Gister een dagje relaxen, lekker naar de sauna. Ik hou van sauna, ik hou van warm, maar iets minder van koud. Het afkoelmoment is voor de meesten een opluchting, voor mij is het een vervelende bijkomstigheid. Ik ben van het type ‘met 85 graden nog koude voeten’ zeg maar. Waar de rest stomend buiten loopt na de opgieting, zit ik alweer bibberend in mijn badjas, klaar voor de volgende (of de open haard met een stukje taart).
De sauna heeft trouwens een bijzonder effect op een lijf als het mijne; aan de ene kant is daar de ontspanning; in het hoofd (rust), maar ook in het lijf (spieren), maar doordat mijn spieren ontspannen krijgen mijn gewrichten meer ruimte en moet ik harder werken de hele boel weer aan te spannen. Ik ben dan ook net de gulden krakeling, mijn knieën zweven langzaam het zout waterbad uit, terwijl mijn schouders de maat aangeven in sublux (bij een sublux gaat het gewricht een stukje uit de kom, op het randje zeg maar).
Het is best lastig, leg maar eens uit waarom een dagje ontspanning de volgende dag evenveel boete oplevert als een dagje pretpark. Ontspannen is inspannen, dat is voor ons een rare werkelijkheid. Altijd moeten wij de weg zoeken tussen gezonde inspanning en overspanning. Leen mijn lijf eens voor een dag en je zult merken dat het topsport levert, altijd. Altijd moeten mijn spieren mijn gewrichten bij elkaar houden. Geen moment is er rust, rust betekent het laten gaan, het laten gaan betekent een sub luxatie. Het is volgens mijn artsen wachten op een luxatie, ik word stijver, maar toch blijven de gewrichten ook extreem soepel. En dan heb ik geluk, veel lotgenoten zijn ‘vaste klant’ bij de eerste hulp, even een schoudertje terug zetten.
Zo zijn mijn hard werkende spieren, ondanks het vele liggen, snel overbelast. Kan een keer teveel mijn been optillen grote gevolgen hebben. Kost zelfs liggen teveel energie. Daar word je toch moe van?
Een paar keer per jaar probeer ik het toch, ontspannen in de warmte, dapper afkoelen in de buitenlucht (voor mij is 23 graden afkoelend genoeg). Een paar keer per jaar dompel ik mij in het zoute water, droom ik weg in de verkwikkende warmte, laat ik mij besprenkelen met berkenthee in de Banja, bewapperen met hete lucht en meng ik mij in de blote billenparade.