Eergisteren begon ik aan een blog met deze titel. Een blog over de zorg, over de plannen van onze geweldige minister (not!). Ik had het bijna klaar (hoofd slingert echt honderd dingen tegelijk in de rondte), maar het miste nog iets, vandaar half af. En nu, nu is deze titel meer dan geschikt voor een compleet ander blog…
Gisterochtend ging ik met Lewis op pad. Na zijn operatie hebben we samen de training weer vol opgepakt. We lopen/rollen flink wat kilometers en Lewis doet het echt fantastisch. Ik word vaak aangesproken door mensen omdat ze het zo’n mooi gezicht vinden, onze connectie samen. Hoe Lewis alleen op mij gericht is tijdens de wandeling. Hij pakt niets meer op onderweg en ook op andere vlakken werken we samen hard en boeken we flinke vooruitgang. Dat is dan gelukkig even geen zorg.
Ook niet waar ik heen wilde trouwens.
We hadden er een mooi rondje opzitten. Hadden onderweg lekkere roombroodjes gekocht (op een mega drukke boerderij, want pluktrein, veel kinderen en ook daar volledige aandacht bij mij, zo knap van hem!) en even langs mijn ouders voor een bakkie koffie met wat lekkers. Gewoon als dankjewel voor alles wat ze voor ons doen en gedaan hebben. Ik zit nét aan de koffie als mijn mobiel gaat, zoonlief. Niet om te vragen of ik nog boodschappen nodig ben (dat gebeurt namelijk regelmatig als ik ‘even’ weg ben), maar om te zeggen dat hij weer een aanval heeft gehad. En dat er overal bloed ligt, en twee tanden… Zijn schouders doen ontzettend veel pijn en hij kan ze niet bewegen en hij zit vast op het toilet. Niet goed dus. Ik bel direct 112 en ben nog nooit zo snel met Lewis naar huis gegaan. De ambulance komt met gepaste spoed (we wonen gelukkig vlak bij mijn ouders) zodat ik de tijd heb om thuis te komen en de deur open te doen. Thuis gooi ik die maar vast open en haast van me naar boven. Wat ben ik blij dat traplopen me weer beter afgaat, want als je in zo’n situatie op die verrekte traplift moet wachten…
Ik ben er net als de ambulance arriveert. Gelukkig mensen met kennis van EDS, wat echt heel fijn is in zo ‘n situatie! Zoonlief krijgt fentanyl toegediend, want zonder komt hij gewoon niet overeind. Het zweet loopt langs zijn gezicht en hij is ontzettend bleek. Valt bijna flauw van de pijn. Een voorzichtige grijns laat me zijn gebit zien, waar anderhalve tand ontbreekt. Ook die doen pijn. De brancard kan niet naar boven, dus zoonlief moet op een andere manier naar beneden. Toch fijn dat die lift op afroep klaar staat. Een badjas over zijn brede schouders, op de brancard en weer een ritje spoedeisende hulp. Ik bel een vriend (manlief was werken en ik mag en kan echt niet alleen dit soort dingen meer ondernemen), wat is het fijn vrienden te hebben die direct opspringen om met je mee te gaan.
Weer naar het ziekenhuis, we weten inmiddels de weg. Derde keer in een maand tijd dat we er zitten. We treffen dezelfde verpleegkundige, die al grapt dat we toch niet weer vandaag met de boot zouden gaan. Nee, wel binnenkort, ga ik van uit tenminste. Zoonlief is al door de röntgen geweest en beide schouders zijn inderdaad opnieuw uit de kom. Shit, damn, fuck, hell. Het zit hem echt niet mee. Dit keer gaan ze ze onder narcose terugzetten, wat voor hem een stuk fijner is, tja, ook fijn heeft meerdere betekenissen. Lesje relativeren, al zijn we daar al behoorlijk geoefend in. Kun je daar ook op afstuderen? Magna cum laude denk ik zo.
Een uur of twee later zitten de schouders er weer in en mogen we de eerste hulp verlaten, voor een bezoekje aan de tandarts, want ja, die voortanden konden niet op tegen de wastafel. Tanden op elkaar wordt zo een lastige uitdaging. We treffen gelukkig een geweldige tandarts die naast een wortelkanaalbehandeling ook direct de voortanden weer een mooi aanzicht geeft. Kleine dingen maken een groot verschil. Weer twee uur verder kunnen we naar huis. Beide moe, moe en nog meer moe.
Meer zorg, de titel van een blog of een vooruitziende blik, wie zal het zeggen. Het kost me meer zorgen. Deze zorg is zoveel pittiger dan die voor mijzelf. Je gunt je kind het allerbeste, maar gezondheid heb je gewoon niet in de hand. Dat ik mijn EDS heb doorgegeven is zwaar klote, maar dat hij deze combinatie heeft is compleet ruk. Een ‘gewoon’ insult is al heftig, verkeerd vallen een heel stuk vervelender, de combinatie van dit met hyperlaxe gewrichten is een hele nare. En bij iedere luxatie wordt de kans op weer een luxatie groter. Het totaal plaatje is wat de titel al zegt, meer zorg.
