zelfportret

Ik ben dol op het nieuwe televisieprogramma ‘Het perfecte plaatje’, vooral Kim vind ik geweldig! Heerlijk mens, humor, zelfspot, eerlijk en een tikkie gek. Ze weet hoe ze zich moet opstellen voor de camera en weet ook best haar weg erachter. Afgelopen week was de opdracht een selfie en dat is ook de thuisopdracht. Nu wil ik ook meedoen, dit is mijn kans een mooie lichtere camera te winnen!

Het is best lastig een goed zelfportret te maken, vooral ook nog een creatieve en zeker als je zo beperkt bent in je fysieke doen en laten. Als ik iets gedaan heb moet ik daarna vooral veel laten. Maar je moet er iets voor over hebben, dus ik laat me niet kennen en begon gister vol goede moed. Camera, check, statief, check, model, eh half check. Dit model is moe en dat kun je zien helaas. Mijn oog gaat namelijk automatisch op standje half open (en half dicht), dat is jammer, maar het is niet anders. We hadden mooi licht in de kamer, daar moest ik gebruik van maken. Rolstoel klaargezet (ik wil mijn inzending dat stukje beperking meegeven), leuk idee in mijn hoofd en statief klaar. Dit vergt mijn groothoeklens, maar het is vrij lastig die in een hoek boven mijn hoofd te zetten en ook nog scherp te stellen.

Ik heb geen afstandsbediening en moet dus echt rolstoel in en weer uit. Dat vindt mijn lijf niet leuk, het gaat dan ook hard in protest. Het resultaat was enigszins teleurstellend, het licht was prachtig, de setting was goed (het haar absoluut niet) en de foto’s waren onscherp. Helaas pindakaas, nieuwe poging, nieuwe kansen, nieuw geluk.

Vanmorgen toog ik met mijn kersverse assistente (mijn vriendin wilde gelukkig met me mee) naar een oude spoorlijn voor poging twee. Nee, geen treinen, ik blijf graag nog een tijdje hier op aarde. De rolstoel op de spoorlijn (het spoor geeft de beperking weer), ik in alle richtingen (met ontsporende knieschijf) gebogen voor de juiste hoek, vriendin in de stoel als test en dan ikzelf. We hebben verschillende poses geprobeerd, achter het hek, de wal en bijna in het schip. Ik begaf mij op een glibberig steigertje, moest langs mijn op statief staande camera naar de rolstoel en toen erin. Bijna in de plomp, gelukkig niet helemaal. Letterlijk op glad ijs (een plas bevroren water), schaatsen met stoel gaat prima.

Best leuke foto’s, een hele leuke ochtend, maar het is het nog niet. Dus morgen nog een poging, het heeft wat voeten in aarde deze opdracht, maar het zal me lukken!

Emma

Net als veel mensen om mij heen heb ik de heftige documentaire ‘het leven van Emma’ gekeken. Een aaneenschakeling van verschillende emoties; medeleven (niet te verwarren met medelijden), ontzag , verbazing, verdriet, maar ook ontreddering en trots. Trots dat zo’n meisje haar leven dat zo zwaar is omzet in hulp aan anderen. Een laatste manier om je leven soort van zin te geven.

Jaren geleden schreef ik op school een scriptie over eetstoornissen. Er was nog weinig over bekend, eigenlijk niet veel meer dan dat je jezelf uithongerde. Mijn verhaal ging vooral over de invloed van de bladen. Hoe zonde is het dat jongeren moeten opgroeien met zoveel druk van de buitenwereld. We leven in een wereld waar je buitenkant zwaarder lijkt te wegen dan je innerlijk, hoe krom is dat? Waarom mag iemand niet zijn wie hij is?

Ook ik was als jongeling erg bezig met wat de buitenwereld van mij vond. Ik kwam er in mijn eigen ogen niet zo best vanaf; buiten mijn kneuzerige lijf vond ik dat lijf ook nog eens onder de maat qua looks. Ik vond mijzelf te zwaar (tja, ik was echt niet dik hoor maar een maatje 34 heb ik nooit gehad). Altijd bekeek ik mezelf met een bril die er standaard toch een kilo of 6 bij op telde, het was nooit goed genoeg. Het is lastig veel te sporten als je uit elkaar valt, maar ik deed wat ik kon. Compenseerde de rest met minder eten, iets wat ik nog steeds doe.

