek een belabberde proprioceptie te hebben.
Gefeliciteerd, u gaat door voor de wasmachine. Deze beroerde stand van zaken blijkt te horen bij mijn aandoening. Het betekent ook dat ik niet voel dat ik de uiterste stand van mijn gewricht bereikt heb en aangezien die stand ook nog eens een graad of tien verder is dan bij de ‘normaal’ gebouwde mens kan dit problemen opleveren. Ook daar heb ik nooit echt bij stilgestaan. Mijn duimen kunnen een hoek halen waar monden van open vallen, eigenlijk nooit last van gehad. Niet qua pijn in elk geval, kracht zetten met een duim die zover doorbuigt is wel onhandig. Qua knieën geeft het meer problemen, buiten dat ze dus de grenzen te buiten gaan, doet het inmiddels ook pijn. Dat is dus de consequentie van het letterlijk de grenzen voorbij gaan. En aangezien ik het niet voel moet ik steeds naar mijn klutsknieën kijken om te zien waar ze zijn, of in ieder geval in welke hoek ze staan. Dat is een baan op zich, het blijft namelijk niet bij de knieën, al mijn gewrichten vliegen wat dat betreft ruim uit de bocht.
Als ik lig moet ik checken of mijn voeten niet gek doen, als ik zit knel ik ongemerkt mijn knietjes tegen elkaar, in een wanhopige poging tot steun. Ziet er geweldig uit overigens, zeer charmant! Tijdens het autorijden valt het pas echt op, met x-benen hou ik alles onder controle, terwijl ik ondertussen mijn schouder bij- en in elkaar plop.
Proprioceptie, of het gebrek eraan, zorgt er ook voor dat we sneller struikelen. We tillen soms onze voeten net niet genoeg op, we kunnen voor de gemeente gaan werken, controle afdeling, iedere fout gelegde stoeptegel geeft extra kans op een struikelpartij. Kijk dan beter uit je doppen, hallo moet al op mijn knieën letten, ik til mijn voet toch op. Glazen die net niet in de kast komen, maar tegen het randje van de kast, borden die toch net niet helemaal op tafel staan, deurposten die altijd te smal.zijn en tafels en bedden die niet zachtzinnig in aanraking komen met een punt op je bovenbeen of tenen.
Je weet toch dat hij er staat?! Eh ja, maar hij liep net een centimeter naar links, ik zweer het! Proprioceptie is een venijnig dingetje, zeker het gebrek eraan. Ook hier moet je mee leren omgaan, het is een puntje van ergernis op de lange lijst van verwante, vervelende eigenschappen van de ‘hypermobiel’. Maar in één ding kan ik je geruststellen, het hoort erbij, je beeld het je niet in en je bent geen miskleun. Voor ons is het altijd oppassen, uitkijken en ja helaas soms struikelen, vallen en weer opstaan.