Overmoed

Ik heb er vaker last van, overmoed. Ik denk vaak meer te kunnen dan dat ik daadwerkelijk kan. In mijn hoofd ren ik nog (ongeveer net zo als Soundos in Robinson, maar ik kom vooruit), ik kan best een halve marathon lopen (denk ik dan hè). Ik kan ook best een korfbalwedstrijd spelen, denk ik als ik aan de kant zit te kijken, vergetend dat ik niet eens één bal kan schieten met mijn lijf)…

Grote hoogte

Ik ben dus nogal eens overmoedig. Meestal hou ik me in (ok, dat komt ook doordat de mensen om mij heen me kennen en me tegen mezelf beschermen, soms tot grote irritatie van mezelf), maar vandaag steeg ik tot grote hoogte (jawel en dat al voor tien uur ‘s morgens… normaal kom ik dan net uit bed). Het zit zo, onze kater Max is ziek. Hij eet niet, drinkt niet, spint niet en ligt alleen maar in z’n hokje. Gister keken we het aan, maar vanmorgen zat ik al om half zeven naast zijn mandje om hem nog steeds suffig om zich heen te zien kijken. Max moest naar de dierenarts.

De dieren dok

Manlief moest werken, zoonlief naar school en ik belde met de dieren dok. Het kattenspreekuur was al volgeboekt, dus ik moest naar het inloopspreekuur. De dierenarts zit hier schuin tegenover, ik dacht dat is hooguit 50 meter, daar kan ik niet de bus voor starten. De scoot had een lege accu en Alex heeft in de bus overnacht (en krijg ik er niet alleen uit, de oprijplaat is te zwaar voor mij), dus ik dacht braces om en lopen. Dat kan ik best, dat moet lukken.

Zo gezegd, zo gedaan, schoenen aan, kniebraces om, kat in het bakkie en lopen maar. Aan het eind van het blok kwamen de twijfels, maar ik was al op de helft. Al is Max een klein katertje, hij is best zwaar voor mij (ik hield de bak al in beide handen voor mijn borst). Ik stond te trillen op mijn pootjes toen ik bij wijze van ‘shortcut’ mij een weg door de struiken en over het gras baande (het pad loopt eromheen en dat was echt een stapje te ver voor mij). Binnen ben ik op een stoel geploft als een hijgend hert (conditie lik me vestje), wachtend op onze beurt.

100 meter horden

Max blijkt een fikse ontsteking te hebben en heeft antibiotica en een pijnstillende prik gekregen. Toen kwam de weg terug. Met inmiddels trillende handjes én pootjes begaf ik mij naar buiten. Max deed verschillende pogingen te ontsnappen (zat inmiddels blazend in zijn mand, proberend met zijn koppie en pootjes door de tralies te komen) en ik moest zo de wiebelende mand en mijn wiebelende ledematen onder controle proberen te houden. Onderwijl Max toesprekend zich vooral in te houden, we waren er bijna (hij kent de weg daar waarschijnlijk beter als ik, het is zijn territorium).

We hebben het gered (Max in zijn mand en ik op mijn rubber aanvoelende benen met het zweet in de bilnaad). Ik zag eruit alsof ik daadwerkelijk de halve marathon had gelopen in plaats van de honderd meter horden. Rood hoofd, bezweet lijf en hijgend als een molenpaard, maar hé, ik heb het gedaan!

Gelukkig lijkt Max iets beter, hij eet nog steeds niet, maar drinkt gelukkig wel weer wat en knort weer. En ik? Ik lig nu trillend op bed, wat ik al schreef, overmoed en ik gaan niet goed samen. Ach ook overmoed komt met rust wel goed (hoop ik 🤔).

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s