Doe ik dat voor mezelf of doe ik dat voor het oordeel van de buitenwereld is een vraag die ik mijzelf nu regelmatig stel. Deels voor mezelf, grotendeels nu, maar vroeger was dat anders, vroeger wilde ik vooral niet anders zijn dan de rest. Ik heb weleens gedacht ‘het is maar goed dat ik niet kan overgeven’, fout, fout, fout, maar toch. Een paar weken geleden had ik een fotoshoot voor een tijdschrift waar ik in kom. Ik riep tijdens dat gesprek ‘ik zou een goede annorexia patiënt zijn’, waarmee ik doelde op de enorm sterke wil van deze patiënten. Een domme uitspraak van me, zeker in het licht van deze documentaire, alhoewel hetgeen wat mij vooral opviel haar enorm sterke wil was.

Ik hoop van harte dat deze documentaire veel aandacht voor deze aandoening oplevert; een vreselijk gevecht tussen willen leven en jezelf kapot maken. Ik hoop ook dat de maatschappij verandert, dat iedereen zichzelf mag zijn, dat de standaard niet zo vreselijk hoog en zo vreselijk vast ligt. Dat we ophouden elkaar te veroordelen, dat we iets verder kijken dan onze neus lang is, dat we meer naar de binnenkant kijken in plaats van de kortzichtige buitenkant. Dat we mensen bijstaan en steunen, dat je niet perfect hoeft te zijn, dat we leren dat imperfectie mooi is op zijn eigen manier. Ik hoop vooral dat Emma’s documentaire haar doel bereikt, ik begrijp het gevoel van ‘nut’ en ik ben plaatsvervangend trots op haar…

helende stroming

Klinkt vaag he? Is het niet hoor, ik verwijs simpelweg naar mijn badkuip en het warme water erin. Een ontspannend bad is soms de beste optie voor mijn pijnlijke ledematen.

Ik heb een pittig weekje achter de rug, fysiek dan. Er blijken zich weer een aantal ontstekingen ontwikkeld te hebben en die gedragen zich als heuse herfststormen. Ik heb dus last van storm in mijn lijf; compleet met wateroverlast (dit in de vorm van nachtelijke zweetaanvallen, waarbij ik al klappertandend eigenwijs in mijn bed blijf drijven want erbuiten is het nog kouder) en een groot temperatuurverschil.

De ontstekingen zijn niet beperkt gebleven tot mijn gewrichten, maar hebben ook luchtwegen en holtes overgenomen. Waar de meeste mensen gaan hoesten en snotteren geeft mijn lijf echter geen kik, slechts het suizen van mijn oren en het slecht horen (huh, wat zeg je, ben net B2 van Bassie en Adriaan) was een aanwijzing. Ik was niet van plan met een ‘verkoudheidje’ naar dok te rennen, maar mijn dok nummer 2 (ik heb inmiddels een alternatief arts erbij ingeschakeld) vond het wel nodig en uiteindelijk zijn beide dok’s het erover eens dat ik mij toch echt eerder moet melden. Deze herfststorm moeten we oplossen en het is dus weer Prednison tijd, een stootkuur en een neusspray.

Prednison helpt mij echt wel, maar ik word er ook ziek van. Het begint een uur na inname van de pil; mijn huid staat in brand, de temperatuur gaat naar standje zeer onaangenaam, ik word misselijk en ben echt kei kapot. Deken op, deken af en weer op, er vormt zich een laagje zweet alsof ik in de sauna zit en dat verkilt, wat het deken op, deken af dan weer verklaart. Dit herhaalt zich iedere avond (en nacht). Mijn fentanyl pleisters (de morfinepleisters) zijn van de leg door het verschil in temperatuur, wat weer resulteert in afkickverschijnselen als ze iets te lang zitten naar hun mening. Pittig dus, maar nodig, de bult op mijn rug slinkt langzaam maar zeker en dat was de bedoeling.

