Mijn brein speelt een spelletje met mij en ik moet serieus mijn best doen om de touwtjes in handen te krijgen. Klinkt maf hè? En toch is dit precies wat er gebeurt. Ons brein werkt als een computer, het filtert op basis van wat we kennen. En laat dat nu juist niet de richting zijn ik uit wil. Dat veranderen vergt tijd, aandacht, bewustwording, inzicht en moed, want je moet alles van een afstandje durven bekijken en daar ook nog eens conclusies aan durven verbinden. Best eng, want niet alles is even leuk. Wel noodzakelijk, denk ik.
Dat brein van mij dus. Om het te begrijpen trek ik mij terug in de wereld van de boeken, de podcasts, ik laat mij onderwijzen. Kijk uren naar video’s, noteer en notuleer, mijn eerste notitieboek is bijna vol. Een tweede ligt te wachten op de eettafel.
Ik probeer een balans te vinden. Ik weet wat ik wil (gezond zijn!) en tegelijk word ik dagelijks pijnlijk herinnerd aan wat ik heb. Ik wil lopen, ik kán lopen, ik geloof dat ik steeds verder kan, maar hoe ga ik om met een lijf dat toch echt weer in strijd is met een aantal, laten we zeggen beperkende, omstandigheden?
Mijn eerste strategie was die van het negeren. Een oudje (het brein haalt alles wat het kent uit de kast om jou binnen je comfortzone te houden). Ik heb het jaren gedaan. Het is niet echt heel moeilijk, voor mij tenminste. Verstand op nul en stappen zetten. Pijn is te negeren, zeker als je de beschikking hebt over zware pijnstillers. Stap, stap, nog een stap. Tot de pijn zich echt niet meer aan de kant laat zetten. Ik kan heel goed gelóven dat iets werkt, maar moest ik niet ook luisteren naar mijn lijf? Val ik nu niet keihard terug in die kuil van me, die van het willen?
Wat is de achterliggende les hier?
Is het niet tijd die eens te leren?
Het blijft altijd weer terugkomen op balans. Ik ga van nul naar honderd in een seconde. Van niets naar alles en met een beetje pech ook weer terug. Het bekende patroon. Mijn brein lacht in haar vuistje, zoveel theorie opgedaan, maar praktisch weer niets geleerd. Comfortabel binnen het oncomfortabele.
Het is nog niet te laat, ik heb de kans om nú iets te veranderen. Ik moet op zoek naar de tussenweg. Zonder mijn geloof in die gezonde toekomstige versie van mezelf te verliezen, want ze bestaat, dát weet ik zeker. En dus vervolg ik mijn weg op het door mij ingeslagen pad, met echter een klein (waarin kleine dingen groot kunnen zijn) verschil. Ik hoef geen tijdsframe te hangen aan mijn gezondheid. Het komt als het komt. Stapje voor stapje. In het nu.
Terug in mijn stoel dus. Eerlijk gezegd was ik hem gaan haten. Gisteren keek ik hem aan, hij stond in de schuur, opgeladen en wel, alsof hij het wist. Ik sprak mijn twijfels uit. Overlegde met mezelf of ik nu weer eigenwijs ging doen, met alle gevolgen van dien, of gewoon maar weer ging zitten. Me liet rijden, achterover leunend. Ik koos voor het laatste, en dat was zeer zeker niet de makkelijkste optie.
Pijn voelt bijna comfortabel, het is wat ik ken, waar ik misschien onbewust stiekem wel naar verlang. Niet omdat het zo fijn is, maar omdat het zo herkenbaar is, voor mijn brein dus, en wat het brein kent, daar houdt het ons in gevangen.
En nu?
Nu zit ik dus weer. Een stapje (nou ja, stapje) terug, mijn lijf de rust gunnend.
Adem in en adem uit, zoek de ontspanning, een uitdaging die vele malen groter is dan ervoor gaan, met volle verwachting, om toch weer te stranden. Zoals gezegd, het brein weet wat het kent en doet er echt alles aan je daar te houden. Ik trap er niet in. Niet weer. Ik weet wat het wil en ik ga het níet doen.
Ik ga mijn rust vinden ín de rust. Ik breek uit mijn hokje en zal overwinnen. Ooit is dit heden een verleden, en loop ik gezond en wel, in het nu.
