Het blijft een gevecht op zich. De zoektocht naar balans, ik blijf mij bevinden op het randje. Het randje van mijn grens, het randje van mijn kunnen. Nu het weer beter wordt (voor mij in ieder geval) moet ik mij weer enorm beheersen, het lijkt wel of mijn wil weer wakker is geschud. Niet dat ik in de winter niets wil, maar kou en regen zijn geen vriendjes van mij, de zon is dat wel.
Lopen tot de zon komt
Ik wil lopen door de weilanden, mijn camera om mijn nek. Ik wil fietsen door de achterlanden. Natuurlijk heb ik Alex, kan ik meerijden en ben ik daar blij mee, maar het liefst wil ik mijn benen gebruiken. Ik heb mijn scoot en kan mee een eindje rond, maar ik wil zelf trappen. Ik wil dat luie lijf van me in beweging schoppen, maar ik weet ook wat de consequenties daarvan zijn. Toch blijf ik proberen, want stel je voor dat het toch door een wonder ineens wél lukt.
Try till you die
Dat proberen wordt met opgetrokken wenkbrauwen gade geslagen door mijn omgeving. Zij zien mij mijn hele leven al worstelen, zien mij vallen en weer opkrabbelen. Vragen zich af wanneer ik me eindelijk neerleg bij mijn beperkingen. Het antwoord daarop is nooit. Nooit zal ik stoppen met proberen. Ben ik zo eigenwijs? Ja, volmondig ja. Maar toch is het geen eigenwijzigheid die mij voortdrijft. Het is ook niet dat ik niet wil accepteren, want ik heb er best vrede mee, tot op zekere hoogte. Als ik niet probeer geef ik het op en dat zit niet in mijn systeem. Ik accepteer, maar probeer toch.
‘Giro’
En in deze gemoedstoestand bevond ik mij van de week zomaar op de fiets van zoonlief (hij heeft een elektrische fiets, niet omdat hij lui is, maar omdat ook hij nu al moet vechten tegen zijn lijf en zijn grenzen). Ik vond dat ik toch moest proberen of ik dit nog kon en het lukte! Ik heb geen ‘Giro’ gefietst, het was een rondje om het huis van nog geen 200 meter, maar ik heb het gedaan! Ik was zo trots als een aap met zeven lullen, ik stond stralend in de achtertuin. Een klein geluksmomentje, letterlijk even weer op eigen benen staan.
Vlinderlijke vrijheid
Helaas liet ik het vermoedelijke oordeel door mijn hoofd schieten. Het oordeel van de ‘oh dat kan ze wel’ mensen. Maar mijn reaktie luidt, zolang ik vleugels heb zal ik proberen te vliegen. Zolang ik de mogelijkheid heb een klein beetje op eigen benen te staan zal ik dat proberen. Ik zal de boete accepteren, ik zal vechten, ik geef niet op, nooit. Laat mij, het is mijn leven, een leven met grenzen. Een begrensd lijf met een hoofd dat onbegrensd zal blijven denken…
PS deze foto slaat totaal niet op de tekst (behalve qua titel), maar ik heb ‘m van de week gemaakt en wilde hem even showen, weer die trots en de aap 😉.
* in de herhaling