Even terug naar mijn intro, het warme bad. Dat is eigenlijk de beste methode om mijn lijf enigszins ontspannen te krijgen. Dat heb ik vanmiddag dus maar even ingezet, heerlijk! Jammer is het dat toch echt de meeste voordelen ook nadelen hebben. In mijn geval is ontspannen oh zo fijn, maar ook oh zo lastig, alles is nu namelijk wiebelig; het bad heeft geholpen, nu is het oppassen. En na mijn pilletje staat mijn huid weer in de fik, het lijkt echt het meest op een flinke zonnebrand qua gevoel, ook daar doet een bad geen goed aan.

Het blijft keuzes maken, concessies doen, het helende water, kiezen voor ontspanning of steeds maar doorbikkelen zonder, wat is wijsheid?

ergo enzo

Vanmorgen kwam mijn lieve ergotherapeute (ik heb geluk, de mijne is echt een kanjer!) langs. De aanvraag voor een ligorthese is goedgekeurd door de revalidatie arts! Dat betekent dat ik met een beetje geluk hem nog voor de kerst in huis heb en dat is super!

Een ligorthese, wat is dat? Eigenlijk zijn het een aantal traagschuimkussens die om, langs en onder je lijf gepositioneerd worden om je lijf optimaal rust én stabiliteit te geven. De kussens worden ondersteund door een soort kunststof steunen die alles op z’n plaats houden (qua kussens en wellicht ook qua lijf, dat hoop ik althans). Die hoop ik dus te krijgen, mijn knieën gaan namelijk al liggend aan de wandel (richting zijkanten, jawel meervoud) en mijn zwanenek (of is het zwanennek, nee toch geen meervoud in die ene zwaan die ik bedoel, stomme groene boekje…) is erg sterk, maar de knik erin is niet zo goed voor mijn houding. Daar gaat dus aan gewerkt worden!

Tevens hebben we eens goed gekeken naar mijn houding in de elro. Ik heb zo’n pijn in mijn knikkende knietjes als ik erin gezeten heb, dat moet toch niet? Wat blijkt nu, er zijn twee oorzaken voor mijn pijnlijke tussenschijven; de eerste is een welbekende voor ons EDS-sertjes, ik blijk onbewust mijn knieën enorm vast te klemmen, klemvast, de lijmklemmen van de Gamma zijn er niets bij. Ik doe dat overigens vol overgave met mijn hele lijf, mijn schouders hebben datzelfde wankele enthousiasme. Het is echt een wonder dat ik niet meer last van mijn nek heb. De tweede oorzaak is (en dat heb ik pas een keer of drie aangegeven) dat mijn rolstoel te breed is voor mij (kijk, dat hoor ik als vrouw natuurlijk graag!). Ook hier gaan we aan werken, ik hou van mensen die meedenken, meekijken én actie ondernemen.

Verder moest ik met zoonlief naar de doc, weer wordt duidelijk dat ook hij meedraait in de EDS carrousel. Helaas valt hij af en toe uit de molen, komt hij hardhandig in aanraking met de deur en de vloer. Dat is een groot nadeel van een erfelijke aandoening, daar baal ik van en tegelijk denk ik, hij heeft mij, iemand die gelooft, iemand die vecht, iemand die weet. Weet hoe het voelt, de frustratie zo goed kent. Scheelt dat? Ik denk het wel, je bent namelijk niet alleen. Niet dat mensen die het niet hebben daar iets aan kunnen doen hoor, maar het scheelt wel.

Je hebt ook het soort moeder die de aandoening zelf heeft, maar als een struisvogeltje het koppie in het zand steekt en het kind daarmee het signaal geeft; ach, het valt allemaal wel mee. Dat is nog erger, ik bedoel, weet je het niet, weet je niet hoe het voelt, tja daar kun je niets aan doen. Inleven is nu eenmaal lastig, maar zelf je kop diep in het zand steken en dan ontkennen dat je kind ergens last van heeft?! Waar ben je dan bang voor? Dat mensen jou een aansteller vinden en je kind ook? Dát lijkt me erg, je wilt tenslotte toch het beste voor je kind, toch? We zijn allemaal wel ergens over of mee in ontkenning, maar niet hierover. Cristal Clear is het, mijn kind heeft ergens last van en moeder leeuw komt daarvoor op, altijd. Dat dat maar even duidelijk is.

