‘Holle voetstappen klinken in de gang als hij voor de laatste keer richting de deur in de fabriek loopt. De weg lijkt eindeloos, donker, koud. De broodtrommel in de tas, een laatste keer. Een opgeruimd bureau laat hij achter, een laatste teken van zijn aanwezigheid. Een leven inzet laat hij achter, hart voor een zaak dat niet langer een hart heeft voor werknemers. Geld heeft de mens eindelijk verslagen.’
Klinkt als vaag en onbegrijpelijk misschien voor sommige mensen, maar het is voor veel (oudere) werknemers de harde waarheid. Bijna opgegroeid bij een bedrijf, groot geworden, meegegroeid tot het moment daar was dat jouw inzet niet meer loonde. Letterlijk, aan de kant geschoven, waar geen manager nog een gedachte aan je verspilt. Daar zit je dan, aan het eind van een carrière die toch anders liep dan gedacht. Geen afscheid met een gouden horloge, maar een afscheid met een ‘gouden’ handdruk. Een schop onder je kont richting achterdeur erachteraan. Op weg naar huis word je gegrepen door de onmacht. Wat nu?
Een zwart gat in het vooruitzicht. Thuis zitten, het lijkt de werkenden de hemel en is voor de uitkeringsgerechtigde veelal de hel. Niemand denkt na over het gevoel van nutteloosheid dat je overvalt als je overtallig bent geworden, of afvallig, zoals ik mij zo vaak gevoeld heb. Vanmorgen werd ik wakker met dit in mijn koppie. Ik heb het in mijn omgeving zo vaak gezien, werkloosheid, afkeuringen. Het doet iets met iemand. Het maakt onzeker, het slaat de vaste grond onder je voeten weg. We houden te weinig rekening met de mentale gevolgen van het thuis zitten.
De werkenden gaan in de ochtend richting ‘de zaak’, denkend aan wat zij zouden kunnen doen als ze vrij waren. Ik bedacht mij vanmorgen dat ik niet zou weten waar ik de energie vandaan zou moeten halen om de deur uit te gaan. Ik voel me niet eens in staat naar de supermarkt te gaan. Ik word al moe van het bedenken hoe ik dat zou doen. Ik wil best hoor, ik zou echt willen dat ik de energie had, maar de deken van vermoeidheid heeft mij volledig bedekt. Mijn lijf is zelfs onder twee dekens in onze warme woonkamer koud. Mijn hoofd wil best, maar mijn benen weigeren dienst. Een lastige combinatie kan ik je vertellen, al is de kans groot dat je dat heel goed weet als je mijn pagina volgt.
Het kan je maar bezighouden zo’n idee in de ochtend. Mijn hoofd laat deze gedachten niet los voor ik ze daadwerkelijk weggezet heb. Een poging om op papier te krijgen hoe het voelt, afgedankt te zijn…