Gisteren las ik een bericht over femicide: het opzettelijk doden van een vrouw vanwege haar geslacht. Schokkend en verdrietig. Vrouwen lopen meer risico om slachtoffer te worden van geweld. In het bericht stond dat in Nederland iedere acht dagen een vrouw wordt vermoord door een (ex-)partner, of doordat een man vindt dat de vrouw zijn bezit is.
Femicide is een harde realiteit, eentje waar we als samenleving niet omheen kunnen.
De reacties onder het bericht, ja, ik las ze weer, raakten me. In veel reacties werd gegeneraliseerd, werd iedere man van gedrag naar vrouwen beschuldigd dat niet door de beugel kan. Alsof elke man een potentiële dader is. En dat raakt me, als dochter, als echtgenote en als moeder. Ja, geweld tegen vrouwen is een groot maatschappelijk probleem. Maar je kunt niet acht miljoen mannen alvast veroordelen alleen maar omdat ze man zijn.
Polarisatie, je ziet het overal. De media helpt een flink handje door cijfers te presenteren op een manier die vooral angst en verontwaardiging oproept. Cijfers die puur bedoeld lijken om te shockeren. Het verkoopt, maar het zorgt er ook voor dat mensen lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. De toon van het gesprek verandert, het verhardt en het werkelijke probleem blijft bestaan.
Het gevaar van ‘alle mannen’, is dat mensen die niets verkeerd doen zich in het nauw gedreven voelen. En wat gebeurt er dan? Ze haken af, terwijl juíst betrokkenheid nodig is. Als we willen dat er iets verandert, hebben we mannen én vrouwen nodig die het gesprek aangaan, die bewustzijn vergroten en die patronen doorbreken.
Femicide is ernstig. Geweld tegen vrouwen moet benoemd en bestreden worden. Maar laten we ook eerlijk zijn: niet iedere man is een dader. Het helpt ons verder als we ruimte laten voor nuance. Voor luisteren. Voor écht contact, in plaats van het elkaar bij voorbaat veroordelen.
Alleen dan maken we onze samenleving veiliger. Voor onze dochters. Voor onze zonen. Voor ons allemaal.