En daarbovenop ben ik hard aan het werk met mijn boekje, want jawel, hij komt er! Deze week nog gaat hij naar de drukker: ‘Welkom in de wereld van een ‘kneus”, de lotgevallen van een EDS-ser. Ik hoop de boekjes met een week of drie in huis te hebben, een mooi pocketformaatje, zodat je hem in je tas kunt stoppen. Als de UWV-arts je weer eens glazig aankijkt, of de specialist, kun je hem uit je tas halen. Laten lezen dat je je echt niks verbeeld, dat je er wel toe doet! Als een vriendin je niet snapt (of je moeder), wapper met het boekje (of geef hem cadeau, een dikke, vette hint).

Ik hoop echt dat ik een klein beetje kan inspireren, kan laten zien dat wij beperkten ook een plek verdienen in deze wereld en dat ‘ziek’ zijn en positief zijn echt wel samen kunnen gaan. Idealistisch, misschien, maar ach, that’s me.

confused

Eens in de zoveel tijd word ik overspoeld door twijfels en jawel, het is weer eens zover.

Even bij bet begin beginnen; zoals ik in een eerder blog schreef is manlief niet zachtaardig terecht gekomen in een omhelzing met een boom en speelde ik voor zuster Clivia. Ik speelde mijn rol met verve, rende op mijn manier de benen onder mijn instabiele lijf vandaan, maar eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat deze rol mij echt niet op het krakkemikkige lijf is geschreven. Het (mijn lijf dus) ging al vrij snel in protest en op een gegeven moment voelde ik iets verschuiven in mijn onderrug. Gelukkig had mijn vriendin een oplossing in de vorm van het aanbieden van een hoog/laag bed. Het bed werd vakkundig gesloopt en bij ons boven weer in elkaar gezet door snel opgetrommelde vrienden en broer, top! Dit scheelde, ik hoefde manlief niet langer uit bed te sjorren, hij kon het nu zelf.

Helaas bleek dat ik ook zonder zijn hulp mezelf in de kreukels kan helpen. Even een wasje ophangen, een buiging richting de wasmachine (heeft die ook verdiend na jaren trouwe dienst) en het leed was weer geschiedt. Bliksem in de onderrug én in de benen; ik weet uit ruime ervaring, foute boel. Damn, shit, hell, vloek, scheld, tier! Bezoekje huisarts, rust en volgende week naar de eigen dok, het vermoeden is dat de hernia weer aan het klooien is.

En daar gaan we weer, meer liggen, verhoging morfine en pijn. En dan komt het, de twijfels, kan ik toch niet beter gewoon wat doen? Manlief kan met vier gebroken ribben meer als ik?! Maar als ik meer doe (ja, deze idioot blijft gewoon proberen) heb ik nóg meer pijn en het is al echt wel genoeg. Wat moet je dan, als liggen niet helpt, lopen je letterlijk op je knietjes dwingt en alles altijd pijn doet. Als je de morfine al te hoog hebt. Wat moet je dan? Als je arts het ook niet meer weet, als je dan weer gaat twijfelen aan je gezonde verstand?

Ik kruip achter de computer, klooi wat aan om dan maar in ieder geval iets nuttigs te doen. Help zoonlief een beetje, de boete volgt uiteraard. De temperatuur in mijn lijf is weer standje vrieskist (al is het nergens koud), ik voel mijn systeem uitschakelen, voel de linkerkant van mijn gezicht doof worden en leg me er dan toch weer letterlijk bij neer.

