Een mooie dag in juli, zeven jaar geleden. Ter afsluiting van een zonnige vakantie maakten we ons klaar voor een barbecue. De televisie aan op de achtergrond. Mijn oog viel op een beeld, wrakstukken van een vliegtuig en ik meende te horen dat het om veel nederlanders ging, een vlucht naar Maleisië.
Het zijn beelden, verstilde momenten, die je nooit vergeet. In mijn hoofd flitste even voorbij dat Rob (mijn ‘spiergoeroe’) die dag zou vliegen. Ik zei het hardop, voelde ergens diep in mij een onrustig gevoel van waarheid, maar drukte het weg, het zou toch niet, wat was de kans? Je ging toch niet via die route naar Bali? Maar toen ze beelden lieten zien van paspoorten met juist deze bestemming wist ik eigenlijk wel dat het mis was.
De hele avond volgden we het nieuws, hielden we facebook in de gaten, probeerden te achterhalen of ze erin zaten. Misschien moet ik hem bellen, dacht ik, maar iets in mij wist best dat het zinloos was. Er zou niet opgenomen worden, nooit meer. We gingen naar bed, nog steeds in ongewisse. De volgende ochtend drong de werkelijkheid met een klap tot ons door. Ze zaten erin, Rob, Barbara en twee van de kinderen, de derde was niet mee. Zinloos geweld in grote vorm maakte een eind aan zoveel levens, onze wereld stond net als dat van zoveel anderen even stil.
Rob was meer dan gewoon mijn therapeut. Hij was en blijft mijn spiergoeroe, een man met een missie en ik mocht hem bijstaan in die missie. Hij zag het onderliggende lijden in mij. Hij zag hoeveel moeite het me kostte mijn beperkingen te accepteren. Maar meer dan dat zag hij mijn mogelijkheden. Hij hielp mij en hij gaf mij de kans hem te helpen. In korte tijd bouwden we een band op. Ook Barbara trok zich mijn achteruitgang aan. Tijdens het testen van behandelingen hadden we intense gesprekken over het spirituele, over het leven na de dood, want daar geloofden we beide in.
Vandaag is het zeven jaar geleden. Zeven jaar, het lijkt langer, maar soms voelt het ook alsof het gisteren was. Het verdriet heeft een plekje gekregen. Je mag me zweverig noemen, maar een paar weken na hun dood zijn ze op bezoek geweest in mijn dromen. Ze kwamen afscheid nemen, zeiden dat het goed was, dat dit moest gebeuren. Namen afscheid met een lach. Het gaf me rust.
Er is nog steeds geen dag dat ik niet even aan ze denk. Rob en Barbara hebben iets betekend in het leven van zoveel mensen, ook in het mijne. Rob inspireerde mij, leerde me dat je groot moet dromen en je dromen moet volgen. Ik droom groots, ik volg mijn dromen en ik weet dat Rob en Barbara over mijn schouder met me meekijken, altijd. Ze zijn op een andere plek, uit onze wereld, maar nooit uit ons hart.
I.M. Rob, Barbara, Huub, Lorenzo
