Ik heb een vriendin met een bi-polaire stoornis, ze is manisch depressief. Ze heeft net als ik goede dagen en slechte dagen (die hebben we allemaal, maar op onze slechte dagen is uit bed komen en enigszins functioneren al een uitdaging), wij zijn net een soap, je zou er een blog over kunnen schrijven (oh wacht, dat doe ik ook 😉).
Fysiek versus mentaal
Mijn vriendin en ik lijken op elkaar, andere aandoening, totaal ander vlak van problematiek, maar we begrijpen elkaar. Als zij haar slechte dagen in gaat ligt de depressie op de loer. Een échte depressie is iets anders dan een dipje of een dagje down zijn. Een echte depressie los je niet op met ‘ga maar lekker naar buiten’ of ‘ga iets leuks doen’. Mensen zeggen tegen mij ‘rust roest, je moet bewegen’ uit diezelfde onnadenkendheid, mensen zijn onwetend op zoveel vlakken. Maar ze denken het wél te weten, beter te weten.
‘Ga toch even lekker sporten’, kunnen ze tegen ons beiden zeggen. Dat zou een soap an sich zijn; de depri en de kneus, de één kan fysiek de band niet op, de ander krijgt simpelweg de ene poot niet voor de ander. Verschillend en toch gelijk. Een aanvulling, ik kan me niet voorstellen hoe het is zo’n chaos in je hoofd te hebben, eh dat zeg ik verkeerd want chaos heb ik ook, maar ik heb zo’n basis optimisme in mij en voor haar zijn sommige dagen zo moeilijk. En zij kan niet snappen hoe ik mijn dagen doorkom, altijd maar in rust (en ja, ik weet dat dat normaliter roest). En toch snappen we het, Yin en Yang.
De Balk
De manie is de andere kant, ze voelt zich goed, te goed, een letterlijk doorslaand succes. Wederom het vergelijk, op een goede dag zoek ik niet meer naar mijn grens, maar dender ik er vol overheen. Beide grenzeloos en toch anders. Anders en hetzelfde.
Voor ons allebei geldt dat we op onze grenzen moeten letten. Dat we het meest gebaat zijn bij stabiliteit, de gulden middenweg. Maar die middenweg is zo lastig, het is een evenwichtsbalk en mij staat nog duidelijk mijn kleine ik voor de geest. De turnster in mij (jawel, ooit ben ik Gelders kampioen geweest, ik was 8 en ben daarna op mijn hoogtepunt gestopt), op de balk, hoe vaak ik daar niet vanaf ben gelazerd. Oefening baart kunst zeggen ze, deze wijsheid zou ook voor ons moeten werken maar ik voorzie nog wat beren op deze weg.
Onze weg
Fysiek en mentaal, verschillend en toch ook niet. We verdwalen samen in een bos vol beren, maar vinden ook samen de weg naar huis. Iemand die je begrijpt zonder woorden, die wéét hoe het voelt. We bewandelen allemaal een eigen pad, maar het is fijn soms een stukje met iemand op te kunnen lopen. Samen kun je meer!
P.S.
” Overigens heb ik veel meer mensen om mij heen, allemaal met hun eigen struggles, allemaal zijn ze me ontzettend dierbaar! ”
Nogmaals, wat mooi ❤
Weinig zie ik dit, zoveel begrip tussen de fysieke en de psychische kant. Ikzelf reken me (vooral) tot de laatste – de gedachte 'maar je lichaam doet t nog enigzins – doe es ff wat ofzo' kan ik niet altijd negeren. Beide kanten kunnen verlammend werken, maar hebben gelukkig ook als voordeel dat je ervan groeit als mens – en dat is precies wat ik hier terug lees. Chapeau 🙂
LikeLike
Dank je wel! x
LikeLike