Wat moet ik aan met dit lijf, ik kan accepteren wat ik wil, ik weet gewoon niet wat ik ermee aan moet. Het is weer twijfeltijd, het is weer chaos in mijn hoofd. Zoveel ideeën, zoveel willen, zoveel niet kunnen en zoveel frustratie. Het houdt gewoon nooit op. Net als de seizoenen, de vicieuze cirkel van het leven geldt ook in mijn leven. Herfst is van loslaten, ook ik moet dat doen, ieder jaar opnieuw…

Eerste Dans Samen

Een jaar of dertig geleden danste ik mijn eerste dans met wat mijn syndroom zou worden. Misschien was het niet echt een eerste dans, maar wel mijn eerste bewuste.

Ik bedoel natuurlijk mijn eerste pijnlijke kennismaking met de werkelijkheid die EDS heet, al wist ik dat toen nog niet. Ik vraag me vaak af of ik beter af zou zijn geweest als ik op jongere leeftijd al had geweten wat ik had. Ik weet het niet, aan de ene kant zou ik minder last hebben van de gevolgen van de overbelasting, aan de andere kant zou ik mijn hele leven voorzichtig hebben moeten zijn met mijn lijf. Ik heb altijd gedaan wat ik wilde, maar heb ook altijd te maken gehad met de gevolgen van die acties. Ik heb een soort onbezonnenheid gekend, maar moet wel leven met de consequenties daarvan.

Andere vraagstelling dan; had ik mijn leven anders willen doen? Ik denk van niet, ik ben wie ik ben door de dingen die ik heb meegemaakt. Ik heb gedaan wat ik wilde doen en wie zegt mij dat me de blessures bespaard waren gebleven als ik het anders had gedaan? Ik ben ik, ik ben beperkt, maar ik ben ook sterk. Sterk geworden door mijn ervaringen. Wie weet was ik anders wel een kneuzerig watje geworden, bang voor de pijn en bang voor wat zou kunnen komen. Nu weet ik in ieder geval waardoor het is gekomen en dat had ik niet willen missen. Ik heb een uniek inzicht gekregen in dingen, hoe pijnlijk ook, het hoort bij mij.

Ik vraag mij dit vaak af omdat ik mijn aandoening heb doorgegeven, in hoeverre moet ik zoonlief beperken in de dingen die hij graag wil? Neem het sporten, net als ik vroeger, korfbalt hij met veel plezier. Zijn knieën missen steun, de banden doen hun werk niet. Zijn braces houden het ook niet meer goed, eigenlijk moet hij aan de stellages, maar daar wil het revalidatie team nog niet aan. Gelukkig zijn we het over één ding eens, sporten is goed voor hem. Een voorzichtige ouder zou zeggen stop met korfballen, maar dan vraag ik mezelf af of ik dat als kind zou hebben gewild. Zelfs met de kennis van nu zou ik zeggen van niet, ik ben deels gevormd daar bij de club. Als onderdeel van een team, een belangrijk deel van mijn jeugd.

Wat dan te doen met dat verleden van mij, hoe zorg je dat je je zoon de ellende van de aandoening zoveel mogelijk bespaard en laat je hem toch genieten van zijn jeugd nu? Door op te letten, door hem te leren de signalen van zijn lijf te herkennen. Door te leren aangeven waar zijn grens ligt. Niet door angstig en voorzichtig te gaan leven; dat levert, denk ik, juist ellende op, maar door wel te leren durven aangeven dat het niet meer gaat. Door voor hem te vechten bij de artsen die nog nooit gehoord hebben van onze aandoening en door in hem te geloven.

Daarom is het zo belangrijk dat we aandacht genereren voor EDS, zodat onze kinderen niet ons gevecht met artsen en onwetende mensen hoeven voeren. Het gevecht met blessures, met pijn kunnen we niet geheel voorkomen, dát hoort erbij, maar daar worden ze ook sterk van. We kunnen ze wel helpen gehoord en geloofd te worden.

