Huwelijkse voorwaarden
Vandaag is het tweeëntwintig jaar geleden dat manlief en ik in het huwelijksbootje stapten. We zijn bijna dertig jaar samen, leerden elkaar kennen op het korfbalveld. De vonk sloeg wat mij betreft over tijdens de carnaval, iets dat we samen met een groot deel van ons team dagenlang vierden. Ik was na jaren hem gezien te hebben als irritant joch ineens verliefd. Hij niet, hij had zijn oog op een ander blondje laten vallen. Beseffend dat ik geen schijn van kans had wenste ik haar alle geluk toe en vroeg haar lief voor hem te zijn. Daar had dit kunnen eindigen, maar dat deed het niet.
We zaten in dezelfde vriendengroep en ik ging bij hem werken. Hij vulde vakken en ik was het manusje van alles op brood/kaas/vleeswaren en in de slagerij. Zo kon ik hem ongegeneerd aanstaren vanachter de toonbank als hij aan het werk was. De verkering met het andere blondje duurde niet lang en ik zag mijn kans schoon. Ik ben een vasthoudend type, een pitbulletje. Op Koninginnedag gingen we samen stappen met het hele stel. Ik had mezelf een ultimatum gesteld, het werd nu of nooit. Nu dus, want een kleine tussenstop van een week daargelaten, zijn we nog steeds samen. We gingen een kleine twee jaar later samenwonen en trouwden vijf jaar later.
Hij trouwde de kneus, al was het toen nog niet zo heftig gesteld met mijn lijf. Met de jaren takelde ik af en hij bleef, mijn rustpunt in de achteruitgang. We hebben samen best het een en ander meegemaakt, maar zijn er gelukkig ook samen uitgekomen. Het is niet niks, partner zijn van een kneus. Veel van het huishouden kwam altijd al op zijn schouders neer. Nooit verweet hij mij lui te zijn, iets waar ik hem zeer dankbaar voor ben. We zijn elkaars tegenpool en toch ook niet. Hij de doener, ik de denker. Hij introvert, ik meer extravert. Hij kijkt de kat uit de boom, ik ben een impulsief stuk vreten. Beide zijn we stronteigenwijs, maar als hij nee zegt is het nee.
Mijn eerste ‘echte’ liefde bleek een blijvertje. Tweeëntwintig jaar, een smoorhete zomerdag, net als vandaag. Drieëndertig graden was het, maar we hadden een mooie dag. Alles erop en eraan; een feest met band, want daar trouwden we voor (tja, de prioriteiten verschuiven als je ouder wordt). Nou ja we, ik wilde vooral een grootste bruiloft, hij ging liever trouwen op het strand, ergens op Aruba. Wie weet, komen we daar ooit nog. Geven we gewoon nog een keer het ja-woord. Zoals hij het graag gezien had, hij verdient het!
Onderstaand gedicht schreef ik voor hem, hij is en blijft de liefde van mijn leven…
je bent de liefste,
mijn zon en mijn maan
waar anderen gingen
ben jij blijven staan
stormen verdragen
de regen doorstaan
dat we samen nog lang
in de zon mogen gaan
