Hoofd, schouder, knie en teen

Ieder jaar val ik in dezelfde valkuil, altijd rond deze tijd. De eerste echte mooi-weer dagen (voor mij dan) loop ik met mijn hoofd in de wolken, voel ik mij geweldig, voor mijn doen. Die laatste zin is een belangrijke toevoeging, want als ik die weglaat lijkt het alsof ik zo ongeveer weer beter ben, maar beter zijn zit er niet ik, dat station ben ik lang geleden gepasseerd.

Terwijl ik dit eerste stukje schrijf razen mijn gedachten al allerlei richtingen uit. Allereerst, beter zijn, als ik zeg dat ik mij beter voel wil dat niet zeggen dat de pijn in mijn lijf weg is. Was het maar zo’n feest! Nee, de basis pijn in mijn lijf is er eigenlijk altijd. Mijn schouders, ellebogen, polsen, handen, heupen, knieën en voeten doen altijd pijn. Soms blijft het bij het brandende gevoel, soms gooit mijn lijf er messteken bij. Ik ben het soort van gewend, heb het naar de achtergrond leren drukken. Mijn medicijnen helpen het op de achtergrond te houden, zonder word ik knettergek. Hoe kan ik mij beter voelen als de pijn er is? Mooi weer zorgt ervoor dat ik de pijn beter kan hanteren, de zon verwarmt mijn koude reptielenlijf, dat verzacht én ik voel mij mentaal beter als ik buiten ben. Laat hier geen zwart-wit theorie op los, want veel hangt in het grijs.

Dat ‘beter voelen’ heeft ook consequenties, ik ga deze dagen als een malle tekeer om de winter in te halen en dender daarmee over mijn instabiele grenzen. Ieder jaar weer, ik leer het echt nooit. Nu lig ik dus weer, mijn nek kon de vele uitstapjes niet aan. Gevolg, ik zie weer driedubbel en heb een irritante pijn in hoofd en nek. Mijn voeten vinden de vele uitstapjes ook minder geslaagd. Vergelijk mijn lijf met een toren die steeds verder scheef zakt, ik heb Pisa al lang ingehaald en sta constant op instorten. Ook als ik schrijf dat ik als een malle tekeer ga moet je dit zien op mijn niveau. Hele dagen doorhalen is er nooit bij, het is meer ‘op’ zijn en daarna op zijn.

Gister ging het lampje uit, te veel, te ver over de grens. Vandaag ben ik dan ook in een ‘bleh’ bui. Ik kijk met een oog dicht omdat anders de wereld zich verdubbeld, wil veel maar kan eigenlijk niets. In mijn koppie heeft zich weer eens het idee gevormd dat mensen mij slechts zien als lui, naïef en vergeetachtig. Nu ben ik de laatste twee absoluut, maar mensen vergeten nogal eens dat ze mij slechts zien als het ‘ok’ gaat. De momenten als deze zien ze niet. De twintig uur per dag die ik lig worden vergeten. Ik moet alles proppen in de vier uur die ik op ben. Daarin zitten ook opstaan, douchen, aankleden, eten, koken en weer eten. Ik heb denk ik op een goede dag twee uur om iets te doen, dat is niet veel effectieve tijd.

Misschien veroordeel ik mezelf weer, schop ik weer te hard tegen mijn beperkingen. Het gaat goed tot het weer niet goed gaat. Mijn hoofd gaat weer eens op de loop met de realiteit. Het is weer hetzelfde liedje als vorig jaar en het jaar ervoor en het jaar daarvoor. Ik zet het maar even op pauze, geef mij vanmiddag over aan Netflix. Hoop dat morgen mijn hoofd weer iets vriendelijker is tegen mezelf en ik weer enkel beeld heb, zonder hoofdpijn…

Foto tegeltjeswijsheid

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s