Dus, help ons EDS op de kaart te zetten, leer de symptomen herkennen en neem ons serieus. We vechten al genoeg in ons leven, dat brengt onze aandoening met zich mee, het gevecht met artsen en ongeloof kunnen we missen als kiespijn.

beroepentest

Deze week heb ik verschillende beroepen getest; ik ben ‘ingehuurd’ als nachtzuster en als kapster, voor beide ben ik ongeschikt bevonden…

Beide zaken waren een noodzakelijk ‘kwaad’ (ik doe het met liefde hoor, maar mijn krakkemikkige lijf bleek niet bestand tegen het leven als noodverpleegkundige). Mijn taakomschrijving bevatte de volgende dingen (in willekeurige volgorde): sokken aantrekken (zittend op de toiletbril bleek dit te doen, wiebelend door mijn knikkende knietjes was het minder succesvol), afdrogen van de kneus (niet mezelf en wederom zittend op de toiletbril) en de lastigste het uit bed hijsen van de patiënt. Daar is mijn lijf dus niet op gebouwd, manlief uit bed, mijn schouder uit het kommetje. Ik moet mij schrap zetten tegen de rand van het bed, maar dit is niet optimaal voor het hefboomeffect, wat weer noodzakelijk is om hem goed omhoog te kunnen trekken. Geen ideale situatie dus.

Het valt mij flink tegen dat de instanties het hier behoorlijk laten afweten. Niemand in het ziekenhuis die zich afvraagt hoe de twee kneuzen zichzelf moeten redden. De communicatie is ook niet echt geweldig, je wordt naar huis geschopt met een ‘veel succes’, maar we hebben geen idee wat nu wel en niet goed is. De WMO laat ons ondanks een spoed hulpvraag gewoon doormodderen. Gelukkig hebben we vrienden en familieleden die af en toe kunnen bijspringen, maar dit is niet iets dat je weken kunt volhouden. Ik ben geen ‘Saartje’, dat mutsje heb ik, met plumeau en al, al een tijd geleden aan de wilgen gehangen, naast mijn camera. Ik probeer het wel, maar als ik één ding afgerond heb zijn de rode blossen op mijn wangen geen teken van Hollands welvaren, maar van hopeloze overbelasting. En om mijn moeder nu zes weken lang op te zadelen met het huishouden is gewoon geen optie (geen gezonde in elk geval).

Beroepskeuze twee werd geboren uit irritatie; een bijwerking van de morfine is jeuk en manlief vond zijn haar behoorlijk in de weg zitten bij de krabacties. Het moest eraf, helemaal! Dat kon ik best zelf (kijk, ik heb de peuter weer uit de kast getrokken). Tondeuse geleend en hoppakee, weer eens wat anders. Verschillende standjes geprobeerd (je moet toch wat), maar helemaal netjes was het nog niet (ook hier geldt, oefening baart kunst), steeds een beetje korter, een beetje minder scheef en voilla, het is gelukt!

Wel is gebleken dat ik ook geen kapster genen heb, maar ach gelukkig hoef ik toch geen beroep meer te zoeken, dus die keuzemogelijkheden hang ik wel naast mijn mutsje en mijn camera. Zijn de wilgen vast versierd voor de kerst.

omgekeerde kneuzerij

Afgelopen weekend kwam mijn lotgenootje logeren. Het was zeer gezellig, een boel geklep, (h)erkenning en brakhangerij. We bezochten met de regiotaxi de plaatselijke kerstmarkt bij Intratuin (als treintje; mijn elro voorop en haar haro erachter), stonden op de bazar met de x-Tien (de knutselspulletjes van mijn moeder en mij) lijn en hingen wat op de bank/bed. We hadden tijd genoeg erna om te bij brakken, dacht ik…

Niet dus… Manlief was fietsen in de Ardennen en had een close encounter met een boom. Dit op weg langs een vrij steile helling en met een kilometer of dertig per uur. Hij heeft een sterk lijf, maar de boom was sterker en week geen centimeter. Het resultaat laat zich raden, veel pijn, erg veel pijn. Manlief is geen piepert en bleef het weekend daar (de instructeurs dachten aan een gekneusde rib of twee) en hij wilde mijn weekend ook niet verpesten.

Zondag bleek toch dat het niet echt ging en hebben ze daar de spullen gepakt en is hij naar huis gekomen. Op mijn vraag kunnen we niet beter even langs de huisartsenpost antwoordde hij bevestigend, dit was voor mij een soort alarmsignaal; hij wil namelijk nooit naar een arts, zeker niet op zondag. Gebeld, een afspraak, een vermoeden van de arts en door naar de spoedeisende hulp, alwaar we vriendelijk ontvangen werden. Het was echt de kneus leidt de kneus, ik moest mezelf redden met in- en uitladen en dat blijkt voor mij toch best lastig. Gelukkig ben ik super woman, wat moet dat moet en dat lukt dan ook.

