Ik stuiterde gister door het leven, gevoed door de subsidie die we krijgen voor ons project, door de mooie, lieve en leuke reacties. Dit alles geeft mij ogenschijnlijk energie voor tien. Ogenschijnlijk, want mijn energie is helaas niet onuitputtelijk, sterker nog, hoe goed ik mij ook voel, hoe harder ik stuiter, hoe groter de weerslag op mijn lijf. Ik dender in mijn enthousiasme over grenzen, voel mij op zo’n dag onoverwinnelijk, om de dag erna sierlijk neer te storten. Een kater van jewelste, zo lijkt het. Zo moe, diep moe, intens moe en ik wil zoveel, maar kan zo weinig.
Het zijn de dagen als gister, dat ik mijn grenzen moet bewaken, op een dag als vandaag, als ik als de prinses op de erwt me letterlijk neerleg bij het onvermijdelijke. Pijn die ik de afgelopen dagen genegeerd heb dendert door mijn lijf. Niet willen voelen, het kan echt, maar als je te vaak je grens verlegd hebt haalt hij je in, komt de man met de hamer en mept je in elkaar. Er is geen onderdeel van mijn lijf dat ik niet voel. Je zou denken dat ik in de afgelopen jaren wel heb geleerd waar mijn grens ligt (en vooral waar hij niet ligt), maar blijkbaar vergis ik me daar in.
Het gevoel dat ik me aanstel, dat ik een schop onder mijn gevoelige hol moet hebben ligt ook altijd op de loer. Het stemmetje in mijn achterhoofd is schor van het gefluister achter mijn rug om. ‘Je moet boodschappen doen lui varken’, ‘willen is kunnen’, ik hoor alles wat ik vroeger hoorde terug in mijn hoofd. Alleen vroeger wisten we niet beter, nu wel. Nu moet ik leren het stemmetje te negeren en te luisteren naar het schreeuwen van mijn lijf. Want dat doet het, schreeuwen.
Buitenshuis zet ik mijn masker op, glijdt de glimlach over mijn gezicht, verbijt ik de pijn. Liggend onder mijn veranda (genieten van de kleine dingen) vervloek ik in stilte mijn pijnlijke vingers en ellebogen, die mij danig in de weg zitten terwijl ik dit typ. Ik wil zoveel, maar moet mij gefrustreerd neerleggen bij vandaag, het is niet mijn dag.
Er ligt een ban op eerlijk zeggen of schrijven hoe je je voelt. Ik hou er niet van, het voelt als klagen, maar dat is het niet. Zo af en toe moet je je frustraties kunnen en mogen uiten. Dat je lijf pijn doet, dat de vermoeidheid overheerst, dat wil niet zeggen dat je geen lichtpuntjes ziet. Dat wil niet zeggen dat je negatief bent. Het zegt slechts dat je accepteert dat dit niet je dag is. Dat je de pijn ervaart, hem toelaat om vervolgens jezelf weer bijeen te rapen en door te gaan. Een leven met pijn kan ook een mooi leven zijn, maar je mag jezelf best een dagje toestaan te balen, je kl*te te voelen, een dagje realiteit is geen verloren tijd.