De arts aldaar dacht dat het wel mee zou vallen, manlief had praatjes genoeg (kwam me toch ietwat bekend voor), maar na het zien van de foto viel dat toch flink tegen. Een klaplong en vier gebroken ribben waren het resultaat van het fietsrondje en dan vooral van de kus van de boom. De breuken, daar doen ze niets mee, maar die long daar moest wel iets mee. In mijn achterhoofd vormden zich beelden uit Grey’s Anatomy, ging dat niet met zo’n naald? Nee, dat was alleen bij een acute klaplong, hier werd door de chirurg een drain aangelegd, een pijnlijke procedure. Er werd mij vriendelijk, doch dringend verzocht mij te begeven naar de wachtkamer.

Dat is echt waardeloos, je voelt je zo hulpeloos daar in je uppie, jezelf vermanend toesprekend dat het gelukkig meevalt, het had veel beroerder kunnen zijn. Het liefst zou ik het gewoon overnemen, maar dat gaat niet, hij moest hier zelf doorheen. Ik heb een stoere vent, die geen kik geeft, maar zie aan zijn ogen dat het goed zeer doet. En dan de door mij zo gehate vraag, wat voor cijfer geeft u de pijn? Tja, da’s een lastige hè, ook hij heeft last van het ‘het kan altijd erger’ syndroom, dan is het al snel een drie, hooguit een vier, tenzij…

Zondagavond werd het laat, gelukkig blijken we genoeg vrienden te hebben (altijd fijn!), werden er kleren gezocht, werd zoonlief opgevangen thuis en werd ik terug naar huis gereden (want ik zat na een dag geen eten én lang zitten wachten trillend als een espenblad in mijn stoeltje en was bang naast manlief te belanden als ik zelf nog terug moest rijden). Het was een lange dag en mijn lijf reageert daar niet zo denderend op. Ook de dag erop was pittig, je merkt in zo’n situatie pas goed hoe beperkt je eigenlijk bent en dat is enorm frustrerend!

En nu? Nu is gelukkig de drain er weer uit, mag ik manlief weer mee naar huis nemen. Moeten we uitvogelen hoe we dat de komende weken gaan doen met twee kneuzen in de keet. Hij kan niks en ik ook niet veel, het wordt behelpen. Ik ben redelijk gewend aan niet veel kunnen, maar hij is daar absoluut niet voor gebouwd zeg maar. We zullen zien, ik ben blij dat ik hem weer hier heb en koop denk ik maar een paar goede wandelschoenen voor hem…

opgehangen

Heb ik je interesse gewekt? Ik heb mezelf opgehangen, aan de muur op een plaat van glas. Grapje, ik mocht in ruil voor het schrijven van een review een mooie foto op materiaal naar keuze laten maken bij Saal-digital. Dat laat ik als ex-fotografe natuurlijk niet aan mijn neus voorbij gaan…

Allereerst moest ik een mooie foto uitzoeken. Ik heb er zat, maar vind kiezen altijd lastig. Laat ik één van mijn apartere foto’s met model afdrukken of een mooie vakantiefoto? Nou had ik die laatste niet, vond de eerste keuze wel leuk, maar niet voor in de woonkamer of keuken en toen bedacht ik mij dat ik de foto van de Margriet shoot heb gekregen. Dat moest hem worden. Zo gezegd, zo gedaan, de software geïnstalleerd en de foto geüpload, fluitje van een cent.

Binnen een paar dagen had ik hem al binnen, keurig verpakt (dat heb ik ook weleens anders gezien bij andere bedrijven) en netjes op tijd. Ik kan niet anders zeggen dan dat hij er erg goed uitziet. Ik heb gekozen voor de foto op plexiglas, want de andere producten (aluminium en canvas) heb ik al, wilde graag ook dit eens zien. De kleuren zijn mooi levendig, de resolutie is prima, het materiaal ziet er goed uit en het ophangsysteem werkt ook gemakkelijk.

Mijn oordeel is dus goed, een mooi resultaat en een goede prijs/kwaliteit verhouding. Wat mij betreft dus een aanrader. Maarre oordeel zelf, hier een foto (al komt het beter tot zijn recht in het. ‘echie’). En ik heb eigenlijk maar van één ding spijt, dat is dat ik hem niet een slagje groter heb laten afdrukken…

www.saal-digital.nl, bedankt!

margriet_muur

keuzes

Ons leven is er vol mee, keuzes; eet ik wel of niet (geen gezonde keuze) snoep ik wel of niet, is bewegen nu beter of toch niet, is al dat liggen nu wel goed of juist niet, rook ik wel of niet en degene die mij een tijd lang (en nog steeds eigenlijk) bezighield, ben ik een orgaandonor of toch niet.

Buiten de discussie om of ze met mijn aandoening iets aan me zouden hebben is dat mijn interne vraag. Het is natuurlijk een ‘hot item’ nu de kamer je tot een keuze wil dwingen. Dat je een keuze moet maken vind ik overigens prima, maar ik vind wel dat je alvorens je een keuze kunt maken, je goed geïnformeerd moet worden en ik denk dat de informatie te eenzijdig is.

Even terug naar een jaar of wat geleden. Als je me toen deze vraag had gesteld had ik met volle overtuiging geroepen, ze mogen alles van me hebben! Waarom ook niet, ik bedoel ik heb er dan zelf niets meer aan en ik help graag andere mensen. Wat is er dan mooier dan dat jij een ander kunt laten voortleven, toch? Dat is dan ook de slogan waar de overheid op steunt, waarmee ze de harten (in dit geval letterlijk) van toekomstig potentiële donoren proberen te winnen. En in deze visie van toen zou ik mij er helemaal in kunnen vinden. Zoals ik al schreef, in mijn eerdere visie…

Waarom dit omgeslagen is in een twijfel status komt door een tweetal redenen. De eerste is wat de meeste mensen als ‘wazig’ beschouwen. Verschillende wetenschappers en artsen zijn het erover eens dat er zoiets bestaat als het orgaan geheugen. Dit verklaart waarom sommige orgaan ontvangers een verandering ondergaan of dingen weten van hun donor (zonder dat die dingen bekend zijn). Op zich geen probleem, maar de donor ‘mist’ bij de overgang deze herinneringen en is incompleet tot het orgaan ook sterft. Dit kun je geloven of niet, hoe dan ook is niet alles te verklaren. Natuurlijk kun je hieraan voorbij gaan, je doet tenslotte iets goeds en als karma bestaat zou dit niet afgestraft kunnen worden zou je zeggen.

Buiten dat is er de discussie rondom het fenomeen ‘hersendood’ en dit is het deel dat mij de kriebels geeft. Hersendood is een door de wetenschap bedacht fenomeen. Ik las in het boek van Hans Stolp hierover dat er ook niet zoiets bestaat als ‘nierdood’ of ‘leverdood’. De hersenen zijn ook een orgaan, maar als deze niets meer waarnemen ben je dus hersendood, wat dus gelijk staat aan dood. Maar je bent niet dood, je leeft nog. Je ondergaat chirurgie zonder narcose, maar kunt pijn voelen, je onderbewustzijn registreert alles nog. Je sterft op de operatietafel, kunt niet reageren, maar leeft nog wel. Google maar eens op het lazarus syndroom, waar hersendode patiënten reageren wanneer hun organen verwijderd worden.

Ik pleit niet tegen orgaandonatie, het is prachtig als je een ander kunt helpen als je er niet meer bent en ieder moet voor zichzelf bepalen of hij dit wil of niet. Maar ik vind wel dat iedereen recht heeft op alle informatie alvorens hij toestemming geeft. Geloof je het niet, helemaal prima, maar frummel niet zoals bij zoveel dingen de andere kant van het verhaal weg. Lees je in en kies met overtuiging. En veroordeel een ander niet op zijn of haar keuze.